Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebroken Bakken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebroken Bakken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ljK ^'^^^ï'rag is pure onzin, Dolf", zeide zij alleen. „Natuurtuurf t ""^^^ plicht en roeping, een zoutend zout te zijn. Nawortip "^'^'^^^^ wij anders wezen. Maar dat moet gezien ma? 7 ^r '^^'^^ handel en wandel die niet van de wereld zoutenri''' ®™^'^^' ^^^ op jouw standpunt staat, is niet een dn „, ,^°'^^' ^*^ is smakeloos geworden zout. Die gaat met »8 Wereld mede "

"Zover dat kan", viel hij haar in de rede.

kar'^ ^^^^ ™^''. ^^ 'W'ereld mede", vervolgde Elsa onverstoor­ 2to ' "^^ het einde is, dat hij door de wereld wordt opgeh»i"^- S^^ioof van zijn kindsheid verliest." Ik'ontk '^ ^^ •'^*^*^ ^^* P^"^*^' '^^^'^iï^ wij verschillen, Elsa. Ituniip ^^^' ^^ ™s6n, dat wij van vele mooie, schone dingen ^ neu genieten, waarbij natuurlijk het minder edele, laat rnriA,^^*"' ^^^ gemene uitgeschakeld is. Trouwens, dat is niet "•°oi en schoon."

2ap«„ vf*'"'^^^ deftig het hoofd. En haar sprekende ogen 1 ? "^®* droefheid aan.

diml ­'^'^ °P ^^ verkeerde weg, Dolf. Wij kunnen God niet 'enen en de Mammon."

lieUm "^^­^^^ laatste is niet veel gevaar", spotte hij. „Tot op ™ zijn wij nog geen heden dn bonis, wel?" ^j' °® "iet zo kinderachtig Dolf, als je werkelijk een ernstig God ƒ j ^ ^ voeren. Je weet heel goed wat de bedoeling is. en h rt wereld dienen, dat kan niet samengaan, 'k Hoop 'a voor je, dat je dat zult gaan inzien. Anders ga jp

steeds verder op het hellende vlak. En dan ben je verloren. Dolf." „Je bent een zwartkijkster, Elsa. Heus je beoordeelt mij

„Je bent een zwartkijkster, Elsa. Heus je beoordeelt mij verkeerd."

Het gesprek stokte. En het duurde enige tijd voor het hervat werd.

Opzettelijk meed Dolf toen het punt, dat de botsing veroorzaakte, aan te roeren. Hij sprak op luchtige, vluchtige wijze over allerlei onderv/erpen van de dag en uit beleefdheid ging Elsa er op in, hoewel haar hoofd en haar hart, dat bedroefd was, er niet naar stond. De klok wees half tien. „'t Wordt mijn tijd. Dolf", zeide zij. ,,Ik brenig je thuis, Elsa." Door de nog steeds drukke straten liepen zij, zo nu en dan

Door de nog steeds drukke straten liepen zij, zo nu en dan een enkel woord zeggend. De rechte stemming ontbrak toch. Elsa vroeg zich af, of zij wel voorkomend en vriendelijk en lief tegenover Dolf was. Was het wel goed, hem reeds op de eerste avond van zijn verblijf zó aan te pakken? Vervreemde zij hem daardoor niet van zich? Stootte zij niet af, inplaats van aan te trekken ? Maar dan was zij weer gerust, neen, zij móést het hem zeggen. Dat was haar plicht en haar roeping. Hij was op het verkeerde pad. En zonder waarschu- Vfixig en vermaan mocht zij hem niet laten voortgaan. Deed hij het desondanks tóch, dan was het van häär verantwoording af.

af. Elsa slaakte een diepe zucht. Hoorbaar. „Zucht je over je verdorven broer, Elsje?" vroeg hij. „Doe het niet, kind. Je kunt heus rustig gaan slapen. Ik loop niet in zeven sloten tegelijk en weet heus wel, hoever ik gaan kan. Ik neem het je niet kwalijk, dat je denkt, zoals je dénkt. Je hangt nog steeds aan de ideeën, die je van jongsaf zijn ingeprent. Als het ware met de paplepel zijn ingegeven. En daarna ben je gekomen bij een oude dame, die tenslotte toch in de oude tijd leeft. Maar elke tijd stelt nieuwe eisen. De jongeren zijn ontwaakt. Wij hebben een periode achter de rug, waarin de wijsheid der ouderen heeft gefaald. Is het wonder dat nieuwe banen gezocht worden? En zij zullen ook gevonden worden", besloot hij met volle overtuiging in zijn stem. „Als het kan mét de kerk, als het moet zonder haar." „Als je de kerk uit ons leven bant, dan zijn wij verloren. Dolf. Dan is ook ons volk reddeloos weg." „Een dogma, Elsa. Maar dat dogma heeft gefaald. Ik ken ze, die zogenaamde Christenen die geen kerkgang verzuimen, maar die in de week precies het tegenovergestelde doen van wat een Christen behoort te doen." Zij liepen op de stille kade.

„Verdedig ik zulke Christenen?" vroeg Elsa. „Als je op mensen kijkt, och, dan zijn zij weg. Want wij blijven altemaal zondaren. Als er lieden zijn, zoals jij ze afschuwt, dan zullen zij eenn;ß,al voor God verantwoording moeten afleggen en zij zullen, zo zij niet bekeerd zijn, geoordeeld worden. Maar dat alles geeft jou geen recht, om te spreken, en op te treden zoals jjj doet. De boodschap van het Evangelie komt tot ieder persoonlijk. Ook tot jou. En van tweeën één, je kunt die boodschap aanvaarden en omhelzen, of afwijzen. Half aanvaarden en half afwijzen, dat gaat niet." „Wij komen altijd op het dode punt terecht, Elsa", zeide hij. „Daaromtrent worden wij het nooit eens. Ik zie de tijd komen, vroeg of laat, dat je mij gelijk geeft." „God beware mij daarvoor", merkte zij op. „Want dan ben ik mijn geloof in Jezus Christus kwijt en voor eeuwig verloren."

Dolf gaf geen antwoord. Dat was immers het dode punt? Er passeerde langzaam een jong meisje, dat het tweetal aandachtig gadesloeg. „Dag mijnheer Van Lankeren", zei deze. Dolf schrok op, en greep naar zijn hoed. „Wie was dat. Dolf?" „Een meisje van het kantoor", antwoordde Dolf, nog even omziend.

Toen ontmoette hij, uit de verte, de ogen van Cor Zuiderman. Hij zag die ogen lachen.

HOOFDSTUK VII.

„Ga nu maar lekker slapen, hoor, kereltje." „Ja, tante Elsa. Maar hoor nog eens, heel eventjes", vleide de kleine Hans. „Nu, gauw dan." „Als het Augustus is, gaan we naar Opa Meinema. Dat is ffc-ti!" „Dat is zeker fijn, jongen. Is dat een verre reis?"

„Dat is zeker fijn, jongen. Is dat een verre reis?" „Nou", zei hij. „Eerst met de trein, een heel eind. En dan met de autobus. En dan met een boot." „Wat een eind." „En dan bennen we er nog niet. Dan komt ook Adriaan

„En dan bennen we er nog niet. Dan komt ook Adriaan Blankert ons met een rijtuig halen en dan moeten we nog een heel eind rijden."

„Kolossaal. Zo'n reis zou ik ook wel eens willen maken." ,,0, tante mag best mee. Zal ik het moeder vragen?" „Nou, daar praten we nog wel eens over. Maar nu gauw

„Nou, daar praten we nog wel eens over. Maar nu gauw gaan slapen", commandeerde Elsa. „Kijk eens naar Alex! Die is al lang in dromenland."

„Alex is ook nog maar twee jaar", deed Hans groot. „En ik ga met September al naar school." „Ja, jij bent al groot. Maar grote kinderen moeten ook

„Ja, jij bent al groot. Maar grote kinderen moeten ook gaan slapen. Nu, slaap lekker hoor. Dag, Hans." „Dag, tante."

„Dag, tante." Elsa sloeg nog een blik op het witte ledikantje, dat in de andere hoek van het vertrek stond en waarin de kleine Alex rustig lag te ademhalen, in diepe slaap verzonken.

Dan ging Elsa naar beneden. Zij was die avond met opzet wat vroeg in de pastorie gekomen, om op de kinderkamer nog even een praatje met Hans te maken, die om zeven uur in zijn bed gestopt werd. (Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Gebroken Bakken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's