Bouwstop

Hoofdpointen uit de rede van Minister J. in 't Veld aan de Lunch JaarbeuiB lolp i April 1951

Het tekort op de lopende rekening ordt geraamd op rond 1.5 milliard gulen, waarbij reeds uitgegaan Is van een erdere stijging van de productie. Dit tekort zal voor ongeveer de helft oeten worden gedekt door consumpe­beperking en voor de rest door beerking van investeringen.

In het regeringsprogramma is er van itgegaan, dat uit dit oogpimt het bouw rogramma een vermindering zal moeen ondergaan van rond 300 millioen ulden, waarbij echter de woningbouw oveel mogelijk zal worden ontzien. Tot deze vermindering zullen vrijwel lle sectoren moeten bijdragen, niet het minst de sector openbare werken. Nauwkeurige bedragen kan ik nog iet geven. Het herziene bouwprogramma moet nog door de Ministerraad woren behandeld.

Ook de woningbouw zal niet ongerept unnen blijven, al zal ik mijn best doen e teruggang tot het uiterste te beperen. De gevolgen van deze eventuele teuggang zullen zich intussen niet voor 1952 doen gevoelen, gezien het grote antal woningen, dat nog in uitvoering s.

De bouwstop (of liever: goedkeuringstop) staat los van de noodzaak om de nvesteringen te beperken. Een aantal an meer dan 53.000 woningen tegelijk n uitvoering is te hoog.

n uitvoering is te hoog. Hoelang de „stop" precies zal duren, s nog niet te voorspellen. CDit kan ik wel zeggen, dat de kraan niet weer in eens geheel zal open gaan. Overlegd zal worden gepleegd over een systeem', dat mij in staat zal stellen de zaak in de hand te houden.

Ook de vrije sector zal weer worden opengesteld, met dien verstande dat woningen met een inhoud van meer dan 500 m3 voorlopig niet gebouwd zullen mogen worden.

VABIA De goede 'wuide t^ Toen mijn vader een halve eeuw geleden predikant in de veenstreek van Groningen was, ging hij elke week in de courant na, wie van zijn gemeenteleden een veroordeling van de Kantonrechter hadden gekregen wegens dronkenschap, stropen of smokkelen. Hij bracht hun een bezoek om hen daarover te onderhouden. Het hielp niet veel. Als mijn vader er echter één vergat, maakte dat wel diepe indruk. De dominee vindt mij zeker al te slecht. (Ds D. J. V(ossers) in het „Leids Herv. Kerkblad").

Een vrouw is duizend mannen te erg Aan het eind van zijn inaugurele rede in Lelden zei prof. Jansma: „Naar mij gedurende mijn studietijd te Leeds werd verteld, begon êen van elders gekomen hoogleraar aan de Universiteit te Jeruzalem zijn collies aldus: Mijn houding tegenover de Hebreeuwse taal is als die tegenover mijn vrouw; ik tracht haar te begrijpen, ik bewonder haar, ik houd van haar, maar ik kan haar niet baas." (Bvang. Luth. weekbl.)

leerjaar, zijn de leerlingen van de eerste klasse nog wel leerplichtig en daarmee is bg de aangifte voor deze klas een nieuwe factor in het spel gekomen. In de eerste klas hebben de jongens drie dagen school. Maandag, Donderdag en Zaterdag en Ze moeten de andere dagen op het bedrijf van him vader of van hun werkgever de practijk van de landbouw leren. Deze regeling is natuurlijk alleen getroffen voor die jongens, wier bedoeling het is onze school minstens vier jaar te bezoeken en als het kan gediplo» meerd te verlaten. Het heeft nimmer in de bedoeling gelegen, daarmee de gele» genheid te openen, dat sommige ouders hun jongen één jaar naar de Landbouwschool sturen om daar het achtste leerjaar „uit te zitten." Verleden jaar hebben we de ouders er op gewezen, dat wij verwachten, dat hun zoon wil trachten het diploma onzer school te behalen. We waren dan ook van idee, in de tot de school toegelaten jongens een stel trouwe knapen te hebben. Doch we hebben l)uiten de waard gerekend. Eén der leerlingen werd door de vader nog al eens thuis gehouden wegens drukke werkzaamheden en nu de leerplicht voor deze jongen met 1 April geëindigd is, verschijnt hij helemaal niet meer. Bij een telefoongesprek verklaarde de vader, dat dit altijd zijn bedoeling is geweest, dus met andere woorden, hij heeft ons willens en wetens bedrogen. Zijn zoon was een prettige leerling, die bij regelmatig schoolbezoek zeker een goed figuur in de klas had gemaakt, doch die nu, wetend dat hij na een jaar toch de school zou verlaten, zich met minder animo aan zijn werk gaf. De vader heeft reeds bij de aangifte de bedoeling gehad de leerplichtwet te ontduiken en van zijn zoon drie dagen per week te profiteren plus de dagen, dat hij zijn zoon ongeoorloofd thuis hield. We willen deze handelwijze niet verder kwalificeren, doch laten dit gaarne aan de lezers over. Alleen zouden we het zeer op prfls stellen, als de vaders van onze nieuwe leerlingen voor onze beslissing tot toelating van hun zoon bereid zijn schriftelijk te verklaren, het vaste voornemen te hebben hun zoon op school te laten tot hg de gehele vierjarige cursus heeft afgelopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen