Uit het Kijkvenster

Industrialisatie leidde tot de Zondagsschool. — In 1884 In Utrecht.

Onze tijd staat zo in het teken van onderwijs en opvoeding, dat er aanleiding genoeg is eens aan de Zondagsschool te denken. Want die onderwijst óók. En wel in het ene nodige. En aan veel kinderen die zonder dat uurtje daar van God en Zijn dienst weinig of niets horen.

Ruim een eeuw geleden worstelde men met vrijwel dezelfde problemen als thans. De intrede van de machine in het bedrijfsleven maakte veler arbeid eenvoudiger en eenvoudiger.

Daar er ongebreideld lange werkdagen waren en ook jonge kinderen in de fabrieken moesten werken om hun kostje te verdienen, stompte de arbeiders bijna geheel af voor de betrachting van de godsdienst. Wie over die oude toestanden leest slaat de handen ineen. En al kimnen we niet juichen over een arbeidsdag van 8 uren, zo moet toch \erkend, dat er ook enige lichamelijke /rust en welstand moet ziJn om aan de geestelijke dingen te denken. In onze tijd is er wéér de massajeugd die een probleem schept door haar ongebondenheid en onverschilligheid. Nu is er dan een beperkte arbeidsdag en de lonen zijn hoog en het zakgeld van de jongelui is ruim. en er is geen tijd aan te wijzen die zo alle godsdienst laat devalueren dan nu. Bewgs, dat het niet is zoals de socialisten zeggen, geef de mensen betere sociale toestanden en de wereld zal beter zijn. Immers, het gedichtsel van 's mensen hart is boos van der jeugd aan en dat is met geen geld of ander stoffelgk voordeel goed te maken.

In Engeland is de Zondagsschool begonnen. Ze werd in 1780 in een achterbuurt van Gloucester geopend door Robert Raikes. Hij gaf daar 's­Zondags aan arme fabriekskinderen les in lezen en schrijven en vertelde ze uit de Bijbel. Dat werk groeide uit en kreeg veler steim, het werd ook in andere landen begonnen, want het was zegenrijk. Over heel de wereld, Amerika, China, Japan incluis, bestsian Zondagsscholen en miUioenen kinderen worden er met het Woord des Heeren bekend gemaakt. Bedenk maar hoe kostelijk werk dat is en wiJ moeten mEiar uitzien wat met Zijn Woord doet. God

In ons land stichtte Dr A. Capadose in 1836 in Den Haag de eerste Zondagsschool. De andere steden volgden toen. Na 1857 moet het werk zeer gegroeid zijn omdat toen de Bijbel van de Openbare School verdween. Ja, de Booze heeft al veel wat bedacht om de loop van het Woord te stuiten. Er is een Ned. Zondagsschoolvereniging, opgericht in 1866 en de Geref. Zondagsschoolver. „Jachin", opgericht in 1871. Er zitten twee methoden in dit werk, de ene om de kinderen van God te spreken en van hun eeuwig heil, de andere om hen te leren hoe God Zijn volk in de kerk vergadert. Dit laatste dus meer op de kerk gericht.

Niemand denke dat een ieder wel Zondagsschool kan houden, want ook dit werk stelt zekere eisen en het is goed dat men naar de beste onderwijsmethoden streeft.

U begrijpt dat zich ook vroeger kostelijke dingen voordeden. Uit liefde gaf menigeen zich om de jeugd uit Gods Woord te leren. Soms wel wat al te dogmatisch, maar dat werd dan nog wel uitgeklaard. Zo vertelde mij een godvrezende oude vrouw, dat zij als zeer jong kind in Utrecht op een Zondagsschool kwam, bij een oude man, met lange witte baard. Het moet geweest zijn, omstreeks 1864. Hij vroeg aan die jonge kinderen wat het geloof was. Een wel zware vraag. Zij wisten het niet. Maar het kleine meisje zeide: Het geloof is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bevrtjs der zaken die men niet ziet, (Hebr. 11 : 1). Zeer verwonderd vroeg de meester (die haar op zijn arm nam, zo jong was zij nog): waarom weten die anderen dat niet? Wel, zeide het kind, omdat de Heere dat voor de wijzen en verstandigen verborgen heeft en het alleen aan Zijn kinderen openbaart.

Het mocht dan erg dogmatisch en vroeg­wijs lijken, maar het was toch een kennis zonder welke de ziel, ook van het Zondagsschoolkuid, niet kan behouden worden. WAARNEMER.

Uitvoer van paarden

Minister Mansholt heeft naar aanleiding van vragen uit de Kamer medegedeeld, dat in het lopende handelsverdrag met Spanje voor het tijdvak 1 Juni 1950 — 1 Juni 1951 voor de export van paarden een post ia opgenomen van 2% millioen gulden.

Tot dusver zijn hierop uitgevoerd 12 paarden ter waarde van ƒ 21.000. Hoewel indertijd gedacht werd aan een levering van ongeveer 3000 paarden, zijn de verwachtiQgen omtrent realisering van deze export thans niet hoog gespannen. Weliswaar is de prijs voor de 12 geleverde paarden niet maatgevend voor de gemiddelde prijs, welke hier te lande voor de paarden moet worden betaald — het betrof hier geen gebruikspaarden — maar niettemin is het gemiddelde prijsniveau dusdanig, dat van Spaanse zijde geen belangstelling blijkt te bestaan voor aankoop van paarden in ons land.

Overigens is de omvang van de huidige paardenstapel in Nederland nog wel dermate groot, dat 2500 ä 3000 paarden naar Spanje geleverd zouden kunnen worden. Voor de paardenfokkerij zou dit een gunstige stimulans zijn. Thans kan vrijwel uitsluitend voor de binnenlandse slachting worden afgezet, terwijl levering naar het buitenland van fok- en gebruiksdieren de fokkerij direct ten goede zou komen en mogelijk perspectieven op langere termijn zou kunnen bied«».

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen