REISBESLUIT voor ambtetnaren

In het Orgaan van de Bond van Administratief personeel bij 's Rijks belastingen, leizen we het volgende:

„Dat door de Rekenkamer bij herhaling de aandacht wordt gevestigd op gedragingen van ambtenaren, die roekeloos omspringen met gelden, die behoren te worden aangewend ten bate van het algemeen, heeft onze volle instemming. Het ia volkomen begrijpelijk, dat de reactie daarop in de pers vernietigend is, vooral in een tijd, dat wij allen gebukt gaan onder een belastingdruk, die tot dusver ongekend was. Een groot deel van het nationaal inkomen wordt door de overheid opgevorderd, zodat het des te meer van belang is, dat daarmede niet lichtvaardig wordt omgesprongen. Niet alleen, dat de ambtenaren hebben te voorkomen, dat het publiek in een geprikkelde houding tegenover hen komt te staan, maar er bestaan ook nog zo iets als plichten, welke inzonderheid voor de ambtenaren gelden. Ambtenaren kunnen zich nu eenmaal niet vergelijken met zakenlieden, ook niet dan, als zij in hoge posities zijn gesteld. Het strookt veel meer met de waardigheid van een ambtenaar, als hij weigert op gelijke voet te leven met maatschappelijke gelijkstaanden in het vrije bedrijf, dan dat hij in uiterlijke glans laat zien de vertegenwoordiger te zijn van de Staat.

Maar dat neemt niet weg, dat de Staat heeft te zorgen voor zijn ambtenaren in deze zin, dat zij tenminste hun waardighefd kunnen aanhouden. Indien men daarvan doordrongen was, dan had men zeer zekei het Reisbesluit herzien. Of het zou inoeten zijn, dat men bij voorkomende gelegenheid den volke eens zou willen laten zien, met hoe karig zakgeld de ambtenaren op reis worden gezonden. De reactie zou wel eens omgekeerd kunnen zijn. Welke werkgever zal het in zijn hoofd halen, om zijn vertegenwoordigers met zulke vergoedingen af te schepen? De vergoedingen, die in het vrije bedrijf voor reiskosten worden gegeven, hebben zich behoorlijk aangepast aan de kosten van levensonderhoud, maar de Staat heeft het gepresteerd om het Reisbesluit sedert 1 Januari 1946 ongewijzigd te laten. Of is het de bedoeling om de Staatsvertegenwoordigers te verplaatsen van restaurant naar gaarkeuken en van hotel naar logement ? De bedragen van het Reisbesluit wer

De bedragen van het Reisbesluit werden ingaande 1 Januari 1946 verhoogd, heus niet met een royaal gebaar. Trouwens, dat zijn wij niet gewend. Sedert dien leven wij nog altijd onder de macht van deze getallen. Wij, dat zijn dan de ambtenaren van de hogere rangen en daar beneden, die niets uitzonderlijks nebben, want het is moeilijk te geloven, dat zij, die het voor het zeggen hebben, zelf ook onder de dwang van die bepalingen leven. Of zij gaan weinig of niet op reis. Het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud was eind 1945 te stellen op 175 (zie maandschrift van het Bureau voor Statistiek). Intussen is men bij het B. v. S. omgeschakeld op het indexcijfer voor het gezinsverbruik en daarna tot de interum-prijsindexcijfers voor het gezinsverbruik, waardoor rechtstreekse vergelijkingen niet vergemakkelijkt zijn. Er is dus een berekening nodig om een vergelijkingscijfer te vinden, waartoe wij ons de moeite hebben getroost. Voor 15 April vSnden wij nu het indexcijfer van 267, zodat een stijging te constateren valt van 53%.

Was de gulden op 1 Januari 1946 naar voor-oorlogse waarde te stellen op 61,4 cent, thans is deze gedaald tot 40,1 cent. Bij het Departement heeft men blijkbaar nog in de veronderstelling, dat de reisgulden aan de waardedaling niet heeft meegedaan.

Toch wordt er beweerd, dat er voorstellen tot verhoging in overweging- zijn. Wie zal zeggen waar ze slingeren? De Post heeft heel wat tijd nodig om het transport tussen de Departementen te verzorgen. Wlie moeten wij anders de schuld geven? Voor één ding hopen -wij evenwel bewaard te blijven, nl. voor een wetenschappelijke beha-ndeling in een commissie."

Maak zelf yoghurt

Een deel van het gezondheidsprogramma is het beginnen van de dag met yoghurt.

Yoghurt wordt gemaakt van gewone melk, waaraan een weinig speciaal melkzuur is toegevoegd. U kunt een zgn. Yoghurtplantje kopen, maar ook van een flesje gereedgemaakte Yoghurt kunt U voor ongeveer een week de achtendportie voor Uw gezin bereiden.

Ttft doet U op de volgende wijze: 3 maatjes (of 1% liter) melk wordt zachtjes gedurende 20 minuten opgekookt. Dan zet XJ deze 10 minuten afgedekt weg. Giet ze daarna in een porceleinen kan en voeg er voorzichtig 2 dessertlepels yoghurt bij, welke U tevoren zorgvuldig met wat lauwe melk hebt vermengd. Nu giet U de melk in glazen schaal

Nu giet U de melk in glazen schaaltjes, welke U tezamen in een grote schaal plaatst. Daarop legt U een deksel en U wikkelt er een dikke wollen doek omheen. 24 uur later is de yoghurt klaar voor het gebruik.

Deze hoeveelheSd is voldoende vooj- 8—10 kleine glazen. Om de 8 of 10 dagen moet U verse

Om de 8 of 10 dagen moet U verse yoghurt nemen voor deze bereiding.

Gevaar bij electrisch lassen

Dezer dagen had een ongeval plaats (het zesde geval van die aard in ons land), waarbij een 51-jarige lasser, vader van zes kinderen, werd gedood toen hij laswerk verrichtte in een bodemtank van een ïn aanbouw zijnd schip. Tengevolge van de geringe bewegingsvrijheid in de uiterst bekrompen ruimte kwam hij met het gelaat in aanraking met de onder ca 70 volt wisselspanning staande lastang. In verband hiermede wordt nog eens de aandacht gevestigd op het volgende.

Bevindt een lasser zich in een nauwe door metalen wanden omsloten ruimte, zoals lin tanks, stoomketels of dergelijke, dan werkt hij vaak in gedwongen houding en moet sterk bezweet zijn werk verrichten. Komt hij nu met een groot deel van het lichaam in goed geleidende verbinding met de hem omringende metalen delen, dan treedt bij een toevallige aanraking met een onder spannend staand deel van de lasta-iig of laselectrode gemakkelijk een dodslijke stroomsterkte door het lichaam op.

Ongevallen als deze kunen worden voorkomen door de toepassing het zij van gelijkstroom tot ten hoogste 110 volt, hetzij van wisselstroom afkomstig van lastransformatoren voorzien van een spanningverlagingsrelais. Dit lelais bewerkstelligt, dat bij onderbreking van de lastroom de spanning automatisch wordt teruggebracht tot een ongevaarlijke spanning van 42 V. Dergelijke apparaten zijn in de handel en hebben haar doeltreffendheid bewezen.

Tot voor kort werden uitsluitend lastangen gebruikt met een onbeschermde metalen kop. Thans zijn ook tangen verkrijgbaar waarvan de kop door sterk en tegen grote hitte bestand isolatiemateriaal is omgeven. Het gebruik van zulke tangen kan eveneens in hoge mate er toe bijdragen de kans op ongevallen als de onderhavige zoveel mogelijk uit te sluiten.

Voor nadere inlichtingen wende mtn zich tot de Electrotechnisch-Adviseur bij de Arbeidsinspectie, Nieuwe Uiclpg 24, 's-Gravenhage.

Vooruitzichten voor de thans aankomende studenten in de medicijnen

Er is in de laatste tijd een bijzondere studlie gemaakt van de vooruitzichten voor de thans aankomende studenten m de medicijnen. De resultaten van deze studie zijn voor hen niet bijzonder rooskleurig. Op grond van nauwkeurige berekeningen en ramingen kan worden nangenomen, dat op het tijdstip, waarop de jongelui, die thans gaan studeren, Trvn studie zullen hebben voltooid, zij een aantal artsen in functie vinden, dat aanmerkelijk groter is dan voor een goede geneeskundige voorziening van de bevolking nodig is.

Wanneer men met de deskundigen op dit gebied aanneemt, dat een zodanige voorziening kan worden verstrekt door 4 huisartsen, 3.3. specialisten en 1.3 ambtenaren (hoofdbetrekking) per tienduizend inwoners, tezamen 8.6 artsen per tienduizend inwoners, dan moet men op grond van de berekeningen tot de conclusie komen, dat in 1959 niet minder dan 9.5 artsen per tienduizend inv/oners ter beschikking zullen staan. Deze berekenlingen berusten op een nauwkeurige analyse van de bevolkingsaanwas en de toeneming van het aantal nieuwe artsen tussen 1947 en 1959. In de kringen, welke rechtstreeks bij de zorg voor de volksgezondheid betrokken zijn, maakt men zich over deze ongekend snelle aanwas van het medische corps zorgen. Het is een bekend feit, dat door de snelle uitbreiding- van het ziekenfondswezen in de veertiger Jaren een groot aantal nieuwe artsen werk heeft kunnen vinden. Het is echter niet te verwachten, dat een zelfde omstandigheid zich in de toekomst nog eens zal herhalen en het is wel zeer omvaarschijnlijk, dat een zo snelle aanwas van het medische corps zonder spanning en ernstige bestaansmoeilijkheden kan verlopen, nog- geheel afg'ezien van de vraag of de Nederlandse gemeenschap in staat zal blijken 9.5 artsen per tienduizend anwoners, verdeeld over huisartsen, specialisten en ambtenaren, een redelijk bestaan te verschaffen. Dit aantal brengt met zich, dat de behoefte aan arts m de jaren 1959—1965 beperkt Z3l blij\;en tot vervanging en nieuwe vestigi-.ig in verband met de bevolking'stoenemmg. In deze behoefte kan worden voorzien door jaarlijks 500 Ingeschreven studenten. Aangezien in de laatste drie jaren dit aantal belangrijk hoger was, kan worden verwacht dat, indien de toeloop met vermindert, de artsen, die in 19,")9 tn volgende jaren het beroep zullen intreden, het verre van gemakkelijk zullen krijgen. Zij, die deze studie uit roeping beginnen en die de beroepsuitoefening in de eerste plaats zien als het dienen van de niedemens, behoeven zich door deze omstandigheden nSet te laten afschrikken, maar zij, die dit beroep zien als een middel tot materiële v/elstand, kunnen beter een andeie loopbaan kiezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen