Enkele indrukken van de industrialisatie-persexcursie
„Wij hebben de neiging: om onze stellig reële moeiiykheden van vandaag breed uit te meten; het zou echter onjuist zijn te denken, dat dit in het verleden in beginsel anders was. Ik geloof, dat de vorige generaties van industriële ondernemers eveneens veel moeilijkheden hebben gekend. Principieel zou men van een zekere overeenkomstigheid kunnen spreken; het verschil is alleen dit, dat thans de problematiek anders ligt door gewijzigde omstandigheden.
Als wö ons allen tot het uiterste inspannen, kunnen wij na beëindiging van het Marshallplan slagen, ook al komen wij dan misschien net met de hakken over de sloot."
Deze woorden van Dr A. Winsemius, directeurgeneraal voor de industrialisatie, gingen ons telkens door het hoofd bij de bezichtiging van verschillende bedrflven tijdens de industrialisatiepersexcursie vanwege het Ministerie van Economische Zaken. Bö het tempo, waarin deze excursie
Bö het tempo, waarin deze excursie moest worden gemaakt, konden uiteraard niet dan betrekkelijk vluchtige indrukken van deze bedrijven worden medegenomen, maar werd nochtans een beeld verkregen, dat déze verheugende positieve zekerheid gaf: ondanks de vele en velerlei moeilijkheden, waarmede het bedrijfsleven ontegenzeggelijk te kampen heeft, wordt er hard gewerkt, door ondernemers en door arbeiders van hoofd en hand; worden een energie en een doorzettingsvermogen ontwikkeld, die ons met trots en respect kunnen vervullen.
Onze nationale koopmansgeest en ondernemingslust zijn, ondanks de zware slagen van de oorlog, levend gebleven; waar wegen geblokkeerd zijn geraakt, afzetgebieden verloren zijn gegaan of minder gunstige perspectieven zich zijn beginnen af te tekenen, is naar andere mogelijkheden gezocht en zijn deze in tal van gevallen ook gevonden.
Intuïtie, beredeneerd inzicht, nijvere zin, dadendrift, durf, wil tot aanpakken en doorzetten — zij blijken gelukkig volop aanwezig en zij hebben zich gerealiseerd in het scheppen van nieuwe bedrijven, in uitbreiding en modernisering van bestaande; in invoering van nieuwe en verbeterde werkmethoden; in aanpassing der technische outillage aan de eisen van efficiency en arbeidsproductiviteit. De fabricage van nieuwe artikelen is ter hand genomen; nieuwe markten zijn verworven of worden gezocht. Dit alles ging en gaat niet vanzelf;
Dit alles ging en gaat niet vanzelf; men heeft zich aanzienlijke investeringen moeten en willen getroosten, met het nemen van risico's die men wilde en dorst aanvaarden, omdat men mogelijkheden zag, die zich zouden laten verwezenlijken door ingespannen arbeid op basis van doelmatige bedrijfsvoering.
Groei en ontwikkeling als waarvan hier sprake is, hebben plaatsgevonden op een breed vlak van industrieel leven. Er is geen sprake geweest van oriëntering in eenzijdige richting. Het is duidelijk, dat differentiatie de grondslag van ons economisch leven verbreedt en eventuele nadelige gevolgen van conjunctuurschommelingen kan inperken.
De excursie kreeg voor de deelnemers een des te groter betekenis, omdat men zich een beeld kon vormen van de ontwikkeling der industrialisatie nä de oorlog en van de toekomstmogelijkheden, eensdeel door eigen aanschouwing, anderdeels door ontmoetingen met leidende figuren uit het bedrijfsleven en met vertegenwoordigers van rijk, provincies en gemeenten.
Het industrialisatieprobleem kon zo op Velerlei wijzen worden benaderd. Men maakte kennis met uitgesproken persoonlijke visies en al naar — onuitgesproken — politieke overtuiging en beoordeling van zakelijke belangen, die voor elk bedrijf in wezen vaak anders liggen, werden zeer uiteenlopende uitspraken over het regeringsbeleid gehoord. De openhartigheid, waarmede vaak werd gesproken, heeft er zeker toe bijgedragen, dat de pers de vele facetten van het vraagstuk niet uit één hoek belicht kreeg.
De projectie van „wit" en ,,zwart" op deze wijze heeft één feit wel duidelijk in het licht gesteld, en wel dit, dat het wel zeer moeilijk, om niet te zeggen welhaast onmogelijk is de vele belangen, die zeker lang niet gelijk of parallel liggen, vaak zelfs tot op zekere hoogte tegenstrijdig zijn, te coördineren of zodanig gelijk te richten, dat ze een gelijke waardering, positief of negatief, kunnen ontvangen.
Het is zonder meer duidelijk, dat het voeren van een economisch overheidsbeleid onder deze omstandigheden zeker geen sinecure is, zeker niet, omdat dit beleid mede afhankelijk is van factoren, die vaak buiten eigen beïnvloedingssfeer liggen, men denke bv. aan de gevolgen van internationale politieke of economische verhoudingen, tot uitdrukking komende in koers en prijsschommelingen, het toepassen van beschermende rechten, herwaardering van de munteenheid, enz., dit alles langs de wisselvallige lijn van „ups" en „downs." Wil dit nu zeggen, dat hiermede on
Wil dit nu zeggen, dat hiermede onder alle omstandigheden het regeringsbeleid ä priori vergoeilijkt zou moeten worden? Geenszins. De excursie heeft ook geen bedoelingen in deze richting gehad — en daaraan zeker ook in genen dele kunnen of willen medewerken. Mensen en resultaten uit de practijk liet men letterlijk en figuurlijk aan het woord, in volkomen openhartigheid, en de vertegenwoordigers van de persdienst van het Ministerie van Economische Zaken fungeerden eveneens als toehoorders van hetgeen in velerlei toonaarden werd gezegd of volgden als zeer geïnteresseerde partij wat de suggestieve beeldenreeks der realiteit van het bedrijfsleven in een nonstopprogramma aan het oog deed voorbijglijden. Als zodanig heeft deze excursie ongetwijfeld evenveel nut gehad voor genoemd ministerie als voor de pers; de mogelijkheid tot het kennis nemen van feitenmateriaal uit de practijk en deze tot lering te doen strekken was wel zeer ruim aanwezig.
Industrialisatie en het ijveren daarvoor kon men uit een landelijke gezichtshoek bekijken; onontkoombaar blijft daarbij ook het provinciaal of regionaal streven, juist omdat de omstandigheden in bepaalde provincie of streek weer zeer merkbare verschillen doen zien in vergelijking met andere provincies of streken.
Dit alles is wel zeer duidelijk op de excursie gebleken. Het sprak tot de deelnemers, als men de tendenties van dit ijveren in verschillende provincies naast elkaar wil zien, van een activiteit, waarbij symptomen van een zekere rivaliteit niet te onderkennen vielen. Misschien kan dit als prikkel tot ener
Misschien kan dit als prikkel tot enernieontplooiing veel goeds in zich bergen; doch de vraag mag niettemin gesteld worden, of dit, wanneer een centrale leiding in gebreke zou blijven in dit opzicht een brede objectieve gedragslijn te doen volgen, waarbij wordt uitgegaan van doelbewuste planmatigheid in groot verband, geen aanleiding zou kunnen geven tot hardere „concurrentie" en daarmede tot onnodig verlies van tijd, van kosten en van moeite en tot versnippering van krachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 november 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 november 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's