Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Late Lente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Late Lente

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik weet er alles van. Je hebt „neen" gezegd. Dat spijt me. Ik had gedacht, tlat je mijn schoondochter zou worden En dat was mij best geweest, meid. Maar 't mag niet zo zijn."

MU moet mij niet verkeerd begrijpen, boer. Als er vroeger niet iets was geweest, dan had ik wel ,,ja" gezegd. Want lit mag Gabe wel lijden, heus..."

..Je behoeft je niet te verdedigen tegen mij, Marie", merkt de boer op. „Mijn zoon heeft jou tot vrouw gevraagd en je hebt geweigerd. Dat is je recht, 't Is ook alleen jouw zaak. Ik zeg alleen, dat het mij spijt. En dat méén ik. Verder moet je het met jezelf uitmaken, oi je goed hebt gehandeld. Dat kan ik niet oeoordelen. Het spijt mij ook, dat je nier weg gaat. Je bent hier nu een goed .laar. En het gaat wat best. Naar jouw zm toch ook?"

.,Ja, Everdink. Als dat met Gabe niet *as voorgevallen, dacht ik niet aan vertrekken. Maar nü kan het niet anders, »^abe vindt het onzin. Ik hoop, dat u het anders ziet."

Vol verwachting kijkt Marie de boer aan. Hij is niet alleen een beste kerel, maar ook een wijs, bedachtzaam man. Hij is als een vader voor haar. Zij is hier even een jaar, maar als zij heengaat, zal zij een stuk van haar leven achterlaten.

,,Marie, je moet mij eens eerlijk vertellen, hoe het zit. Als je het niet hebben wilt, zal ik het niet eens aan Gabe vertellen. Hij heeft je tot vrouw gevraagd en je hebt geweigerd. Is dat antwoord definitief?" „Ja boer," antwoordt Marie vast. „Ik

„Ja boer," antwoordt Marie vast. „Ik kan niet anders. En dat ligt niet aan Gabe, maar " „Al goed. Daarmee heb ik niet te ma

„Al goed. Daarmee heb ik niet te maken. Dus het is definitief. Het is niet zó, dat je misschien over een paar maanden van gedachten zoudt veranderen. Bedenktijd heb je niet gevraagd en ook niet nodig?" „Neen, boer. Natuurlijk weet ik het

„Neen, boer. Natuurlijk weet ik het niet, maar ik geloof niet, dat ik ooit zal trouwen." „Dan heb je gelijk, met hier weg te

gaan. Ik begrijp, dat Gabe je hier houden wil. Dan heeft hij altijd nog hoop, dat je van gedachten verandert. Dat zal naar je eigen woorden, niet zo zijn. Dan kimnen jullie, onder deze verhouding, niet altijd samen zijn. Eén van beiden moet weg. Dat kan Gabe niet zijn. Dus dan ben jij het. Je hebt gelijk, je ziet het goed. Het spijt mij. Maar het is niet anders."

Everdink pakt de courant weer op. Het is duidelijk, dat hij het korte ge sprek over dit onderwerp als geëindigd beschouwt.

Na wel een kwartier zegt hij: „Ik hoop niet, dat je op stel en sprong vertrekt, al kan het ook niet te lang duren. De indruk moet niet gewekt, dat je hier met grote ruzie verdween."

,,Ik wou, als u het goed vindt, eens rustig aanzien. Op een maand komt het niet aan. En ik ga niet weg vóór u een goede andere hebt." „Best, meid. Van jou had ik niet an

„Best, meid. Van jou had ik niet anders verwacht. We moeten eens zien, hoe we het beste kunnen mededelen. Ik voel niet veel voor een advertentie."

Of de boer nog met Gabe gepraat heeft, weet Marie niet, maar zij weet het in hoge mate in hem te waarderen, dat hij, noch in woord, noch in blik of gebaar, noch in toespeling op het gesprek tussen hen beiden terugkomt. Zij bewondert zijn zelfbeheersing, te meer, daar zij ziet, dat hij het er niet gemakkelijk onder heeft.

Een paar weken later is zij een dag thuis. En zij vertelt aan vader en moeder, dat zij van betrekking veranderen gaat. Aanvankelijk heeft zij een voorwendsel willen opgeven, maar dat verbiedt tenslotte haar eerlijkheid. „Bij Everdink weg? En je hebt­ het

„Bij Everdink weg? En je hebt­ het er zo naar je zin!" zegt moeder Saalmink stomverbaasd. Ook haar vader begrijpt er uiteraard niets van. „Gabe Everdink heeft mij ten huwelijk gevraagd en ik heb geweigerd. Onder die omstandigheden kan ik er toch niet blijven?" „Neen, dat is waar", zegt Saalmink.

„Neen, dat is waar", zegt Saalmink. „Je hebt dus geen herrie gehad?" ,,Helemaal niet, vader. De boer is het met mij eens, dat ik niet blijven kan. Ik ben er de langste tijd geweest. Nu ja, ik vind wel wat anders." ,,Je kunt altijd thuis komen, kind."

„Dat weet ik wel, vader. Maar dat doe ik niet. Het is beter zoals het nu is."

Moeder Saalmink zit nog steeds sprakeloos, wel 'zeer tegen haar gewoonte. Maar dan hervat zij haar bazigheid: ,,Ik had mij wel tweemaal bedacht voor ik „neen" had gezegd. Met Gabe Everdink! Je zult zo'n goed huwelijk niet gauw kunnen doen! 't Is wel een beetje dom van je."

„Die weigering is mijn zaak, moeder. Dacht u dan na al wat er met Jan is voorgevallen, dat ik zo gauw een ander nemen zou? Ik ben Jan nog niet vergeten... ik... vergeet hem nooit."

Dan verlaat zij het vertrek, om even later weer te keren en gewoon te doen. Ook zij leert zelfbeheersing. Als zij des avonds vertrokken is, zegt vrouw Saalmink: ,,'t Is gewoon ziekelijk van haar. Dat andere is voorgoed voorbij. Daarvoor behoeft zij toch warempel haar hele leven niet ongetrouwd te blijven!"

„We kunnen er moeilijk in komen, moeder", meent Saalmink, die ontzag gelijk met Marie meeleeft, al brengt hij dat niet onder woorden. „Ik weet wel, dat dat met Jan Marie heeft geknauwd en nog knauwt." En dan zwijgt moeder Saalmink, ont

En dan zwijgt moeder Saalmink, ontrust. En wéér slaapt haar man al lang rus

En wéér slaapt haar man al lang rustig naast haar, terwijl zij de slaap niet pakken kan.

Hoofdstuk XIV.

In eentonig rythme snellen de jaren voorbij, althans eentonig voor wie niet opmerken wil of kan. In werkelijkheid gebeurt er elke dag wat, wordt er elke dag een schakel gesmeed aan de lange ketting, die eenmaal reiken zal van Schepping tot Eindgericht.

Eén van die schakels is het, Duitsland na 1918, geslagen en vernederd, maar zich oprichtend, terwijl volksleiders en volksophitsers borduren op het éne gevoelige stramien, dat van het nationalisme. Nationalisme kan goed, kan gerechtvaardigd zijn, maar als het ontaardt in chauvinisme en imperialisme, dan wordt het een acuut gevaar. Er komt een man op. Hij heet Hitler. De couranten spreken van hem, de gewezen schilder, de korporaal in de oorlog. Men ziet aanvankelijk in hem niet de verpersoonlijking van oen idee, van een levensrichting, van een... godsdienst

Dat komt nog wel. Als Hindenburg, de grijze president overleden is en Hitler aan de macht komt. Als het Nationaal- Socialisme de religie wordt, puur heidens. Boter mag er niet gegeten worden. Er moeten kanonnen gemaakt worden. De smaad van 1918 moet gewroken. Heel Europa moet onder de hegemonie van Duitsland komen. Van Duitsland, waar ieder, die zich in woord en daad verzetten durft tegen het regiem, in een concentratiekamp terecht komt. Van Duitsland, waar de Joden worden vervolgd, opgesloten, doodgemarteld. Toch ziet, ook al wijzen vooraanstaan

Toch ziet, ook al wijzen vooraanstaanden er op, de massa in Europa de consequenties niet. Men heeft bovendien eigen zorgen. Niet gering is 's binnenlands de werk

Niet gering is 's binnenlands de werkloosheid. Steuntrekker, stempelen, werk verschaffing worden gangbare uitdrukkingen. Colijn tracht de cmdjes aan elkaar te knopen, want met de financiële toestand is het droef gesteld. Hij wordt gescholden en verguisd, hoewel hij zijn krachten verteert in dienst van het volk dat hij lief heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 november 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Late Lente

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 november 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's