Het dwaallicht van Veere
JEAN DE LABADIE
Snel verlaten de vervolgers de zolder. Aan de koffer denken ze niet meer. De Labadie reist nu naar Montauban, de Zetel van het Protestantisme, waar hij 11^ jaar als burger -woont. IJverig bestudeert hij de werken van Calvijn en spoedig staat hij daar op de kansel.
Na die periode zien we hem naar Geneve reizen. In de bakermat der Reformatie, ontvangt men de Labadie met grote vreugde. De kansel staat voor hem open. Met vurige ijver dringt hij op reformatie aan. Hij doet dit met grote strengheid en zegt het volk duidelijk aan, dat als zij zich niet bekeren, het hun kwalijk zal vergaan. * » «
Plotseling leidt de Heere de weg van de Labadie anders.
De Waalse Gemeente Ie Middelburg beroept hem. De Magistraat der Zeeuwse Hoofdstad hecht er haar goedkeuring aan, dat deze vreemdeling zich in de stad mag vestigen. Als een donderslag bij heldere hemel, veroorzaakt dit
Als een donderslag bij heldere hemel, veroorzaakt dit Nederlandse beroep, grote beroering. Professoren, Studenten, Kerkeraad en gewone leden dringen er bij de Labadie op aan, Geneve niet te verlaten.
laten. Tevergeefs. „God heeft me in het hart gegeven, naar deze onbekende plaats te gaan" is zijn beslissing.
De kerk te Middelburg is blij als ze verneemt, dat Ds de Labadie naar Zeeland komt. Gretig worden — vooral door de Voetianen zijn geschriften gekocht en gelezen.
Zeeland staal juist in de branding der Sabbatstrijd en daarmee samenhangende problemen. De namen Voetius, Coccejus, Essenius en Lodcnstein zijn op ieders lippen.
Ofschoon de kerk een groot ledental telt, is het met de innerlijke toestand droevig gesteld. 't Is geen wonder dat velen met groot verlangen, naar de komst van de Labadie uitzien. Zij zijn overtuigd, dat de komst van deze leraar grote verandering ten goede zal uitwerken en lauwheid en lichtzinnigheidzal doen verdwijnen.
Het is een feestdag als de Labadie in 1666 zijn intrede doet.
De toeloop uit de stad en Walcheren is elke Zondag enorm. Ieder wil hem zien en horen.
Uren tevoren staat men voor het kerkgebouw. Anders behoeft men niet op een zit of staanplaats te rekenen.
De Labadie heeft al spoedig gezien, dat de Zeeuwen gevoelsmensen zijn.
In zijn vurige prediking houdt hij zich niet op met de allegorische, typische of profetische interpretatie van zijn tekst, zoals Coccejus en zijn volgelingen.
Hij verklaart kort en duidelijk de woorden, die hij tot grondslag van zijn preek koos en heldert ze op met een korte paraphrase, die men goed volgen en begrijpen kan.
De gemoedelijke toon der Voetianen vindt men dan ook in zijn prediking. Hij werkt meer op het gevoel dan op het verstand, waarbij hij wel eens van het geopenbaarde Woord afdwaalt.
Drie dingen stelt hij steeds op de voorgrond.
Het bestraffen der zondaars, het bemoedigen der h kommerden, het vertroosten der kudde.
Zaken, die hem populair bij het Zeeuwse volk make Ook begint hij — wat te loven is — op krachtige wij de kerkelijke tucht te herstellen.
Formuliergebeden worden echter volkomen generreef Is het wonder, dat bv. Ds Koelman verheugd is, dat Labadie in Middelburg is. Er is veel dat hen samenbiuj samen spreken zij over het heil der kerk.
samen spreken zij over het heil der kerk. De arbeid van Jean de Labadie begint rijke vrucliip te dragen. Een vreze en beven voor Gods Woord komt over alle
Een vreze en beven voor Gods Woord komt over alle Afgedwaalden begomien weer te vragen naar de w der zaligheid en roepen om behoudenis. De Zondag is voor velen een feestdag. Met blijdsclun gaat men op naar de voorhoven des Heeren. Bekom merden grijpen zich weer vast aan Gods beloften * » »
Helaas, het zal zó niet blijven. Er komt onheilig vuur op het altaar. Velen zien met lede ogen de Labadie's roem en dat hun een doorn in het oog. De tegenwerking komt echter niet van buiten, nuj
De tegenwerking komt echter niet van buiten, nuj van binnen.
Verschillende Middelburgse collega's kunnen licm IBP zet ten.
De Labadie heeft iets in zijn karakter, dat hu« p].,,, steun geeft bij hun oppositie, nl. zijn doordrijverij en ä stotendheid.
Daar verspeelt de Labadie veel sympathie mee. De Middelburgse heren buiten deze karaklcilnLLei nit.
Deze, weinige soepelheid brengt de Labadie ten M]. Hij is voor de eerste maal op de Synode. „Wilt U even de belijdenis ondertekenen domint; nodigt de scriba hem uit.
„Met genoegen broeder. Geef ze maar hier." De Labadie neemt ze ter hand en bladert er even ij Hij kan er zich best mee verenigen en zal nu tekenen Maar daar valt zijn oog op een uitdrukking, die hem hindert.
hindert. „Hij leest „dat Cliristns geleden heeft op het ahm des kruiscs."
„Daar ga ik niet mee accoord. Nergens wordt iu Jj Heilige Schrift gewag gemaakt, dat het kruis van Cliri'. tus, een altaar is. Dat is verkeerd!"
tus, een altaar is. Dat is verkeerd!" De Synodeleden willen hem dit nader verklaren. Tevergeefs! „Ik teken niet. Eerst moet dat er uit!" beslist de La
„Ik teken niet. Eerst moet dat er uit!" beslist de Labadie.
Nu raakt hij in een reeks van verwikkelingen
En helaas ook van het Gereformeerde pad af. Met droefheid zien Voetius. Essenius en Koeliiiaii op wier aanwijzing hij te Middelburg beroepen is, de Lalmdie's ondergang.
Ds Koelman, die eerst tot zijn vurige bewonderaah behoort, keert zich van hem af.
Hij schrijft twee belangrijke werken tegen hem, ora liel Zeeuwse Volk te waarschuwen.^)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 november 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 november 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's