Aesthetische en technische problemen bij de bouw van een orgel
Zaterdag 1 Dec. werd door de heer E. Leeflang, orgelbouwer alhier, voor het Wetenschappelijk Genootschap een causerie gehouden over „Technische en aesthetische problemen bij de bouw van een orgel." De vergadering was belegd in de Ned. Herv. Kerk te Middelharnis, zodat het aldaar in aanbouw zijnde orgel verduidelijkend kon werken bij het betoog van de heer Leeflang.
De voorzitter, de heer Frijlink, opende de vergadering door allen hartelijk welkom te heten op deze, voor het Wetenschappelijk Genootschap wel bijzondere plaats van samenkomst, In 't bijzonder dankte hij de heer
In 't bijzonder dankte hij de heer Leeflang, die zo bereidwillig was om een causerie over het orgel te houden; ook dankte hij de kerkvoogdij voor haar spontane medewerking om het kerkgebouw voor deze vergadering af te staan.
Daarna werd het woord verleend aan de heer Leeflang. Spreker wilde de titel van zijn onderwerp enigszins wijzigen en het aesthetische voor het technische laten gaan, daar de aesthetische waarde van het orgel van het grootste belang is. De heer Leeflang maakte de opmerking dat men vroeger wel eens dacht dat het orgel alleen maar die pijpen bevatte, die in het front te zien zijn. Het tegendeel is echter waar. Het grootste deel van de pijpen bevindt zich achter het front. Zo telt dit orgel in totaal ± 3000 pijpen. Verder liet de heer Leeflang de ver
schillende pijpvormen zien en het ver schil in klanktimbre horen. Spreker stelde de vraag: „Waartoe dient eigenlijk een kerkorgel?" In de Protestantse kerken is de hoofdtaak van het orgel de begeleiding van de gemeentezang. In de RoomsKatholieke kerken wordt het orgel meer gebruikt voor de begeleiding van het kerkkoor. Dit verschil komt duidelijk tot uiting in de dispositie van de verschillende orgels.
Nederland is op orgelgebied een pa radijs, vergeleken met het buitenland. De meest uiteenlopende stijlen, van gothisch tot modern zijn in goed geconserveerde kerkorgels in ons land vertegenwoordigd.
Als voorbeelden noemde de heer Leeflang het renaissanceorgel in de Nieuwe Kerk in Amsterdam; het barokorgel in de Oude Kerk in Amsterdam; het rococoorgel in de Lutherse Kerk in Den Haag; en het orgel in de Grote Kerk in Naarden als voorbeeld uit de tijd van nabfeei.
Omstreeks 1880 begon een depressie in de orgelbouw. In wezen zijn het orgel en de orgelmuziek polyphoon d.w.z. in de muziek dragen de afzonderlijke stemmen ieder hun eigen karakter.
De romantiek legt nu echter meer de nadruk op het homophone element dwz. in de muziek gaat men gebruik maken van afzonderlijke naast elkaar staande accoorden. De moderne techniek brengt voor het orgel vele voordelen, maar heeft een verarming van de klankkleur tengevolge. Na 1930 kwam een tijdperk van her
Na 1930 kwam een tijdperk van herleving in de orgelbouw, dat zich ook nu nog steeds voortzet. We kunnen thans drie stromingen onderscheiden. De eerste categorie wil teruggrijpen naar de barok om vandaaruit tot een nieuwe goede stijl te komen. De tweede wil copiëring van de barokorgels; een soort neobarok dus. De derde stroming houdt vast aan het romantische klankideaal.
Dit alles is natuurlijk van invloed bij de orgelbouw.
Als men een orgel wil gaan bouwen, zo vervolgde spreker, moet men natuurlijk met verschillende factoren rekening houden. Daar is in de eerste''^&ats de vraag:
Daar is in de eerste''^&ats de vraag: Hoeveel geld is er voor de bouw van het instrument beschikbaar. Verder spelen de grootte van het gebouw, het aantal zitplaatsen en de plaats en opstelling van het orgel een belangrijke rol, en dit allesbeïnvloed de dispositie.
Wat betreft het orgel in de Ned. Herv,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's