Wachtmeester Bekkens van Tholen voor het gerecht

Voor de bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te Middelburg is Vrijdag 20 Oct. een jaar gevalngenisstraf geëist tegen de wachtmeester Ie klasse der Rijkspolitie, L. Bekkens, die tijdens de bezetting opperwachtmeester der „Staatspolitie" is geweest en tevens Groepscommandant te Tholen. Voorts werd geëist, dat hij voor zijn verdere leven ontzegd wordt van het recht om bij de politie te dienen en dat hij voor 15 jaren ontzet wordt uit beide kiesrechten.

Bekkens werd verantwoordelijk gesteld voor het arresteren van twee illegale werkers tijdens de bezetting, nl. J. EVeraers uit Tholen en N. Hage uit St. Maartensdijk. Deze zijn in Duitsland in de kampen om het leven gekomen. Hem werd verweten, dat hij geen enkele poging heeft aangewend de beide personen een kans tot ontsnapping te geven. Tijdens de behandeling van zijn zaak is uitvoerig gesproken over de houding van de Rijkspolitie op het eiland Tholen tijdens de bezettingstijd. De Documentatie­Commissie voor de

De Documentatie­Commissie voor de Zuivering heeft destijds een uitvoerig en nauwkeurig onderzoek ingesteld en kv?am tot de conclusie, dat niet alléén verdachte schuldig was aan de arrestatie van Everaers en Hage. Zijn ondergeschikten, destijds Hoofdwachtmeester der Staatspolitie te Tholen, waren mede schuldig. De verstandhouding tussen de politiemannen op Tholen was in die tijd zeer droevig. Van samenwerking was geen sprake. Bekkens werd niet vertrouwd omdat hij bij de Groep onbekend was. Hij werd van IJsselmonde overgeplaatst naar Tholen. Voordat men iets van hem wist, werd hij er al van verdacht pro­Duits te zijn. Gezien al deze bijkomende omstandigheden is verdachte niet ontslagen, maar teruggezet in rang en overgeplaatst. De destijds te Zierikzee geplaatst N.S.B.­luitenant Schaap gaf op 22 Maart 1944 verdachte telefonisch opdracht de gebroeders Ha ge, Everaers en van der Stel te arresteren voor de S.D. Bekkens noteerde dit en gaf de opdracht door aan zijn ondergeschikten. Zelf was hij met de motor naar St. Maartensdijk gegaan om Hage te arresteren. Hage was echter niet thuis, doch op het gemeentehuis vernam hij, dat Hage met een paard de Thoolse brug over was gegaan. Hij belde toen Tholen en gaf opdracht, dat de post bij de brug N. Hage bij het passeren moest arresteren voor de S.D. De personen, die gearresteerd nioesten worden, hadden samen gewerkt met Cor Wagtho uit Tholen. Deze was enige weken tevoren reeds door de S.D. gearresteerd. Later is gebleken, dat Waghto had moeten praten en hun namen heeft genoemd.

De vader van Hage is ook nog gearresteerd, omdat hij een radiotoestel had verborgen. Toen hij werd overgebracht naar Haren kwam hij tijdens het transport naast zijn zoon te zitten.

De zoon heeft toen zijn vader over de arrestatie bij de Thoolse brug medegedeeld, dat hij werd aangehouden, omdat hij het paard had weggebracht. Na aanhouding werd hij op het politiebureau gebracht waar de wachtmeester Koek hem mededeelde, dat hij hem op last van de S.D. moest arresteren. De politieman, die dienst had op de brug, zeide als getuige, dat hij niet wist, dat de arrestatie voor de S.D. was. Hij dacht, dat het slechts verband hield met het paard. Wel had hij het persoonsbewijs afgenomen, maar Hage niet weggebracht naar het politiebureau. De volgende dag heeft hij Hage en Evaers naar Breda moeten brengen en toen bleek hem, dat zij zich van geen kwaad bewust waren.

De eveneens als getuige gehoorde politieman, die Everaers arresteerde, verklaarde niet te hebben geweten, dat het voor de S.D. was. Toen hij met Everaers op weg naar de kazerne was, kwam hij verdachte tegen, die tegen Everaers zeide „Ik moet U arresteren voor de S.D." Met de volgende persoon, die gearresteerd moest worden, v. d. Stel, is hij voorzichtiger te werk gegaan. Deze jongen was niet thuis, maar zat in Bergen op Zoom. Hij is niet gearresteerd, men had hem gewaarschuwd.

Als getuige ä decharge was o.m. een oud­illegaalwerker verschenen. Deze verklaarde in de bezetting te hebben gedacht, dat verdachte N.S.B.ër was en dat zowel Hage als Everaers hadden kunnen ontsnappen, wanneer ze dat hadden gewild. Het was hem ook bekend, dat de verhouding tussen de politiemannen op Tholen in die dagen niet te best was. Hij vreesde, dat verdachte het gelag moest betalen, terwijl de overige politiemannen vrijuit zouden gaan. Verdachte scheen er een eigenaar

Verdachte scheen er een eigenaardige opvatting op na te houden, vooral wanneer het betrof het geven van opdrachten. Hij beweerde direct na het telefoneren met de dienstdoende wachtmeester over de zaak te hebben gesproken en te hebben gezegd, dat de arrestatie op last van de S.D. moest geschieden. Toen deze wachtmeester, de getuige C. de Regt, later met Everaers, die hij had gearresteerd naar het bureau was gekomen, heeft hij opnieuw gezegd, dat een en ander geschiedde in opdracht van de S.D. Overigens hield verdachte vol nimmer opdracht tot arrestatie gegeven te hebben, doch alleen de telefonische opdracht van Zierikzee te hebben medegedeeld. Tenslotte gaf hij toe dat hij anders had moeten handelen, maar, zo zei hij, wanneer het mijn bedoeling was geweest mannen te arresteren, dan had ik dat persoonlijk gedaan, waarop de officier antwoordde, dat verdachte toch niet op vier plaatsen tegelijk had kunnen zijn.

De Officier van Justitie, mr Verspijck, betuigde zijn spijt, dat de behandeling van deze zaak zo lang heeft geduurd. Hij was er van overtuigd, dat Bekkens voor een groot gedeelte van deze affaire verantwoordelijk moest worden gesteld. Iedereen, en zeker de politie, wist wat de S.D. voor een bandietenbende was. De dood van de twee jonge mensen was het gevolg van deze arrestaties en hij achtte Bekkens daaraan mede schuldig.

De verdediger, mr Beemink uit Dordrecht, trok in zijn pleidooi een vergelijking tussen verdachte en de andere politiemannen. Hij vond het niet juist dat Bekkens de zondebok moest worden. Hij achtte verdachte voldoende gestraft door zijn degradatie, verzocht de Strafkamer derhalve het ten laste gelegde wel bewezen te verklaren, maar zqn cliënt niet te straffen ofwel voorwaardelijk te veroordelen. De uitspraak volgt op 3 November aanstaande.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen