De Balling van Sluis
Ds Koelman vindt dit niet prettig en protesteert. Zijn vrouw, komt op de Markt de Burgemeester tegen. „Wilt U wel eens gauw maken, dat U binnenkomt!" gelast deze tegenstander van Ds Koelman. Mevrouw Koelman volgt dit bevel op.
De Kerkeraad komt tegen dit optreden in verzet. Zij is verontwaardigd.
Immers, nii liggen de kranken zonder troost in hun lijden. Ook de poorters protesteren.
Zij noodzaken de Magistraat, de witte lat van het raam weg te nemen...
Gelukkig keerl de ziekte en in 1667 is er geen enkele zieke meer...
De vijanden van Ds Koelman zitten echter niet stil. De leraar is voor hen een grote hinderpaal. Hij moet en ziil weg.
Hij is de man, die openlijk de Magistraat durft te weerslaan.
Steeds scherper worden de verhoudingen. Telkens weigert Ds Koelman, de inmenging der wereldlijke overheid op kerkelijk gebied te erkennen. De felste strijd die Koelman te voeren heeft, is het gevolg van zijn standpunt ten opzichte van de Kerkelijke Formulieren en Christelijke feestdagen.
Het gebruik der Formulieren — meent hij — bevordert de „slenterdienst" (sleur). Ze zijn hinderpalen voor de vrije ontwikkeling van het geestelijk leven.
Dat er in Sluis zo grote „doodigheid" is, ten opzichte van de heilige sacramenten, schrijft Koelman toe, aan de Formulieren, die hij „banden des doods" noemt. „Laat ik Doop en Avondmaal bedienen met mijn eigen frisse woorden. Dan gaat het Sacrament weer spreken voor de gemeente.
„Laat ik vrij bidden „bidden uit de borst," dan wordt de Geest niet onderdrukt, zoals gebeurt, wanneer ik de gebeden van anderen oplees" is zijn oordeel. Ook de Feestdagen kunnen geen genade vinden in zijn ogen.
Hij is van oordeel, dat de Feestdagen het gezag van de dag des Heeren ondermijnen.
God heeft de Feestdagen afgeschaft. Ze behoren tot de Joodse Kindertucht. Wij mogen niet lot de eerste beginselen terugkeren. Hij tracht dit aan te lonen in een preek over Galaten 4 : 4—11.
In 1673 begint hij de Sacramenten, zonder gebruik van het Formulier, te bedienen. Een stroom van oppositie breekt los.
„Hij had overleg moeten plegen met de kerkeraad on zijn collega's" oordeelt men.
Jammer dat deze man in deze zaken zo onvoorzichtig optreedt.
Hij ziet niet, dat een predikant niet het recht heeft, zo maar, op eigen houtje, gewichtige veranderingen in de Sacramentsbediening aan te brengen.
„Ik ben van oordeel, dat wat ik doe in overeenstemming is met Gods Wil. Dat is mij genoeg! Ik beschouw een overleg met collega's en kerkeraadsleden als een te rade gaan met vlees en bloed" geeft hij zijn opposanten ten antwoord
Allerlei nare verwikkelingen ontstaan nu. De Overheid bemoeit zich ook met deze kerkelijke zaak. Op 3 Augustus 1673 is het Doopsbediening.
Onder de doopvaders is een familielid van de Bui meester. *
Ds Koelman begint zijn vrije toespraak. Dominé, ik versta niet wat U zegt. Ik verzoek oui 1, voorlezen van het Formulier" roept de doopvader Inj,] „Zwijg, gij hebt hier niets te zeegen!" is het aniwoor,i De kerkeraad van Sluis, wil zijn predikant, lettend de rust, stichting en vrede in de kerk, nog wel dra» De Overheid besluit echter:
„Koelman moet zich conformeren, anders kan hij Ijj in Sluis geen predikant meer zijn!"
't Is dus niet vreemd dat de Griffier aanbelt. Na al het gebeurde kijkt Ds Koelman er niet van Toch doet de inhoud der missive hem pijn.
Zwart op wit leest hij, dat hij de keus heeft, zich naj de wensen der Overheid te schikken of anders verbaiiu» te worden.
De keus valt voor de militante figuur niet moeiliik Hij zet zich voor zijn schrijftafel, grijpt de pen weij en stelt een verweer oj). In dit stuk protesteert hij:
„U gaat als Overheid buiten uw recht! Nooit zalji iets doen, waardoor ik, direct of indirect zal loochenen dat Chrislus Koning in Zijn Kerk is!" Dal is mannentaal!
Ds Koelman verzegelt de brief en brengt hem najj het Stadhuis.
De uitslag laat zich raden! Dominé Jacobus Koelman wordt verbannen
De weerspannige dominé, die niet naar het goetldm], ken der Magistraat wil handelen, zal Sluis worden nii. geleid.
Als datum stelt men vast Maandag 17 Juni. Officieel wijst men de personen aan, die deze taak m\ len uitvoeren.
't Zijn zijn biltere vijand Burgemeester SLUYMERen de Schepenen De Raedt, Maltheeuwsen en Gypson, Nog enige dagen resten Ds Koelman. Er ligt nog een Zondag lussen. Een rustdag, maar geen dag der ruste.
Van 's middags 3 tol 's avonds 9 wordt de Sliiisii Pastorie als 't ware bestormd.
Vrienden en kennissen, catechisanlen komen in «me getale opzetten.
De volgende dag, de dag der verbanning is geheel Sliii: op de been. Velen zijn reeds vroeg in de weer, om te zien, ol de
Velen zijn reeds vroeg in de weer, om te zien, ol de Magistraat het zal bestaan, toch de hand te slaan aan hun herder en leraar.
De leraar, die de leer van hel Evangelie niet alleen anderen voorhield, maar ook zelf beleiefde. De straat, waarin de pastorie staal is vol mensen. Lang behoeft men niet te wachten. Om 10 uur ziel men de Burgemeester met de getabk
Om 10 uur ziel men de Burgemeester met de getabk de Schepenen de pastorie binnengaan.
„Zijl ge bereid vrijwillig de stad Sluis te verlaten!' informeert de Burgemeester. „Vrijwillig ga ik niet!" is het antwoord. „Dan verzoeken wij U ons te volgen dominé!"
„Onder protest voldoe ik daaraan heren. Maar veel, dal deze executie U eenmaal zwaar zal vallen." Ze komen builen. Een grote menigte omstuwt de geliefde leraar. Velen barsten in tranen uit. (Wordt vemlM
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's