Kinderhoekje

Eheste jong'ents en meisjes! Op één ding in Vere's rechtzaal moet ik nog wijzen. Ik bedoel: de gouden beker, die in 1551 door Maximiliaan van Bourgondië aan de stad Vore werd geschonken. Die beker stond in een vitrine (glazen kastje) op een draaibare schijf met kamradertjes. Als die schijf werd rondgedraaid, draaide ook de beker mee in het glazen huisje. Zodoende kon de beker aan alle kanten bezichtigd worden.

Voor het fraaie kunstwerk was indertijd een groot étui gemaakt, w,aarin de beker precies paste. In die bokcrhuls is het beroemd­geworden voorwerp tijdens de Duitse overheersing ondergedoken geweest in de provincie Gelderland. Wel ver uit de buurt, nietwaar! Däär hebben de Duitsers zéker niet gezocht naar een historisch geschenk, uit Zeeland afkomstig.

De dag na mijn bezoek kwam de Koningin in het oude Zeeuwse stadje. Voor die gelegenheid was de beker met wijn gevuld en hebben de Hoge Gasten (de Koningin en de Prins) een teug je gedronken uit de gouden bokaal.

De laatste weken is het stadhuis zonder beker. Weer ondergedoken? Gelukkig niet, want dan gaat het niet goed. Neen, op de Zeeuwse tentoonstelling die in Gent wordt gehouden, mocht de beker niet ontbreken en daarvandaan kunnen de bezoekers in de Belgische stad het fraaie voorwerp bewonderen. Nu moet ik aan het nieuwe raadsel beginnen. Het is het

2e OCTOBER­RAADSEL: Een bekende uitspraak van de Heere Jezus, in Joh. 14 te lezen, heb ik aan één stuk opgeschreven en daarna in stukken geknipt. Nu zijn die stukjes door elkander geraakt en nu heb ik rare woordjes gekregen. Nu moeten jullie eens proberen om dat zinnetje uit te zoeken uit de 11 stukjes, die ik hier laat volgen. 1. hei 2. gen 3. het 4. en 5. den 6. ikb

1. hei 2. gen 3. het 4. en 5. den 6. ikb 7. ewe 8. aar 9. lev 10. end 11. dew. Het is heel gemakkelijk. Probeer het maar. En nu de brieven:

Bjiam V., Sommelsdijk. Je ziet, de aapjes zijn in Indonesië zomaar niet voor hot grijpen. Zou je moeder or wel voor zijn geweest, zo'n beest geregeld in huis? Heb je al iets anders gekregen? Die enveloppen kun je nu goed gebruiken. Ze moeten nu niet zo'n verre reis maken.

Giljam F., Nieiiwerkerk. Ik denk, dat je het boek nog wel eens zal lezen. Nu zijn er denkelijk al anderen in bezig. Wat maak je zoal op de handenarbeidles? Weet de meester altijd een antwoord op die vragen in het vragenhalfuurtje? Ik denk het wol, want meesters zijn zo knap, hè? Zijn de uien nu van 't land? Gelukkig, dat de grote knecht thuis mag blijven.

Wïm de J., Botterdiam. Zit je alleen in de achtste klas ? Zijn die andere klasgenoten dan van school gegaan? Die ziekte, waarover je schreef, is heel erg. Beterschap is haast uitgesloten. Wat is een gezond lichaam toch te waarderen. De gezondheid is een groot geschenk. De apostel Johannes heeft het in zijn derde brief daar ook over en noemt daar ook nog de welvaart der ziel. Dat is het voornaamste.

Jan N., Sonunelsdijk. Nee, vanzelf gaat orgelspelen niet. Er zit aan huisorgels geen draaier. De vingers zijn zo onhandig, nietwaar? Maar al doende leert men. Een paar jaren geleden kon je ook nog niet zo tekenen als nu. Als ze toen hadden gezegd: ,,Jan, je moet een tekening maken van het vrouwtje van Stavoren", dan had je 't niet gekund. En zie nu eens!

Jan van W., Stellendam. Dat liep nog goed af met het jeugdige drenkelingetje. Dappere mannen! Zij zijn het middel mogen zijn om het jochie van de dood te redden. Vlak bij de haven is het geen speelplaats voor kinderen. Is die andere jongen al uit het ziekenhuis? Prachtig papier en enveloppen! Nellie G., Ouddorlp. Ook al zulk mooi

Nellie G., Ouddorlp. Ook al zulk mooi postpapier! Ik zal proberen­die datum te onthouden. Is je vriendinnetje een nichtje van je? Kan jij je vader al zo goed helpen? Dat is flink. Wat haak je op de breischool. Heb je goed naar de oplossingen gekeken? Goed, dat je tóch inzond, al ontbraken er woordjes. Ja.an S., Middelharms. Dat is leuk,

Ja.an S., Middelharms. Dat is leuk, nu je een correspondentievriendin hebt. Ik merk, dat je het druk hebt. Dat is weleens vervelend, maar toch is hot oen goed teken. Je vriendin zou het ook wel druk willen hebben. Ik zal proberen om aan do verjaardag van B. te denken. Jok« V. ld. G., Melissant. Ik vind je brief prachtig geschreven. Hoe vinden ze je schrijven op school? Wat krijg ]e er gemiddeld voor? Dat vind ik ook: je kan alles niet nemen wat je ziet. Heeft Adrie geen zin om mee te gaan doen?

TrUnie M., Sommelsdijk. Ja, als ik geen ingezonden raadsels heb, dan moot ik ze zelf fabriceren. Van Leen heb ik geen post ontvangen, maar ik neem hem dat helemaal niet kwalijk: hij moet al zoveel schrijven. We zullen maar hopen dat hij spoedig naar huis mag komen.

Jaap S., Melissant. Nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Was buurman tevreden over de verzorging van zijn dieren? Is het slachten nog dóórgegaan? 't Was een hele knaap, hoor! Is opoe al terug van de reis? Trouw lezer van E.­N., Schouwen­Dui

Trouw lezer van E.­N., Schouwen­Duiveland. Dank voor de moeite. In 't vervolg kan 't misschien wel eens geplaatst worden. Bep. Ik heb vernomen, dat je trouw het Kinderhoekje op je verre post nog volgt. Zo blijf je met alles op de hoogte. Als je gelegenheid en lust hebt, mag je me over je nieuwe werkkring best schrijven, hoor!

Allemaal de hartelijke groeten en tot volgende week hoopt jullie OOM KO.

Toenemend verkeer op de rijkswegen

Het motorwegvorkeer heeft, naar de K.N.A.C. meldt, thans ongeveer de dubbele intensiteit bereikt van voor de oorlog met een park, dat ruim een vijfde groter is dan het vooroorlogse. Waarschijnlijk vanwege de vermeerdering van het aantal rijwielen met hulpmotor is het indexcijfer voor de motorrijwielen het grootst geworden.

Van 1949 op 1950 is de toeneming van pei'sonenauto's op de wegen 's­Giavenhagon­Rotterdam en Utrecht­De Bilt hot grootst, nl. ongeveer een zevende. Het vrachtautoverkeer is de laatste jaren stationnair, met een „top" voor de weg Utrecht­De Bilt. De intensiteit van het busverkeer is het grootst op de weg Arnhem­Velp, daarna volgen Utrecht­ De Bilt (waar het busverkeer in twee jaar is vervijfvoudigd.) Het rijwielverkeer op de rijkswegen is slechts 10 ä 20 pet meer dan voor do oorlog. Waarschijnlijk is het aantal fietsen thans ongeveer gelijk aan dat van 1939, nl. ruim 4% millioen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen