Spaarzin en spaarzaamheid
Bij de huidige kabinetscrisis is meer dan te voren aan de dag getreden, dat het economisch en f inantieël in ons land vast gaat lopen. Formeel ia de crisis ontstaan door de kwestie van de souvereiniteitsoverdracht van Nieuw-Guinea, maar het is vrel duidelijk gebleken, dat er veel meer meningsverschil bestaat dan over dat éne punt. Men kan niet meer voort. Het is of men zich wil ontdoen van de verantwoordelijkheid van de achterliggende periode.
De averechtse Indië-politiek van een beginselloos regeerbeleid begint haar vruchten te dragen. De strijdmacht wel ke naar Indië werd gezonden heeft milliarden verslonden. Het heeft onze economische kracht verlamd, zonder ook maar enige baat af te werpen. Nu het eis des tijds is om onze bijdrage te leveren in de weermacht van West-Europa, hebben wij ons kruit verschoten. Wtj kunnen er ons nu alleen nog mee troosten, dat als we een weermacht opbouwen, wij'de best geoefende troepen van Euro pa zullen hebben door de ervaring van onze soldaten in Indië. Maar onze economische kracht is verteerd. Onze handelsbalans is negatief. We moeten meer invoeren dan we uit kunnen voeren. De productie in landbouw en industrie schiet tekort. De belastingdruk remt de ontwikkeling. Wat zal ons baten het hebben van een breed uitgebouwde sociale wetgeving met allerlei voorzieningen voor de toekomst? Kan de verwachting hierdoor verwekt, worden gehonoreerd uit een ledige economische beurs? De staatsuitgaven zijn tot een ongekende hoogte gestegen, niet alleen door de eisen van een goede weermacht (die nog opgebouwd moet worden) maar ook door een ver doorgevoerde staatsbemoei ïng, waarvan men wonderen verwacht. Maar de hoge belastingdruk wordt er voorlopig alleen maar van gevoeld. De uitgaven blijven aainmerkelijk hoog boven de inkomsten, zodat tussen beiden geen evenwicht ontstaat. Om het tekort in te halen zullen wij meer moeten voort brengen dan verbruiken. We moeten dus soberder gaan leven en ons allerlei dingen ontzeggen. Maar, daar is ons volk niet in opgevoed. Brede kringen des volks zijn gepaaid met het vooruitzicht op steeds groter weelde. En als nu aan het volk de waarheid moet worden gezegd, dafi komt men in opstand. Er is gepredikt, dat er genoeg is; we moeten het maar beden, waar het te halen is Zuinigheid dient slechts om de zak der rpen te spekken. Maar het is een harde economische waarheid dat, waar niet geproduceerd wordt, ook niet kan geconsumeerd worden.
Het voorbeeld van de Overheid heeft allerminst opvoedend gewerkt. Met 's ands geldmiddelen is al te gemakkelijk omgesprongen. Hoe lamger hoe meer ' eeft men datgene, wat op het gebied an het maatschappelijke leven thuis oorde, binnen de sfeer van de werkaamheid van de overheidsbemoeienis etrokken. Het particuliere initiatief reeg dikvrijls geen kans. Het was geelde economie wat de klok sloeg. Maar 'e uitkomsten blijven beneden de verachting< Als de arbeider een beloniing ontvsmgt
Als de arbeider een beloniing ontvsmgt oor zijn arbeid, welke gel^kwaardig is an hetgeen hij produceert, en hij deze inkomsten geheel opteert, dan blijft er iets over waarmee het tekort kan wor en ingehaald. Wordt daarentegen niet lies opgemaakt, maar een gedeelte gepaard, dan komt dat aan het geheel en goede en bovendien krijgt men peroonlijk enig bezit, dat in tijd van per- "Ohlgke nood aangesproken kan worden aar, voor dit laatste heeft men veel iever een of andere verzekering of soiale voorziening bij de hand. Dat weet en in overheidskringen zeer goed. De "gering is er de laatste jaren op uit, om de spaarzin aan te kweken. Dat is goed. Maar, deze spaarzin wordt allerminst bevorderd door de belofte van allerlei voorzieningen van overheidswege. Dat wordt gauw aangevoeld. Als er een ouderdomsvoorziening in het leven geroepen wordt, welke in de bestaande nood van vele ouden van dagen voorziet dan komt deze ten goede, van hen die niet hebben künmen sparen, maar ook aan hen die niet hebben willen sparen. En dat voelen degenen, die wél gespaard en sober geleefd hebben, als een onbillijkheid. Economisch bestaat er dus oodzaak om niet al het geproduceerde e consumeren. Als men over het algeeen spaarzaam was in het verbruik n er voldoende spaarzin was bij het olk, dan kwam dat vaaizelf in orde. ntbreekt deze spaarzin, dan moet door e overheid een gedeelte van de inkoens door belastingen (directe of indicte) worden weggenomen. Doet men at niet, dan stijgen vanzelf de prijzen mdat de vraag groter wordt dan de pro uctie. Men kan natuurlijk van het benjfsleven de inkomsten „wegbelasten" et het gevolg, dat óf de lonen ver- "1 moeten worden óf de middelen aa.n ontbreken om de bedrijven uit te reiden of in stand te houden. De overeid heeft intussen geen roeping om te aren. Wel echter om spaarzaam te gn. Want als deze belastingen onnut esteed worden wordt de economie van et land gedrukt en zijn we nog even er. Er is dus alle reden om er voor te leiten, dat de overheid spaarzaamheid etracht. Daardoor zal niet alleen het welzijn van ons land rechtstreeks worofn gediend. Maar ook de spaarzin onder ons volk zal worden aangekweekt, mede doordat het vertrouwen in onze overheid wordt bevorderd en men niet lanser vreest straks guldens te hebben ge.spaard, welke geen waarde meer heb- Gepleit moet worden dat het volk
Gepleit moet worden dat het volk ^aarzaam en zuinig leeft. De spaarzin moet op all« manieren worden aange-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's