Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De aanvaringskwestie in de Zuidvlije onder Oude Tonge

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De aanvaringskwestie in de Zuidvlije onder Oude Tonge

Veel juridische belangstelling op het Kantongerecht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zaak betreffende de aanvaring van de ,,Birschfeld" met de „Stad Amsterdam" in de Zuidvlije onder Oude Tonge werd voor het Kantongerecht te Sommelsdijk opnieuw berecht. Er was nu een deskundige, die ter plaatse zeer goed bekend was, nl. de Rijkstonnenlegger van Willemstad, wiens verklaringen de doorslag gaven tot een beslissing. Van juridische zijde was er veel belangstelling voor deze zaak.

Het was ook een niet-alledaagse zaak, die opnieuw voor het kantongerecht diende, op de zitting van Vrydag 12 Januari. De kantonrechter', Mr v. d. Velde wilde van de Oppei' Kok uit Vlaardingen (die op een politie-boot schipper is) nog eens weten, of de plaats, waar het onheil gebeurde, wel in het Kanton Sommelsdijk thuishoorde.

Get. Kok had het op do zeekaart nauwkeurig uitgemeten en zeide, dat de plaats onder den Bommel ressorteerde.

Het O.M.: Als de verd. stuurboord zou hebben gevaren, zou het dan niet meer aan de kant van Steenbergen geweest zijn ? Get. Kok: Zoals de tonnen nu liggen,

Get. Kok: Zoals de tonnen nu liggen, is de plaats juist op de grens. Get. heeft het uitgemeten vanuit het Steenberg se licht. Ook geeft hij een berekening van de hoge en dage waterstand op die datum te Bruinisse en Dintelsas, wat hij herleidt en tot de conclusie komt dat op dat tijdstip de vloed opkwam en er geen eb meer in het water zat. ,De Kantonrechter: Kan een gewone schipper de diepgang van een ander' vaartuig bepalen?

Get. Kok: Dat is zeer goed mogelijk. Raadsman Mr Rens: Aan bakboord stond er even Veel water als aan 't stuurboord.

Get. Kok: Dat is niet zeker. Mr. Rens. De peilingen die in het boekje van Schuitemaker voorkomen geven het aan.

De ambtenaar van het O.M., die de moeite heeft genomen om daar een hele dag in een boot rond te dwalken zegt dat de diepte stuurboord 9.60 en bakboord 7 m was.

Dan wordt gehoord de gctuige-deskundige Abr. de Visser, geb. 5 Mrt. 1897 Rijkstonnenlegger te Willemstad. Ook hem werd de vraag gesteld of de plaats onder het kanton S'ommclsdijk be hoorde, wat de getuige voor het oog van de rechter op een kaart uitrekende. Mr Rens: De kaart is niet bijgewerkt! Get. de Visser: Al is die kaart 10 jaar oud, de betonning is bij, en daar gaat het omh

De afstanden bleken dezelfde te zijn als door get. Kok genoemd. Mr Rens: 't Lijkt wel een examenvraag voor een bakenmeester! Get. de Visser: Dat is het ook. Het

Get. de Visser: Dat is het ook. Het staat Vast, dat het onder dit kanton behoort. Het O.M.: U is deskundige, was het

Het O.M.: U is deskundige, was het onverantwoord stuurboordzij de te varen?

Get. de Visser: Juist andersom! Het was onverantwoord om bakboord te varen! Het getij was niet meer van invloed die dag en get. geeft volgens een getijdenboekje een berekening, dat er geen eb meer ging om 2 uur op die datum. De juiste stromingen toont getuige op een getijdenkaart aan.

The law of the Jungle'' De ambtenaar van het O.M. zijn requisitoir houdend zeide o.m. dat hij de idee had, dat de schipperij de Zuid Holl en Zeeuwse stromen zo'n beetje beschouwden als ,,the law of the jugle" (de wet van de wildernis) en dat art. 50 daarbij dan een panacee (het wondere geneesmiddel) was voor de schippers, om alle bepalingen te kunnen overti-eden. Spr. is niet zo puriteins om het verkeer te water gelijk te stellen met het verkeer op een openbare weg, er behoort een zekere „lenigheid" te zijn, wat niet wil zeggen, dat art. 50 een gecoHificeerd natuurrecht is.

De Ambt. brengt het ten laste gelegde tot 2 punten terug, ten Ie dat te veel bakboord is gehouden, ten 2e dat de Birschfeld niet tijdig heeft achteruitgeslagen. Wat het Ie betreft zijn er getuigen

Wat het Ie betreft zijn er getuigen die hebben gezegd, dat bij snelle ebstroom bakboord wordt gehouden. Het is echter vast komen te staan door de getuigen Sprundcl en v. Wijck, dat er geen eb, maar vloed was op het uur van de^ aanvaring. De beide getuigen Kok en de Visser zijn voorzichtiger, die hebben gezegd dat het stil water was, of zeer geringe eb. Er was in ieder geval geen reden om bakboord te var'en en het vaarwater af te snijden. Spr. bezag de nautische en de economische kant, de fout van Verd. Verstrate (van de Birschfeld) ligt hierin, dat er een gebouw was van de nautische naar de gemaks vereisten. Wettig en overtuigend is bewezen, dat Verstrate hier een grove fout gemaakt heeft.

Het tweede strafwaardige feit is, dat Verstrate niet gezorgd heeft, dat de Birschfelden achteruitsloeg. Hij heeft achteruitgeslagen, maar te laat. Er was goed zicht, de Birschfeld kon de Stad Amsterdam zien aankomen. Spr. blijft buiten de civiele kwestie van die aanvaring — maar er was hier gevaar vooi' aanvaring. Hij had tijdig moeten terugslaan, en niet toen de gil van de stoomfluit gelijktijdig met de gil van de kapiteins-vrouw over het water klonk.

Het O.M. eiste 2 geldboeten, waarbij de Ambt. buiten de fouten van Verstrate bleef. H-g heeft niet op hoogst roekeloze wijze gevaren, maar hij heeft gedaan wat er meer doen, zijn fout is een strafrechterlgke fout. Voor het eerste feit werd op grond van ar-t. 35 ƒ 25.— geëist, voor het tweede op gTond van art. 29 ƒ 20.—, subs. 8 dg. hechtenis. Kantonrechter tot get. de Visser: Zou

Kantonrechter tot get. de Visser: Zou U bij zware eb aldaar bakboord inplaats van stuurboord Varen. Get, de Visser; Dit is voor een snelvarend -schip met veel kracht als de Birschfeld nooit nodig.

Verdediging Mr Rens, de verdediger zeide in zyn pleidooi dat het leek, of hij voor een verlor-en zaak pleitte. De kantonrechter. O, ik wil u anders nog wel een hart oiider de riem steken! Artikel 50 Mr Rens: Dat artikel 50 kan van 2

Mr Rens: Dat artikel 50 kan van 2 kanten bekeken worden. Of jc moet altijd stuurboord houden, of zoals in het art. 50 staat in nauwe vaai-waters niet. Nauwe vaarwaters zijn het bijna alle, zelfs met inbegrip van de Zuider'zce, want de vaart naar de Lemmer is ook nauw. Ik zie, aldus spr., aan de welwillende glimlach van de kantonr'cchter, dat hij dit mot me eens is. De kantonrechter: Daar kun jc met

De kantonrechter: Daar kun jc met op aanr

Mr Rens: In nauwe vaarwaters, wanneer de nautische eisen dit vergen, is men volgens art. 50, niet verplicht stuur boord te houden. Als slepen bakboor'dzijde opkomen, is dit voor de tegenliggers geen gevaar, wanneer langs de tonnen bakboord wordt gevaren. Het Rijnvaart-politie-reglement 1939 houdt in, dat het Verplicht is de ingenomen koers aan te houden. Terugkomend op dit geval leest spr. art. 35, zonder te overwegen of er nautische bezwaren zijn. Er is veel gepraat of er eb liep, maar het gaat er z.i. om, of het scheepvaartverkeer in gevaar werd gebracht. De Stad Amsterdam hield midden vaarwater, de Birschfeld voer bakboordzijde. Als de Amsterdam zijn richting had gehouden, was er niets gebeurd. Spr. legt dit met lucifers uit. Stuurboordhouden is z.i. volgens art. 35 niet verplicht, als er geen gevaar voor aanvaring aanwezig is. Als de kajitonrechter art. 35 stringent aanhoudt zal spr. zich daarbij neerleggen, maar wat de beoordeling be treft inzake de schuldvraag bent U verkeerd ingelicht! Pleiter vraagt vrijspraak op het tenlaste gelegde volgens art. 35.

Het tweede punt behelst het achteruitslaan. Beiden hebben dat gedaan. Moet nu die ongelukkige Bels veroordeeld worden? Hij heeft de aanvaring niet opgezocht. De Amsterdam veranderde plotseling van koers, waardoor een aanvaring onvermijdelijk war. Waar voor is de een strafbaar en de ander niet? Pleiter vraagt vrijspraak. Het O.M. meende, dat de re- en dupliek niet veel nieuws bracht. De raadsman ziet hij meer als een wetgever dan als een pleiter! Art. 4 is er ook nog en daar kan het O.M. niets aan doen. De Ambt. persisteerde bij zijn eis. Vonnis over 14 dagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 januari 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

De aanvaringskwestie in de Zuidvlije onder Oude Tonge

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 januari 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's