Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roemen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roemen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En roemen in de hope der heerlijkheid Gods. (Rom. 5 : 2b.)

Het volk, dat genade kent, leert roemen in de hope der heerlijkheid Gods; d.w.z. in de hope op de volkomen openbaring van die heerlijkheid, die eenmaal zal zijn als de Heere komt op de wolken des hemels om gericht te houden over doden en levenden. In de Heidelbergse Catechismus wordt dat volk sprekende voorgesteld: dat ik met opgerichten hoofde als een Rechter uit de hemel verwacht, even Dezelfde, die Zich te voren om Mijnentwil voor Gods gericht gesteld en al de vloek van mij weggenomen heeft. Wij zullen het toestemmen: dat is zeer sterk uitgedrukt; „met opgerichten hoofde" te denken aan het uur, dat de eeuwige, alwetende Rechter zal verschijnen; zonder enige verschrikking, zonder enige angst het zich voor te stellen, dat men voor Hem zal gesteld worden, ja dat te doen met een vaststaande blijdschap; zelfs te roemen in de hope cp die verschijning!

En toch is het niet te sterk uitgedixikt. Het volk des Heeren mag zo spreken; het mag dit doen op een volkomen vasten grond. Het heeft daaroij het oog op de Heere Jezus in tweeërlei gezicht. Vooreerst richt het de blik des geioofs op het verleden. Het aanschouwt Hem in Zijn omwandeling op aarde, gebukt en gebogen onder de schuld der zonce van Zijn volk.

Het ziet Hem worstelen onder de vloek, die op dat volk had moeten komen Het ziet Hem lijden al de straf, die rechtvaardig het deel had moeten worden var al de Zijnen. Het hoort de uitroep cp Golgotha: ,,Het is volbracht" en aanf^chcuwt door het geloof de Heere Je/vs, zoals hij wordt opgewekt uit de doden, en dus is gerechtvaardigd in de Geest; en door het dierbaar geloof, 'dat hen door de Heere is geschonken, en door 's Heeren Geest werkzaam is, mag dat volk die Christus met al Zijn verdiensten omhelzen en het weten: Zijn lijden, is mijn lijden; dus ook Zijn overwinning is mijn overwinning! Dat volk, dat antwoordt op vraag 52 van de Catechismus, denkt terug aan wat het geantwoord heeft op de eerste vraag: Dit is mijn enige troost, beide in leven en in sterven, dat ik niet mijns, maar mijns getrouwe Zaligmakers, Jezus Christus, eigen ben. Het doorleeft nog eens bij vernieuwing de ure, toen het in de consciëntie voor de vierschaar Gods gedaagd', al zijn zonden en zondige aard zich zag voorgesteld en het niet anders verwachten kon dan een veroordelend vonnis; toen de Heere Jezus als Middelaar voor hem intrad en hem bekleedde met het kleed Zijner gerechtigheid en omhing met de mantel Zrjner heiligheid; toen die eeuwige Jehova die verdienste van Christus hem toerekende en om de wille daarvan de schuld der zonde kwijtschold, de straf der zonde ophief en het recht gaf op een eeuwig leven in Zijn volzalige gunst. En waar dat volk zó een oog mag slaan in het verleden, daar mag het zeggen, dat de Heere Jezus te voren om hunnentwil voor Gods gericht gesteld en al de vloek van hen weggenomen heeft. En immers, dan is het geen wonder dat zij met opgerichten hoofde mogen denken aan Zijn toekomst. Want zij zijn ten volle zeker van Zijn onwankelbare trouw. Daarom mogen zij het omhelzen met heel hun hart: Diezelfde Heere, die voor hen verzoening verwierf, die voor hen verzoening eiste, om wiens wille zij vergeving ontvingen, zal hen met hetzelfde oog van liefde aanzien als zij in het gericht voor Hem verschijnen, als waarmede Hij hen altijd heeft gadegeslagen. Diezelfde geloofsgemeenschap, die zij gedurig ' met Hem mochten oefenen in dit leven, zal dan ook door hen worden gesmaakt. Uit kracht van de geloofsvereniging met Hem zal die eenheid juist dan ten volle uitkomen en door Hem heerlijk worden geopenbaard; en zó zeker als Hij is de nooit wankelende Rotssteen van hun heil, zal Hij hen toespreken: Komt, gij gezegende Mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat U bereid is van de grondlegging der wereld!

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Roemen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's