Uitt het Kijkvenster
De machinale mons — Snelheid en haast — Ontvhicliteu van zichzelf — Rust noodzakelük.
Kort geleden heb ik een boek gelezen Raoul Stephan, een Fransman, dat prijs verwierf op de Académie ancaise.*) De titel is: „Het Westen . de Dwaalweg", het is slechts 100 fina's groot en met veel overtuiging schreven. Stephan is volgens de ver Ier een overtuigd Christen en meer zijn werken hebben een geestdriftiontvangst gevonden in de protestantwereld. Wat ons opviel bij het lezen ijit werkje is, dat de schrijver menn van geheel verschillende geestelijke tructuur weet te doorschouwen en dat sm gaandeweg duidelijk is geworden, aarin de grote nood van onze tijd betaal. Hä zegt daarbij rake dingen, die „ overweging waard zijn en waarom j jr in ons venster iets van willen halen. Meesterlijk geeft hij een anavan de verwording der moderne ësterse cultuur. In het hoofdstuk „Het k der machine" beschrijft hij hoe de endaagse mens van zgn kinderjaren wordt misvormd. Wg laten hem hier het woord.
„Let eens op de deemiswaardige taat van de jonge mens, die al vroeg ordt ingeschakeld in het apparaat van e examens. Hoe zal het met hem geeld zijn, als hij door noeste arbeid alle demissen genomen heeft en is aanekomen in het land van de broodwing? Ik neem aan dat hij naar eigen aak dit land gekozen heeft, dat hij eping heeft voor zijn vak. Toch zal hij enoodzaakt zijn de ketenen er van te vaarden en zich te onderwerpen aan t milieu. Men ziet hoezeer de ontwikvan de Westelijke wereld ingaat egen de ordening Gods. Ik ontdek drie «ezpnlijke fouten:
De onderwerping aan de machine. e homofaber (de werkende mens) reeft er naar de homo sapiens (de enkende mens) te overheersen en de omo orans (de biddende mens) dood te kken. Sedert de 16e eeuw hebben de enselijke uitvindingen elkaar in steeds eller tempo opgevolgd, maar terwijl e machine de mens had behoren te berijden door zijn werkuren te verminden, heeft zij hem steeds meer dienster gemaakt."
Steeds meer mensen moeten een auto gt de schrijver, men kan niet leven nder telefoon, centrale verwarming, dkamer, radio, stofzuiger, frigidaire nz. en om zich deze noodzakelijke dinte verschaffen moet de „beschaafe" mens werken voor twee of zgn meemens tot het uiterste exploiteren. Zo ntstaat een viceuze cirkel, waarvan de acliine de voornaamste oorzaak is. De ens — zo zegt hij — is bezig zich te aten verslinden door het monsterachig stuk speelgoed, dat zijn hersenen ebben uitgedacht en zijn handen heben vervaardigd. Dan becijfert hij, dat et niet alles winst is, dat de machine rbeidsbesparing geeft. Werkloosheid eemt toe. In het ene land verbrandt en koren en koffie, terwijl in het anere hongersnood heerst. Ten tweede beziet hg de voortdurende
Ten tweede beziet hg de voortdurende tg voor het stoffelijke. Er zijn tyranieke behoeften geschapen door het moeme leven, die een eindeloze stijging Ml het levenspeil bevorderen. Vroeg p, laat naar bed, geestdodende arbeid, nder een minuut vrij te hebben, waarmen tot zichzelf kan komen om zijn are levensbestemming te vinden. De etn van de stilte wordt in het radererk van de tijd niet meer gehoord, zelfs rwijl men zich scheert moet de radio oor afleiding er bij. De moderne mens ntvlucht zichzelf en dat is zijn onder «ng.
Dan: de snelheid. De mechanisering eeft de spreuk gebracht: „Tijd is geld" de tijd niet in de eerste plaats evende duur was, waarvan de waarde eestelijk te verstaan is.
De Westerse mens heeft geld nodig w te kunnen voldoen aan zijn behoef "n. Htj moet zich dus haasten. De dag »n de Westerse mens is één jacht. De etro of auto om naar de fabriek, werk »ats of kantoor te snellen. De telefoon '« de zaken met spoed af te doen. Con "ties, maaltijden, verplichtingen tever gezin of vrienden, slapen, al ~ WW, gauw!
''"' schrijver is van mening dat deze Uitgave T. Wever, Praneker. haast in het leven of liever in de plaats kcmt, een geweldige misvorming tengevolge moet hebben. Hij geeft dan een beeld van de hoffelijkheid, vriendelijkheid en rust die in vorige eeuw aan de dag werd gelegd. Wat zijn de dingen veranderd! De mensen lopen tegen u op, trappen U op de voeten en zouden U bijna verwijten, dat U juist däär was, toen zij er ook waren. Zij kijken U vijandig aan, alsof U een deel van hun „Lebensraum" in beslag nam.
Als we haast hebben, doen we dan niet net zo? Voegen we hen die U ophoudt niet iets lelijks toe? Haast maakt koortsachtig, nerveus, nijdig. Let eens op de chauffeurs die een grove verwensing toeroepen aan de wandelaar, die zij bijna hebben overreden. Het enige gevoel dat hen bezielt is de angst één minuut te verliezen, de gedachte die hen bezig houdt is, dat een ongeval vertraging zou hebben gebracht: tussenkomst van de politie, gepraat, een procesverbaal. Het lijden van het slachtoffer, dat is minder. De mens, die intreedt in deze dolle dans van het moderne leven, gooit zijn deuren luidruchtig dicht zonder aan zijn buurman te denken, draaft over de hindernissen heen met een trots, waarbij die van een consul uit het oude Rome niets is, want hij wordt voorafgegaan een veel geduchter macht aan roeden en bijlen, nl. de snelheid. Op zij, lanterfanters, houdt het trottoir en steekt voorzichtig de rijweg over tussen de spökers: daar komt de maohinemens!"
Deze dingen zgn waar. Wij zijn allen min of meer in dit koortsachtige gedoe van dezen modernen tijd gevangen. Komen we nog eens tot ons zelf? Zijn we zó geketend aan de slavernij van de machine, de snelheid, het intellect of het vermaak, dat we blijven doorhollen? „Tot zichzelf gekomen zijnde", staat er van de verloren zoon. Dat zal moeten worden gekend. Stilstand, rust, voor de onrust, die er
Stilstand, rust, voor de onrust, die er in ons hart heerst. Uit en van ons zelf zien we dat nooit. De schellen van onze ogen zullen daartoe moeten opgelicht. Dan zullen we het Augustinus nazeggen: ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in God. WAARNEMER.
Gemeenteraden herdenken eeuwfeest van de gemeentewet
Op 5 Juli 1951 zal het 100 jaar geleden zijn dat de Gemeentewet werd afgekondigd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft de gedachte opgevat op die dag alle gemeenteraden in Nederland in openbare zitting te doen bijeenkomen, tot het aanhoren van een via de radio uitgesproken rede van de Minister van Binnenlandse Zaken, Mr J. H. van Maarseveen, en het antwoord daarop van de voorzitter van de Vereniging, de Burgemeester van Rotterdam, Mr P. J. Oud. De Stichting „Het Vierde Prinsen
De Stichting „Het Vierde Prinsenkind" heeft zich tot de burgemeesters gewend, met het verzoek de raadsleden te vragen hun presentiegeld voor deze herdenkingsbijeenkomst ter beschikking van de Stichting te stellen.
De meikersen zijn in aantocht
TIEL. — Tegen het einde van de week wordt op de veiling Septer te Tiel een toenemende aanvoer van Meikersen verwacht. Volgende week denkt men de hoofdaanvoer te krijgen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juni 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's