Holsbergers
Toen hij thuis kwam en verslag deed aan allen van zijn bezoek aan de advocaat, was hij nog even ver. Immers op een vraag van Tine antwoordde hij: Ik weet het nog niet. En vanavond moet ik die Jood antwoorden. Mieke keek Berencl aan. Hij knikte.
Mieke keek Berencl aan. Hij knikte. We hebben er met elkaar over gepraat, Mieke en ik, zei Berend. En we zijn het geheel met elkaar eens. Ik zal U die vijfduizend gulden geven. Dan doe ik twee dingen tegelijk. Ik toon U mijn dankbaarheid voor wat U al die jaren voor mij geweest bent en ik bewijs Aldert, die mij toen niet vervolgd wilde hebben, een wederdienst. Het geld heb ik. We zouden het gebruiken, om de zaak te moderniseren, zoals U weet. Maar dat kan nog wel even wachten. Ik houd ook nog geld over en we verdienen genoeg, als God wil. Ik aanvaard het niet, zei Harm. Dat
verdient Aldert niet. En dankbaarheid heb je al genoeg betoond. Het komt ook niet overeen met mijn plannen. Ik wil het, zoals ik het heb gezegd. Maar vader, waagde Mieke op te mer
ken, we kunnen het niet altijd krijgen, zoals wij willen. Een ander bepaalt^ hoe het zijn zal; mensen niet. Berend deed ook nog een duit in het
Berend deed ook nog een duit in het zakje. En tenslotte was Tine in een vóór het voorstel. Zij vond het nog zo slecht niet. Op die wijze had Aldert ook nog een deel van het geld, dat hem toekwam, al had hij het niet op een fraaie manier gekregen
Tenslotte zwichtte Harm, zij het node. De doorslag gaf het feit dat hij op die wijze Aldert uit; de gevangenis hield en de naam Janse niet weer in opspraak kwam. Het zou toch wat zijn, als in het dorp bekend werd (en natuurlijk kwam men op de hoogte) dat hij zijn zoon had aangeklaagd. Er zouden er vast zijn die hem een ontaarde vader vonden, hoewel men volstrekt niet met Aldett sympathiseerde.
Dus berichtte hij die avond aan de geldschieter in Amsterdam, dat het gehele bedrag over enkele dagen zou worden overgemaakt. Hij zou het persoonlijk brengen en kwitantie in ontvangst nemen. En naar Aldert ging het volgende briefje:
Aldert. We zijn hier op de hoogte gekomen van het verschrikkelijke, dat je enkele malen hebt gedaan, namelijk de handtekening van je vader plaatsen bij die Jood in Amsterdam. Ik betaal het bedrag niet. Dat je niet wordt aangeklaagd wegens vervalsen van je vaders handtekening, heb je te danken aan Berend, die het geld geeft, omdat jij hem toen niet hebt aangeklaagd. En ook om je moeder en mij dankbaarheid te tonen voor zijn verzorging al die jaren. Die dankbaarheid was niet nodig. Die heeft hij al lang getoond. Beter dan mijn eigen zoon. Je behoeft een dergelijke mgemene streek niet weer uit te halen, want dan kom je m de gevangenis. Wees gewaarschuwd. Je Vader.
De mens wikt, God beschikt Aan de noordkant van Holsberg stond een aardige, met grote woning te koop. Harm hoorde er van, sprak er met Tineover en enkele dagen later was hij de eigenaar geworden.
Dat was ongeveer een maand vóór de streek van Aldert uitkwam.
Het huis, dat leeg stond, was in die tijd gemeubeld, voor zover dat fton. Het was geheel gereed voor de ontvangst van de nieuwe bewoners. Harm en Tin» die rentenieren gingen. Op het dorp zeiden ze: Die Janse doet het maar! Enfin, hij verdient het. Hij heeft zijn heleleven hard gewerkt. Hij mag nu wel eens wat rust hebben voor hij onder da groene zoden moet.
Voor de meeste mensen van Holsbei/gwas dat het ideaal: nog een tijdje rentenieren voor je dood ging. Dan was im^ mers de pret uit?
Zo dachten nu niet alle mensen meer. De nieuwe geest werkte m Holsberg. Dat was een uitdrukking van de dominé. Niet meer dominé Semplonius. Die was dood. Lange tijd was Holsberg daarna vacant geweest. Och, het kon eigenlijjc niet veel schelen, of er een dominé vscas, of niet. Maar op een gegeven tijd was. de aanslag betaald (want het was een. financiële kwestie) en kon er taeroepea worden.
Er kwam een jonge dominé van het slag van Semplonius. Maar hij werkte harder. Hij sprak over het „Nut" hij organiseerde avondjes voor de jeugd. Hij[ bracht leven in de brouwerij.
Hij sprak smalend van de nieuwe geest, die in Holsberg gekomen was, Diqi geest werkte in het lokaal van de Evangelisatie. Het was een geest uit lang vervlogen
Het was een geest uit lang vervlogen tijden, vertelde hij dan aan zijn gehoor. De mensen van Dordrecht in het jaar 1618 spraken zo als die lui in het lokaal. Die lui waren ïiun tijd eeuwen ten achter. (Duisterlmgen. Zulke lui behoorden eigenlijk niet op het dorp.
Dominé Semplonius, hoewel een vijand van de Zaandamse Evangelisatieactie, had tenslotte berust in het gebeuren. De nieuwe dominé berustte niet. Geleidelijk aan zorgcle hij er voor, dat er vijandschap kwam. En hij vei dubbelde zijn pogingen, toen hij vernam, dat het in de bedoeling lag, er een kerk te stichten.
Hij deed het met grote ijver, een betere zaak waardig. Want hij was anders dan dominé Semplonius. die zich zelden in het dorp vertoonde en de mensen niet bezocht. De nieuwe dominé ging de huizen' binnen en ging praten niet de mensen. Hij wekte hen op, de kerk te bezoeken, in elk geval zo ru en dan. Bij brood alleen kon de mens niet leven. Hij moet ook wat hogere gedachten hebben. Hij moet er aan denken, dat er een God is, die de mens zo oneindig liefheeft. Maar hij sprak niet van zondebesef. Toen hij vernam, dat de dochter van bakker Janse, die hij nog niet had ontmoet, ging trouwen met de pleegzoon van de bakker, liep baj op zekere middag de winkel binnen, om een bezoek te brengen. Hij wenste Tiet jonge paar en de ouders geluk en tijdens het gesprek (hij was een aangenaam causeur) spiak hij er van, het huwelijk m de kerk te bevestigen. Dat was wel geen gewoonte in Holsberg, bij heel hoge uitzondering gebeurde het, maar hij wilde graag, dat het gewoonte werd. Je wilt toch over je huwelijk wel enige wijding, nietwaar? Harm gaf te kennen, dat het hem
Harm gaf te kennen, dat het hem persoonlijk niet schelen kon. Hij kwam nooit in de kerk en zijn vrouw ook met. Maar het jonge paar voelde er misschien wel voor. Dominé moest weten: die waren nogal godsdienstig.
Wel, dat vond dominé prachtig en hij wendde zich tot Berend en Mieke, die rustig zaten toe te luisteren.
Het is de bedoeling, dominé, dat ons huwelijk kerkelijk bevestigd wordt. Dat is al voor elkaar. En op het verbaasde gelaat van de predikant: Maar met in het dorp. In Zaandam.
Het raadsel was spoedig opgelost: zo, had hij te doen met mensen van het lokaal. Nu dan kon hij wel heen2;aan Zo dacht hij, maar hij zei het niet. De domme vertrok woedend, al bleef hij beleefd voor het uiterlijk.
Die verlies je als klant, zei Haim tot Berend. Pas maar op, jo! Het zou mij spijten, zei Berend, maar wij kunnen niet anders. Nu daarover werd niet getwist. Harm
Nu daarover werd niet getwist. Harm en Tine wisten wel: dat helpt toch niet; die twee weten, wat zij willen.
Het huwelijk werd burgerlijk in Holsberg voltrokken. En daarna reden de rijtuigen naar Zaandam, naar de keik Harm en Tine en Klaas van Janna en andere familieleden gingen beleefdheidshalve mee. De hele plechtigheid liet hen koud als een steen. Alleen tante Janna was onder de indruk. Zij schreide, toen er in de kerk gezongen werd door enkele mensen. Het waren er slechts enkelen: de dominé, een ouderling, een diaken, enkele nieuwsgierigen, die er van hadden gehoord, dat een paai, ju' J wereld getrokken, „overgetioiiwd z» den worden en dan de bnudstoet, m van slechts twee mensen, het bn"' paar, de psalmen konden zingen Eni!
In de kerk was ook Huisman dffcht aan de wonderlijke leidingen Gé in Holsberg. Bakker Janse liad » aanvankelijke toestemming ^ï" "^ijkj geweigerd, waar de eerste openlucnmenkomst gehouden zal woiden En nu waren daar in de keilt de ^
En nu waren daar in de keilt de ^ ter van Janse en zijn pleegzoon, o de echt verbonden te woiden. En Y was er ook, zij het dan, dat ^^i^^ g soenshalve met buiten l:on »'° j, had al meermalen een huwelijHsne ^ gmg Bijgewoond, maar nog noon zulk een dankbaar hart. „ß Het werd een kalme biui'"« " Jiii
Het werd een kalme biui'"« " Jiii beig. Helemaal niet m de g««st ^j,. Holsbergers. Vv'ant bij zulke gei«» ^j, den werden de bloemetjes biw^"J, oj Een mens mag wel eens , wat hebben' dl onleen z>J« een bruiloft mocht je net ne m Mieke en Bei end wisten dat te ,.»^
komen. Het gmg er heel oidenteï^ IJ" veel te ordentelijk naar de f" Zli sommige dorpelingen, die beno ^^^^^^,^ de kennissenkiing en datiion =^jj,cli waren. Je kon wel zien, dat o^" ti verbeelden boven de '!"'P*",'„„ }!# staan. Dat had je van die mw^ ,äi' ze moesten wel bedenken, cia het dorp hadden te leven, o (Slot voli
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 augustus 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 augustus 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's