Late Lente
„Met geen van beiden, jongen. Ik ben niet getrouwd. Nooit getrouwd geweest' En zij legt hem de situatie op deze boerderij uit.
„Sorry, miss. Ik meende, dat u de boerin was." ,,Waar ligt Doekum?" Hij springt van de hak op de tak, maar Marie begrijpt hem wel. hij wil van zijn familie weten. „Met zo'n wagen" — zij wijst naar de
„Met zo'n wagen" — zij wijst naar de carrier op het erf — „niet zo ver. Wie woont daar nog van de Evertsen? Do oude mensen zijn overleden, dat weet ik. Al vrij lang". „Oom Piet woont in Doekum. Die is
„Oom Piet woont in Doekum. Die is getrouwd. Er zijn ook kinderen. Ik wil er heen. Dan is er nog een tante Kee. Ook getrouwd. Een oom Freek en tante Aaltje."
„Je bent goed op de hoogte, jongen." „Ja, ik heb alle namen in een boekje. Tot vóór de oorlog werd er geregeld geschreven. Ook met de familie in Zwolle."
„Weet je, dat Opa Stelmaker overleden is? Neen, zeker?"
„Neen, miss. Dat zal vader ook niet weten. Wanneer"
„Dat weet ik niet precies. Een paar jaar, denk ik. 'k Heb een advertentie in een courant gelezen." „Hebt u hem gekend, miss?"
,,Ja, heel goed, ik..." Het verdere van de zin slikt Marie in. Bijna had zij gezegd: ,,Ik ben er met je vader wel geweest." Maar dit niet, neen, dit niet. Bizonderheden zal zij de zoon van Jan niet vertellen. „Hebt u moeder ook gekend?" „Ja, maar niet zo goed als je vader." ,,Hoe kent u vader?" „We woonden niet heel ver van el
kaar af. Hij was bij Konijnenbelt..." „Ja, dat weet ik. Arend Konijnenbelt. Die is al lang dood. Maar ilf wil naar die farm. Vader heeft er veel van verteld. Moeder was daar ook. Zo heeft vader haar leren kennen." De jongen vertelt onopgesmukt. Ma
De jongen vertelt onopgesmukt. Marie concludeert: Jan heeft met zijn kinderen veel over Holland en de familie gesproken; de jongen is goed op de hoogte. En... van häär weet hij niets. Dat moet ook niet. Het verleden is dood.
De twee gebroeders komen terug. De avond is geheel gqvallen. Voor de bewoners gaat bedtijd aanbreken. Er moet alleen nog karnemelkse pap gegeten worden. Of John ook meedoet? Hä doet mee. Thuis eten ze dat ook wel eens. Maar niet vaak. De gewoon ten zijn daar zo anders dan hier.
Marie brengt hem tot aan de carrier, die daar verlaten staat. Hij ontsteekt de koplampen.
„Je kunt hier gerust komen, hoor. Al was het elke avond. In Oesburg heb je ook niet veel." „Als het mag, graag, miss. Ik moet u
„Als het mag, graag, miss. Ik moet u nog veel vragen. Maar, miss, ik weet uw naam nog niet eens." „Marie Saalmink", zegt zij.
„Marie Saalmink", herhaalt hij, zich ivoomemend, die naam straks in zijn boekje te schrijven. ^Welterusten, miss." „Welterusten... eh... Jan. Tot ziens." „Oké."
De wagen glipt weg en is in een zicht verdwenen.
„Wat zijn zulke jongens toch onbezonnen," denkt Marie.
Zij vergeet, dat „zulke jongens" met hetzelfde gemak achter het stuurrad zitten, als zij een boterham eet.
Er is een tyd geweest, dat zij in bed lag te schreien. Dat was toen met Jan, toen moeder..., neen, zij had ook schuld. Nu ligt zij niet te huilen. Maar de slaap komt niet. En dat is ook om Jan Stelmaker. In de zoon heeft zij de vader hervonden. En al Het gebeuren van toen dringt onweerstaanbaar op haar aan. Hoe is het mogelijk, dat dät nog eens terug zou keren, na zoveel, zoveel jaren En tóch — toch moet het verleden
En tóch — toch moet het verleden dood zijn. Hier heeft zij nu haar taak gevonden, naar zij meent: de huishoudelijke leiding op deze boerderij; de verzorging van deze twee mannen, die — zij weet het wel — in de oorzaak „sullen" genoemd worden, maar die toch zeer in de achting gestegen zijn sinds min of meer bekend werd, dat „Ysselzicht" een broeinest van de illegaliteit was. Dät had men achter de Haverdinks nu nooit gezocht.
Zeker, het verleden is dood. Zij heeft hier haar taak, ook in de verzorging van de altijd stijf op bed liggende zuster der Haverdinks. Het verleden is dood.
En — het springt op haar aan! Zij kan er de slaap niet van te pakken krijgen
Zij hoort de zoon van Jan nog praten. En — het is Jan!
Hoofdstuk XXI
Aan strenge winters is men in Canada gewend. Maar deze is dan toch wel heel streng geweest! Bind Maart vroor het nog als was het Januari. En de sneeuw lag meters hoog. In zulk een situatie is de farm ,,Zwol
In zulk een situatie is de farm ,,Zwolle" wel erg geïsoleerd. Enkele Zondagen, toen de sneeuw over de prairie en velden joeg, konden de Stelmakers niet eens naar de kerk in Granum. Maar Aprilmaand heeft verandering gegeven. Een sterke dooi is ingetreden, die sneeuw en ijs vlug deed smelten. Waarbij dan nog hevige regen kwam. De wegen zijn weer berijdbaar en Charles gaat reeds weer een maand lang, dag in dag uit, naar de school in Granum.
Aan de kant van de grote weg staat de kleine carr, achter het stuur daarvan Alice. Zij blijft er rustig in zitten, want het regent pijpestelen. Haar oog is gericht op de verte, in de richting van Granum.
van Granum. „Daar is 't ie", zegt zij hardop. Al enkele malen heeft zij op haar horloge gekeken: de bus is laat vanmiddag. Maar in de verte doemt het grote gevaarte op. Zij draait de carr en zet die in de richting van de farm. De bus stopt een moment om Charles uit te laten, die ijlings op de carr toeloopt en, als Alice de deur geopend heeft, naast haar neerploft. „Hondeweer, hé, Charles?"
„En óf. Geef mij dan maar vorst en sneeuw."
„Ja, ja, en dan zó, dat je niet naar school kunt", lacht Alice, die gas heeft gegeven. „'k Heb een dikke brief van John in
„'k Heb een dikke brief van John in mijn tas," vertelt Charles, die schier dagelijks de box ledigt. „O, leuk. Misschien staat er veel van
„O, leuk. Misschien staat er veel van Holland in," Het briefje, waarin hij meldde in de
Het briefje, waarin hij meldde in de Gelders» Achterhoek te zijn, is verie den week gearriveerd. John heeft v.el geUjk gehad: vader Stelmaker was \M niet jaloers op hem, maar hij benijdde hem wel. Niet alleen in Holland, maai nota bene in de Achterhoek, waar zoveel voetstappen van hem lagen! Maa' wacht maar, zo gauw de oorlog vooibii is en de mogelijkheden zijn er, gaat liij naar Holland. Het kost we! een handvol geld, maar dit moet er dan raaai eens af. De meisjes rekenen er stellig op, dat vader, zodra John terug is, vooi enkele maanden op reis gaat. Zij gunnen hem dit zo van harte, al zouden ze graag mee willen naar Holland. Maa' dat gaat nu eenmaal niet. Bertha is bezig de tafel te verzorgen
Bertha is bezig de tafel te verzorgen De oorlog heeft ook häär plannen in de war gestuurd. Ware de krijg niet uitgebroken, dan was zij' reeds getrouwd met John Konijnenbelt, in de buurt van Edmonto. Maar natuurlijk moest die ook militair worden. Alleen — hij werd afgekeurd voor de dienst in Europa, iiiaai moest even goed in Canada dienst doen bij het thuisfront. Slechts schaarse veilofdagen brengen de twee gelieven nvi elkaar door. „Een dikke brief van John", kondigt
„Een dikke brief van John", kondigt Charles aan, het epistel op tafel wcipend.
„Waarschuw vader'", beveelt Bertlia „Dat is natuurlijk een schep vol nieuw? uit Holland." (Wordt vervolgd.)
arbij de kleinigheden toch niet moverwaarlozen.
v/ie nog maar enigszins zou willen .vvijfelen aan de grote betekenis van de ileine fouten in eigen persoonlijk voorbeeld, moet zich het beeld (voor ogen halen' van een prachtig mals weiland. Dp een dag wandelt iemand daar over. Dat hindert niets. Maar niet zodra lopen dagelijks enige mensen over hetzelffle stuk weiland in elkanders voetsporen bf er vormt zich één pad. Het één maal blatgetreden gras richt zich snel weer fcp. Dat gebeurt zelfs nog wel na een baar maal. Doch het gras dat dagelijks Vordt vertrapt sterft onherroepelijk. j Däär Ugt het grote gevaar van de lleur in ons gezin! De kleine foutjes »an lederen dag van vader of moeder If van beiden, zijn oorzaak dat straks let aantal „grote" opvoedingsproblemen Eelangrijk is vermeerderd en bijna niet neer tot oplossing te brengen.
* * * Waar ligt het zwakke punt in ons [en persoonlijke voorbeeld?
4 Waarmede verstoren wü de sfeer van »ieugde en zonneschijn, van openhartig heid en ongedwongenheid in iegen huis? Is het maar een kleinigheid? Laten Ij niet vergeten daar nog heden ver ™idering in aan te brengen. Ons kind is zéér ontvankelijk, zowel voor het verleerde als voor het goede, aldus het lad „Moeder".
4 (Buitenshuis zijn er al genoeg verkeer [è invloeden.
Laat ons kind tenminste thuis een „veilige" haven |vinden.
Centrale Veiling Middelhamis
tJlenveilIng van 23 Jan. 1951 Grove en gewone ƒ 5.47—5.52; Driegen ƒ 5.29—5.97; Picklers ƒ 15.39; ivoer 173.000 kg. O
ii- HOOG WATER OP DE KUN Je Westduitse dienst voor de binnen- ^peepvaart heeft medegedeeld, dat de scheepvaart op de Rijn zou moeten worden stopgezet wanneer de rivier bleef stijgen zoals dit in de afgelopen dagen tengevolge van da zware regens het geval 1.S geweest. De scheepvaart op de Neckar, die in Rün uitmondt, is reeds stopgezet.
Paardekrachten voor de boer
OUidleerlIngen van het lager landbouwbnderw\js zagen een fraaie film
Donderdagavond hebben de oudleerlingen van de lagere landbouwschool te Sommelsdijk kunnen genieten van enige fraaie films, die in Hotel Spee vertoond werden door de Shell Nederland N.V. Uiteraard was de hoofdfilm geheel aan de landbouw gewijd en de naam duidde daar ook al op: paardekrachten voor de boer. De maker van deze film Ir Coolman is met zijn camera het gehele land doorgetrokken en heeft overal allerlei opgenomen, dat betrekking heeft op de naoorlogse mechanisatie. Toch was het geen mechanisatiefilm, zoals we die er al verschillende hebben zien vertonen. Over merken en fabrikaten, over de allernieuwste snufjes werd niet gesproken — het was een geluidsfilm, waarin een radioomroeper een uiteraard keurig gesproken toelichting gaf — maar het bijzondere in machine of bewerking naar voren gebracht en vandaar, dat we op deze film ook een machine gezien hebben, die een kwieke jonge boer rond een jeep bouwde en waarmede hij prachtige resultaten behaalde, omdat die machine geheel op een zeker soort werk was ingesteld. Deze dingen gaven aan de film ,,paardekrachten voor de boer" een heel bijzonder cachet en maakten het zien en horen zeer interessant. Bovendien waren de opnamen keurig. De cineast is landbouwkundige — dat bleek uit alles en ook uit zijn praatjes vooraf — maar heeft bovendien een fotografisch oog, hetgeen van eminent belang is voor een filmer. De montage was ook zeer goed — er zit voldoende vaart in de film — zodat het een met het ander een avond vulde, waarin van veel boeiends te genieten viel. Ook de inzet van de voorstelling was
Ook de inzet van de voorstelling was interessant. Men begon met een „oliefilmpje", uitbeeldende hoe aardolie gewonnen werd. Dat was niet minder goed en de boerenzoons hebben het met grote aandacht gevolgd. Alles bijeen een aivond van de Shell, waarvoor wij niets daji lof kunnen neerschrijven. De belangstelling — wat het aantal kijkers betrof — had beter kunnen zijn. De films verdienen zeker om in groter kring bekend te worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 januari 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 januari 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's