Gebroken Bakken
„God alleen weet het. Natuurlijk, wij moeten het overgeven. Br geschiedt niets buiten Gods wil en vujmachtig welbehagen. Maar de ellende kan zo op je aankomen, dat ik ogenblikken van twijfel heb en niet steeds in practijk breng, wat wij tenslotte met ons verstand weten. Nu gaat die twijfel even spoedig weg, als zij gekomen is. God alleen is groot en wij begrijpen Hem niet. En als wij het dan aan Hem opgeven, och, dan keert ook m onze opstandige en vragende ziel de lust. Maar het valt met steeds gemakkelijk. Ik wist, wat ik deed, toen ik het beroep naar Rotterdam aanam. Maar da-t ik zoveel ellende, zoveel zonde, zoveel ontrouw, zoveel slapheid in de opvoeding bovenal zou ontmoeten, neen, dat had ik met taij benadering kunen denken." „Vergeet de lichtpunten niet, Hans," waarschuwde zijn
„Vergeet de lichtpunten niet, Hans," waarschuwde zijn vrouw.
Hij glimlachte. „Mijn vrouw is mijn zon," zeide hij. „Zij wijst altijd de lichtzijden aan." „Die zijn er ook, dominé."
Mevrouw van Zevenhuizen zei het met zulk een stelligheid, dat de predikant haar even vei-wonderd aanzag, om dan op te merken: ,,Zeker zijn die er. Ik word ze, Gode zij dank, dagelijks gewaar. Het is gelukkig niet alles ontrouw en slapheid. Er zijn ook heden ten dage nog voorbeelden te over van geloofsmoed en geloofskracht. En van trouw." ,,Dat niet alleen. Maar ook va,n Gods zoekende liefde en
,,Dat niet alleen. Maar ook va,n Gods zoekende liefde en van Zijn trouw. Wij hebben m eigen huis zo'n geval, dat wij al de dag' met verwondering gade slaan. Ach, Leo, vertel het eens 'C'an Gerda." „Gerda Zuiderman?" vroeg de predikant. „Was zij dit
„Gerda Zuiderman?" vroeg de predikant. „Was zij dit voorjaar niet op de catechisatie van meisjes boven de twintig? Ik herinner mij de naam en uit de zeshonderd catechisanten, die ik heb, kan ik mij ook nog flauw de persoon herinneren." ,,Wij bedoelen dezelfde wel, dominé. Elen geval, dat ons een
,,Wij bedoelen dezelfde wel, dominé. Elen geval, dat ons een raadsel toeüjkt. Dat meisje, zij is thans drie-en-twintig, komt uit een puur modem gezin. De verhoudingen thuis zijn niet in orde, al weten wij het rechte niet. Die eer moeten wij haar geven, zij vertelt nooit iets kwaads van haar ouders. Het eerste woord van afkeunng moeteni wij nog horen. Maar goed. Mijn vrouw had een hulp nodig voor de kinderen en voor naaiwerk en wat voor de huishouding. Dus plaatst zij een advertentie m ,,De Rotterdammer". Geen twee uur nadat de courant verschenen is, meldt Gerda zich aan. Een voor zich innemende verschijning, beschaafd m haai optreden en blijkbaar op de hoogte van de zaken, waai voor mijn vrouw haar nodig had "
,,Ik had al besloten," viel zijn vrouw de spreker bij. .JVlaar stel u onze verbazing voor," vervolgde deze, toen
bij nader informeren ons bleek, dat zij nooit een kerlt bezocht had en zo onwetend was als een kmd in de wieg! »t Was thuis, zij was nog met in betrekking geweest, een puur modei'n gezien. Ik vroeg verbaasd, hoe zij dan aan ons adres gekomen was. Ja, natuuilijk in ,,De Rotterdammer". Hoe zij dan aan dat Christelijk blad kwam? En toen kregen v/ij te horen, dat zij smds een paar weken elke avond in de Leeszaal ,,De Rotterdammer" ging inzien, of er niets voor haar was. Zij'^vilde van huis, maar alleen naar een Christelijk gezin. En dan moest zij vanzelf een Christelijk dagblad zien." Met grote belangstelling luisterden de predikant, zijn vrouw
Met grote belangstelling luisterden de predikant, zijn vrouw en Elsa naar het relaas, dat met veel talent werd verteld. ,,En toen?" vroeg Elsa.
,,Ja, ik vroeg waaiom zij dan in een Christelijk gezin wilde.
En het antwoord was, dat zij meende, het däär te zullen vinden. Ik wil eerlijk bekennen, dat wij — want later bleek mij, dat mijn vrouw er ook zo over dacht— niet veei lust gevoelden, dat meisje te nemen. Onze kinderen groeien op. En dan heel vaak onder de hoede van een meibje, dat van God en Zijn Woord nooit had gehoord, we vonden het wel wat onverantwoordelijk. Zij meende het blijkbaar te bespeuren, want zij smeekte bijna, het eens met haar te proberen, 'k Heb haar gezegd, binnen vier en twintig uur antwoord te zullen geven."
„U stond niet voor 'n gemakkelijke beslissing," meende Mevrouw Meinema, die in het verhaal voor een deel haar eigen geschiedemis zag, hetzelfde, wat Elsa dacht. „'t Was verbazend moeilijk. Mevrouw. Toen het meisje
„'t Was verbazend moeilijk. Mevrouw. Toen het meisje weg was, zagen wij elkaar besluiteloos aan. Wij praatten en praatten, maar kwamen niet verder. De volgende morgen heb ik een enkele informatie ingewonnen, die mij weinig zeide. Een puur modern gezin, wat wij al wisten. Behorend tot de uitgaande wereld, wat wij wel konden begrijpen. En verder weinig meer. De moeilijkheid bleef dus. Toen heeft een woord van mijn vrouw de doorslag gegeven. Zij zei: ,,Als God ons dat kind nu eens op onze weg zendt?" Het besluit was g'dnomen. Ik schreef, dat zij komen kon."
„En u hebt er geen spijt van?" vroeg Elsa. „Spijt? Wij danken God, dat wij het gedaan hebben. Zij bleek een zoekende ziel te zijn, zoals er vrij zeker hiei in Rotterdam meer zijn dan wij wel weten En nu beweer ik niet, dat zij reeds gevonden heeft. Maar dat het gestrooide zaad in goede aaide gevallen is, dat is onze heilige overtuiging. Zij gaat trouw ter kerk; bezoekt de catechisatie, als de zomer voorbij is, komt zij weer, dominé; leest de kinderen voor uit de kinderbijbel, kortom, leeft geheel met ons mee Uw preek over de „gebroken bakken" van enige weken geleden heeft een machtige indruk op haar gemaakt, 's Avonds zeide zij: „Ik heb ook gebroken bakken uitgehouwen. Dat was niet goed." Wij hebben toen een lang ge.spieK geto" v/aarin zij nóg nader tot ons is gekomen." , „Weet u ook, hoe zij er toe gekomen is, om een ClinsWij^ gezin te zoeken?" vroeg Mevrouw Meinema, die m g'° spanning toeluisterde. ,,
„Bepaald verklaren kan zij dat niet. Wij zeggen: God 'ƒ'' haar, hoe dan ook, gegrepen. Dat kan eenvoudig met anw= Zij heeft alleen gezegd, dat het leven van uitgaan lia^n '^'= de borst stuitte. Want zij kent èn bioscoop èn gchouwbuig t ook dancing van haver tot gort. Zij walgde er van. E» ' heeft ingezien, dat zij het zoeken en vinden moet in het Cli!> telijk gezinsleven. Dat is al, wat zij zeggen kan." „
„Weet u ook iets van haar familie af, ik bedoel dan ^ grootouders of nóg ouder?" vroeg dominé Meinema de vad!' romtie»' „Wij zijn gewaar geworden, dat haar grootvadei van haar vader, een ernstig vroom man was Daai heeft zij zich eens uitgelaten. Overigens spreekt ziJ ^° ° als nooit over haar familie."
d „Komt zij niet thuis?" i,t ,,Jawel. WIJ staan daar op. Trouwens, wij behoeven ^^^\^^^ met te zeggen. Dat weet zij wel. Zij gaat dan ook ell« ''' 'n avond. Maar üpreJten doet zij er niet over, En wiJ aclite" het 't verstandigst, althans voorlopig, er niet van te ^f' ^l
„Zie je v/el, Elsa, tóch een: in de lijn der geslachten , Mevrouw Meinema. „j.
Elsa knikte. De historie van Gei da Zuiderman was de ^»^ schiedenis van Mevrouw Meinema, zoals deze die haai W« verteld. Onder het relaas van de heer Van Zevenlw'^en ^ Zij aan Dolf gedacht. God handelde wonderlijk en raa''-"^ , tig: Dolf, geheel op de hoogte, zakte weg; dat meisje, luut onkundig, zocht Hem en zou Hem ook vinden
. (Wordt ven-ol?^''
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's