Uit het Kijkvenster
Achter het ijzeren igordijn — Tyrannic tegen het Christendom — Zware proef voor het geloofsleven — Dienende liefde in de grootste druli.
In de Russische zone in Oost-Berlijn is kortgeleden het Wereldjeugdfestival voor de vrede gehouden. Geallieerde autoriteiten in West-Berlijn hebben dit één van de gevaarlijkste uitingen van de vredes-campagne genoemd. Dit is ongetwijfeld waar, want de communisten weten dat zij hun propaganda op de jeugd moeten richten — hebben zij de jeugd geestelijk communist gemaakt, dan is mettertijd heel de wereld communistisch! Een medewerker van „Zonnegloren",
Een medewerker van „Zonnegloren", het orgaan der Chr. ver. tot stichting van sanatoria voor t.b.c. lijders, die een bezoek aan Oost- en West-Berlijn had gebracht, beschrijft hoe gevaarlijk deze propaganda is en noemt daar verscheidene voorbeelden van.
Volgens de Oostduitse grondwet geniet iedere burger volle geloofs- en gewetens-vrijheid. Dit is een schone bewering maar een fatale leugen. Alle christelijke scholen in Oost-Duitsland zijn gesloten; ieder kind moet de staatsschool bezoeken en de staatsschool voedt de kinderen op in de communistische levensbeschouwing en moraal. De ouders zijn — ook al weer volgens de grondwet — verplicht daaraan mee te werken, wat in feite betekent: een verbod tot christelijke opvoeding. Het opheffen van de chr. scholen is
Het opheffen van de chr. scholen is nooit officieel gegaan, men heeft deze echter het leven onmogeUjk gemaakt. Eerst onthield men de schoolvoeding — wat in een land dat bij voortduur aan de grens van de honger leeft uitermate belangrijk is — toen de leermiddelen en tenslotte de gebouwen. De schooljeugd wordt er verplicht gesteld lid te worden van de communistische jeugd-organisaties. Een kind dat geen lid wordt, wordt geacht niet voldoende vorderingen te hebben gemaakt in de communistische levensbeschouwing en gaat niet over op school. Het kind blijft zitten! Geregeld moeten de kinderen opstel
len maken, waarin zij de zegeningen van het communisme moeten verheerlijken. Zijn die opstellen niet „positief" genoeg, dan is zo'n kind ook niet rijp voor een hogere klas.
In alle schooUokalen staan „altaren", tafeltjes bedekt met een witkleed, waarop aan de ene zijde een buste van Stalin en aan de andere kant een afgietsel van Piasso's vredesduif. Daar tussen in ligt een boek, waarin de kinderen elke week een spreuk moeten schrijven. Nu was er een jongen, die schreef er
in: „Christus is onze vrede." Daarmee gaf die jongen blijk niets van het communisme begrepen te hebben, waardoor hij nodig moest blijven zitten, maar tevens werden de ouders aan de tand gevoeld, want uit zichzelf kon die jongen zo iets niet schrijven. Die ouders moesten worden „opgevoed" en wat dit opvoeden in een totalitair regiem betekent, weten wij nog maar al te goed uit de laatste bezettingsjaren. Voor de Oost- Duitsers betekent het thans: opzending naar een concentratie-kamp of naar de uranium-mijnen in Aue, waar niemand het langer dan een paar jaar uithoudt. Deze voorbeelden tonen duidelijk aan, voor welk een geweldig" gewetensconflict de ouders, die hun kinderen christelijk willen opvoeden, dagelijks worden gesteld. "Onderwijzen zij hun kinderen thuis in het christelijk geloof, dan kunnen zij daarvan op school met geen woord reppen of zij komen in moeilijkheden. Op school braaf communistisch praten en schrijven, terwijl zij in hun hart weten dat zij liegen is op de duur moeilijk vol te houden. Voor volwassenen is dat al een gewetensconflict waaraan menigeen in een totalitaire staat aan ten onder gaat, maar voor een niet-veinzend kind is dit bijna ondoenlijk. In het begin mocht er op de scholen
In het begin mocht er op de scholen nog godsdienstonderwijs gegeven worden althans nä de gewone lessen en juist als de anderen gingen sporten. Er werd echter precies genoteerd wie er terug ging naar school, die dan meteen was verdacht. Om dit te omzeilen besloten de kerken in de avonduren godsdienstonderwijs te geven, maar de fanatieke jeugdorganisaties sturen hun spionnetjes — soms van 8 of 9 jaar — naar de catechisaties, die dan alles wel getrouw overbrengen.
Het leven voor de godsdienstige anti-communistische mens is schier niet vol te houden, want zo iemand moet zijn leven lang in de leugen leven. De jonge mens die geen communist is weet, dat hij geen enkele toekomst heeft, dat hij van alle kanten wordt geboycot en ieder ogenblik gevaar loopt naar de uraniummijnen of naar een zware post op een of andere fabriek gezonden te - worden, waar hem na verloop van enige jaren het einde te wachten staat.
De geestelijke druk en dwang en de gewetens-nood is zo groot dat naar de mens gesproken het bijna niet is vol te houden. Maar aan de andere kant is het opmerkelijk — welk een verborgen gemeenschapsleven er is onder deze mensen. Zij hebben alles verloren, hun scholen, hun organisaties, hun gebouwen; hun gezin is vaak uiteengerukt en hun leven staat op het spel — maar de dienende liefde onder elkander wordt er gekend, en zij worden door de kracht des geloofs ondersteund om staande te blijven. Midden in de felle verdrukking door het communisme mogen zij zingen van genade en genade alleen.
Als wij zien op de grote nood van deze Oostduitse en van alle andere verdrukte christenen achter het ijzeren gordijn, moeten wij wel beschaamd staan Beschaamd, over de wijze hoe wij als christenen in een vrij Nederland met elkander leven. De kerken gescheiden, in iedere kerkgroep apart weer geschillen en veel strijd, onderlinge verdeeldheden, soms zo, dat mensen van één kerk elkaar niet eens groeten! En dan onze Oosterburen in de grootste druk die die-nende liefde, het alles voor elkaar over hebben! Wij vragen ons wel eens af, zou de Kerk des Heeren door harde slagen naar elkaar moeten worden toegeslagen? Dan zal dat toch een harde les zijn! Berlijn is niet zo ver weg — het ge
Berlijn is niet zo ver weg — het gevaar is dicht bij. Als de Heere komt met Zijn wan in Zijn hand, om de dorsvloer te doorzuiveren, dan zal het er op aan komen. Op aan komen in Nederland. Op aan komen ook wie er staande zullen blijven. Dan zal er veel afvallen. Veel schijngodsdienst en hypocritisme — het Schriftwoord zal dan worden bevestigd: „wanneer er verdrukking of vervolging komt om Mijns Naam's wil, worden zij terstond geërgerd." En de ware gelovige, die de openbaring van de antichrist meer en meer ziet naderen is ook met vrees vervuld en zal wellicht zeggen: ik zal de eerste zijn, die Zijn Naam verloochent! Wat kan dat een vrees in het hart veroorzaken! Uit zichzelf zullen ze ook niet staande blijven. Christus houdt Zijn Kerk in stand. Luther zong het: „Houdt Christus' Zijne Kerk in stand, laat dan de hel vrij woeden!" Dat volk heeft toch met een overwon
Dat volk heeft toch met een overwonnen vijand te doen. Dat is de troost, beide in leven en sterven. Al zal de slang nog geweldig met zijn staart slaan, zijn kop is vermorzeld. Daar had Luther wat van geleerd, zijn onsterfelijk geworden geloofslied, is er het sprekendste bewijs van. Voor de verdrukte christenen achter het ijzeren gordijn zal dit lied ongetwijfeld het lied van hun leven zijn geworden :
„Delf vrouw en kind'ren 't graf, „Neem goed en bloed ons af,
„Neem goed en bloed ons af, „Het brengt U geen gevrin,
„Wij gaan ten hemel in „en erven Koninkrijken!"
„en erven Koninkrijken!"
WAARNEMER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's