Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebroken Bakkken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebroken Bakkken

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

»Heeft er niets mee te maken," zei de ander, stilstaande P de hoek van de Jonker Fransstraat. „Wij behoren in die 'geving niet thuis. Er wordt, om maar iets op te noemen, k ?,'^®?'®*"'^Je opgevoerd, dat bovendien nog van bedenkeaUooi is. Ik weet zo ongeveer de inhoud. Met de Christe­ .'J ™welijksmoraal wordt wat de spot gedreven. En meer _" dat fraais. Ik weet dan ook zeker, dat de chef, hoewel een vrijzinnig man is, maar met een zeer serieuze levensop­ 11?^' ^^^ ^^ keuze niet ingenomen zal zijn. Tenslotte is er, m \ *" ^^ nacht, een dansje na. Dan zijn vrij toch uitge­ Z^'-, Van Lankeren? Wij denken er geen minuut aan, om IMJ *6 gaan. De chef weet dat trouwens wel. Hij respec­ S,\f overtuiging ten volle.'"

^f gaf eerst geen antwoord, daar hij in stilte had gere­ I^P een andere opvatting. Hij had stellig gemeemd, dat ^in er wel heen zou gaan. Daarom speet het hem geoyer de zaak begonnen te zijn. Want al was hij met rman m tweestrijd, of hij gaan zou of niet, de lust om tóch partij te zgn, kwam langzamerhand meer en meer bij *«cht, 'clizeif Jan (ie ^ __ W boven, 't Werd nu wat lastiger, nu hij in dit parket ge

»Een je het niet met mij eens. Van Lankeren?" Vraag .van Laarman wekte henaj uit zijn gepeins. »«ens, eens? Wat zal ik zeggen," antwoordde Dolf. „Wij Wh " "^tuwiflk lang niet aan alles meedoen, maar ik geloof "ook, da<t wij ons te veel afzijdig houden van vele dingen." ÏM ^^^°^^^^ verkeerd inzicht", meende de ande», spreh r 1°^­ ^^^^^'Se toon. „Het 1 ij k t heel aardig, maar in de •^'Bk is het niets anders dan een meegaan met de wereld. Als je een pink geeft, dan neemt de wereld de hele hand. En je bent verloren voor Gods Koninkrijk." „Maar wij stoten door onze afzijdige houding anderen af," weerstreefde Dolf. „Er is bij anderen ook wel iets goeds. Wij verwerpen het woord. „Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede". Wij menen het allen te weten. Wij leven toch zeker midden in de wereld rondom ons?"

De strenig­logische Laarman vond de redenering van zijn metgezel tamelijk verward. Het ontging hem eigenlijk, wat die te maken had met de simpele zaak, waarover zij spraken.

„Wij zouden over de stellingen, die je daareven poneerde, wel een uurtje kunnen debatteren. Ik ben tot je beschikking. Maar dan toch niet op de hoek van een straat. Je komt maar eens bij mij aanlopen. Alleen, dat kan ik nu al niet nalaten, moet ik je toch even opmerkzaam maken op een paar enorme vergissingen. Je bent niet de enige, die ze maakt. Je hebt natuurlijk gelijk, dat wij in de wereld leven, maar dat betekent niet, dat wij van de wereld zijn. Je weet even goed als ik, dat hier een machtig onderscheid is. En dan, mijn waarde, er staat in geen enkele Bijbel, voorzover ik weet, „Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede". Er staat „B e­ p roe ft alle dingen, enz." Dat is heel iets anders. Dat heeft dezelfde betekenis als het woord: „Beproeft de geesten, of ze uit God zijn." Wij hebben eerst na te gaan, uit welke beginselen iets voortkomt. Deugen de beginselen niet, dan is de zaak veroordeeld. Maar zoals ik zei, wij kunnen over dat alles nog wel eens praten als je dat wilt. En wat die fuif betreft, je hebt mijn mening gevraagd en toen heb ik gezegd: wij horen daar niet. Dat is mijn diep gewortelde overtuiging. Blijf er vandaan. Van Lankeren. En laat je in het algemeen niet in 'de war brengen door sophistische redeneringen, als die van zoeven. Ik beschouw die steeds als conscientiestopper. Men voelt dan wel, dat men niet het rechte voor heeft, maar houdt er een schijnbaar vrome redenering op na, om het beschuldigend geweten te sussen. Neem mij niet kwalijk, dat ik zo ronduit mijn mening zeg. Zij is gebaseerd op ervaringen met anderen. De grondoorzaak van alles is, dat men God niet geheel vaarwel wil zeggen, maar toch ook wat genieten wil van het leven. In de grond is dat toch verfoeielijk, vind je ook niet? Dan heb ik, als het er op aankomt, veel liever te doen met iemand, die zegt: ik moet van God niets hebben." „Je bent ontzettend hard in je oordeel", zeide Dolf, die kookte van verontwaardiging, al liet hij dat niet blijken. „Ik kan toch niet anders spreken. Onze Bijbel spreekt ook

„Ik kan toch niet anders spreken. Onze Bijbel spreekt ook zo. Ga het maar na. Van Lankeren. Maar komaan, ik moet nu toch weg hoor. 't Wordt anders te laat. Wij praten nog wel eens." Dolf had in dit laatste niet veel trek. Hij vond Laarman

Dolf had in dit laatste niet veel trek. Hij vond Laarman een vervelende, eigenwijze vent en de sympathie, die hij daareven had gekoesterd, verdween als sneeuw voor de zon. Wat verbeeldde die kerel zich wel, om hem zó te kapittelen! Die plakte hem maar direct een etiket van .schijnheiligheid op, alsof hij hem al jaren kende, 't Was toch wel het toppvmt!

Opeens bedacht Dolf, dat Elsa precies zo geredeneerd had. En — Elsa kende hem wel! En — in zijn hart had hij haar toen gelijk gegeven! Deze overweging stem'de hem niet prettig.

HOOFDSTUK IX. Van de rivierzijde kwam door de open ramen van Elsa's gezellige zitkamer een fris avondwindje, dat weldadig aandeed na de hitte van de dag. Mevrouw Le Grand was de gehele dag op bezoek bij kennissen in Den Haag en zou eerst laat in de avond per auto terugkeren.

Elsa had de middag gebruikt, om met Mevrouw Meinema te winkelen, om na het avondmaal weer naar huis te gaan. Een verzoek, om langer te blijven, had zij afgeslagen, daar zij een brief naar huis had te schrijven en zij verder die avond bezoek zou ontvangen van Gerda Zuiderman.

Elsa's pen gleed geroutineerd vlug over het papier. Zij schreef met forse, mannelijke hand. De regels regen zich aaneen. Want zij had veel aan haar moeder te schrijven.

„En nu moet u eens horen, moeder. Met een enkel woord schreef ik u onlangs over Gerda Zuiderman, die bö de familie Van Zevenhuizen een zeer gewaardeerde huisgenote is. Na de eerste kennismaking ten huize van Mijnheer en Mevrouw Zuiderman, zijn wij met elkaar bevrind geworden. Ook het plannetje is vaster komen te staan, dat ik u reeds schreef en dat u best vindt, om volgende maand met ons beiden een paar dagen bij u door te brengen. Volgende week zal ik u wel definitief kunnen melden, wanneer wij komen. Ik vind het fijn, dat u geen enkel bezwaar maakt en dat u het heerlijk vindt, dat zij meekomt. Natuurlijk had ik dat wel verwacht, want ik ken mijn moedertje al langer dan vandaag! „Maar, nu u Gerda straks ontmoeten zult, bij leven en wel

„Maar, nu u Gerda straks ontmoeten zult, bij leven en welzijn, is het wel goed, dat ik u van haar levensloop in kennis stel. Dan is u op de hoogte. Het is met Gerda heel wonderlijk gegaan. Wij ervaren,

Het is met Gerda heel wonderlijk gegaan. Wij ervaren, 'de ene dag meer dan de andere, toch Gods trekkende liefde. Maar nog nooit heb ik meegemaakt, dat God iemand zó trok uit de wereld. Zó, dat die persoon aan velen, die gedoopt zijn en belijdenis des geloofs hebben afgelegd, ten voorbeeld kan worden gesteld. In menig opzicht stelt zij mij ook beschaamd. En nu steek ik van wal moeder, Gerda " In korte woorden, maar toch zó, dat het geheel een lang

In korte woorden, maar toch zó, dat het geheel een lang verhaal werd, vertelde Elsa toen, wat zij in de pastorie van Mijnheer Van Zevenhuizen had vernomen aangaande Gerda, aangevuld met enkele uitlatingen van deze zelf. Enkele uitlatingen. Want Gerda was tot nu zeer karig ge

Enkele uitlatingen. Want Gerda was tot nu zeer karig geweest met haar mededelingen over het milieu, waarin zij vroeger verkeerde. Zij had alleen verklaard, dat het vroegere leven haar tegenstond en dat zij het daarna gezocht had daar, waar God werd gediend. Gezocht en gevonden. Want zij had het Elsa ronduit verklaard, dat zij vrede had gevonden in het bloed van Jezus Christus, dat ook voor haar zonden was geplengd, al waren er nog zeer dikvrijls momenten, dat zij twijfelde. Maar zij kende de ontzaglijke kracht van het gebed, dat steeds rust schonk. (Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 oktober 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Gebroken Bakkken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 oktober 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's