Prof. Van Niftrik over: HARDEGARIJP, EEN TEKEN!
Jl. Zaterdag werd te Utrecht een bijeenkomst gehouden, waarop Prof. v. Niftrik namens de Herv. Raad voor Kerk en School een uiteenzetting gaf van het standpunt van de Raad inzake de schoolstichting te Hardegarijp en in het algemeen zijn verhouding tot openbaar en bijzonder onderwijs.
De voorzitter, dhr P. van Aalten van Arnhem, zei in zijn openingswoord, dat wij allen houden van traditie en van vaste lijnen. We willen niet graag van onze zekerheden af. Maar principia leiden dikwijls tot zelfvoldaanheid en daarom hebben wij het onrustwekkende nodig om levende mensen te blijven. Iedereen, die aan oude methoden tornt, wordt bij het chr. onderwijs direct verdacht. Spr. meent, dat zowel de voorstanders van de chr. als van de openb. school eenzijdig zijn. Op beide scholen werken Herv. leerkrachten, doch de kerk bemoeide zich voorheen niet met het onderwijs. Zij liet zich tot zeer smalle basis terugdringen. De oorlog bracht echter verandering, doordat veler gedachten uit de geijkte baan liepen. Uit die onrust 13 de Herv. Raad en het Werkverband van Herv. onderwijzers geboren en daarom zochten chr. en openb. onderwijzers elkaar op. We moeten aanvaarden, dat we broeders zijn, leden van één kerk. Spr. deelt mede, dat er schriftelijke vragen gesteld kunnen worden.
Prof. Van Niftrik, vervolgens het woord verkrijgende, zegt, dat Hardegarijp een teken is van de verschuivingen in theologisch en kerkelijk denken. Wel drukte de kerkeraad van Appingedam zijn droefheid uit over de houding van de Herv. Raad, maar spr. is helemaal niet bedroefd. Wel vindt hij het ongelukkig, dat" hij als Barthiaan al bij voorbaat veroordeeld wordt en bij het Chr. onderwijs veel wantrouwen tegen hem bestaat. Volgens velen is deze vergadering een gevaarlijk crisisverschijnsel in de Herv. Kerk, omdat een ruwe ijzeren hiel trapt op het christenhart (kerkeraad v. Appingedam.) Spr. zal echter de kool en de geit niet kunnen sparen. De verbijstering zal plaats moeten maken voor begrip. Volgens het Fries Dagblad is de hou
Volgens het Fries Dagblad is de houding van de Herv. Raad een teken des tijds. De Chr. bladen zijn in alarmstemming en men vraagt zich af: moet het nu buigen of barsten? Zal de Herv. Synode vóór de één of andere school zich verklaren?
Spr. zegt, dat het ogenblik, waarop de Herv. Kerk over de schoolkeuze zal moeten beslissen, nog niet gekomen is. Wij zitten in dit opzicht in een crisisperiode en die kan nog lang duren. Dit is echter zeker: het vanzelfsprekende van vroeger bestaat niet meer! De ontwaakte Hervormde Kerk bekijkt beide scholen vanuit het Evangelie. Zij staat critisch tegenover beide schooltypen en daarom behoeft men niet door touwtrekken te proberen de Synode tot een keuze over te halen. De H. Kerk is alleen voor de school van Christus. Zij wei gert zich neer te leggen en vast te leggen op één der bestaande schooltypen. Er is in de theologie en de philosophic thans veel te doen, dat zich ook realiseert in de school en daarom zal de H. Kerk alleen stimuleren, wat gaat in de richting van de School van Christus.
Hardegarijp is tevens een teken, dat er niets nieuws is onder de zon. Het is een herhaling van het conflict op de vergadering van Chr. Nat. Schoolonderwijs in 1869, waar Groen van Prinsterer en Kuijper stonden tegenover Beets en Chantepie, de antithese-mannen tegenover de ethische bemiddelaars. De H. Raad staat aan de zijde van de laatsten: hij is voor een hogere synthese en doet niet mee met de antithese-leer. Hij zal daarom ook niet kiezen. De geest van Hoedemaker moet tot nieuw leven komen en de Herv. Kerk moet haar apostolische roeping ook in de school vervullen. Dan is geen school-antithese mogelijk. Dit is geen halfheid en slapheid, maar een eigen standpunt. Wij zijn met de kerk op weg gegaan, zo gaan we ook met de school op weg.
De H. Raad kan daarom niet elke chr. schoolstichting steimen. In Hard. is een chr. school overbodig. De C.N.S. gaat er concurreren met een paar Herv. scholen in de buurt. Wij geloven niet meer in bolwerken, zegt spr., niet in het bolwerk der chr. school en ook niet in dat van de openbare. De Herv. Kerk wil deze bolwerken niet verdedigen, maar blijft protesteren naar beide kanten. Wij willen geen fronten, roept spr. uit, doch gaan met het Evangelie tot het gehele volk. En dat Evangelie is niet het privé-bezit van een bepaald bolwerk. Ons standpunt is dat van de ethische bemiddeling. De ethische theologie is thans verdisconteert in de nieuwe theologie. De geschillen tussen vóór- en telgenstanders va« dp Herv. Baad liiggbn op thieologisdh niveaiu.
De kerkeraad van Hard. is vrijzinnig, doch men niene niet, dat de H. Raad deze kerkeraad de handen boven 't hoofd wil houden. Wij menen, dat het geen eis van Christus is, overal chr. scholen te stichten. Wij oordelen niet doctrinair, doch naar bewind van zaken. Met deze kwestie hangt samen de pro
Met deze kwestie hangt samen de problematiek van Christendom en humanisme. Het Christendom predikt ook de humaniteit. Er zit inderdaad theologie in als de H. Raad samenwerking zoekt met het humanisme. De H. Raad weigert zich vast te leggen op de toestanden uit de 19e eeuw. Er groeit thans eeni nieuwe anthropologic (leer van de mens) en een nieuwe fundering van ons waarachtig mens-zijn. Dit voert tot een gewijzigde houding t.o.v. de school. En nu is de chr. school geen evangelisatieinstituut, maar een cultuur-instelllng en als zodanig verschilt ze van de kerk. De school hoort thuis in de orde der schepping, de kerk in die der herschepping. Daarom moet men de school niet zien in het vlak der verzoening. Dat is de reden, waarom met het humanisme kan worden samengewerkt. Achter Hardegarijp zit veel meer dan
Achter Hardegarijp zit veel meer dan halfheid. Dit vraagstuk heeft een theologische achtergrond, die spr. geschetst heeft.
Na de pauze beantwoordde Prof. van Niftrik een groot aantal schriftelijke vragen. Hieruit bleek, dat de overgrote meerderheid der aanwezigen tot het chr. onderwijs behoorde, want vrijwel alle vragen deden uitkomen, dat de stellers ervan het helemaal niet met de spr. eens waren. Er werd gevraagd, of de Herv. Raad gemachtigd is namens de Synode of de Kerk te spreken. Daarop werd geantwoord, dat de Raad een adviescommissie is, doch beslist in zijn optreden vertolkt, wat er in de Synode leeft. Intussen is de H. Raad niet verantwoordelijk voor wat de kerkeraad van Hard. heeft geschreven. Met name de tirade over het streven naar een machtspositie door het schoolbestuur vond spr. wel wat gewaagd. Voorts kwam in de beantwoording nog uit, dat Prof. Van Niftrik en met hem de Herv. Raad niet het standpunt delen, dat de doopbelofte eist, dat de ouders de kinderen moeten sturen naar een chr. school. Deze is ook niet het verlengstuk van het christelijk gezin, gelijk zoveel wordt beweerd. De kinderen zijn niet alleen van de ouders, ze zijn ook van de kerk en van de staat! Daarom is de oude leuze: de school aan de ouders, onjuist. Uit een der vragen bleek, dat de Herv. predikant van Rijperkerk, één der genabuurde dorpen, waar de Herv. School leerlingen zou verliezen aan de nieuwe C.N. School, een ingezonden stuk had geschreven aan het Synodeblad „De Hervormde Kerk", waarin hij zich vóór deze schoolstichting verklaarde. De redactie van dat blad had echter de opname geweigerd!
Tenslotte mocht de voorzitter van de Chr. Schoolvereniging te Hardegarijp een kort woord spreken. Hij deed dit op eenvoudige wijze, wierp de beschuldiging van streven naar een machtspositie verre van zich en verklaarde de actie voor schoolstichting als een gewetenszaak voor de ouders, die volledig chr. onderwijs begeren voor hun kinderen. Prof. Van Niftrik was wel getroffen door de liefde voor de Chr. School, die uit de woorden van deze voorzitter sprak, doch was niet overtuigd: de kinderen moesten maar een half uur lopen naar een ander dorp, dat gebeurt in Amsterdam ook dikwijls. M.a.w. voor Hardegarijp zelf achtte hij de Openbare School voldoende, hoewel spr. persoonlijk zijn kinderen naar de chr. school stuurt. Maar hij wenst ze niet aan elke chr. school toe te vertrouwen!
We menen te kunnen zeggen, dat het resultaat van deze vergadering zodanig is geweest, dat de bedoelingen van de Synode en de Herv. Raad duidelijker zijn geworden. inderdaad
Onder trein vermorzeld
MAASTRICHT — Woensdagmorgen kwart voor acht vond een spoorwegbeambte langs de spoorlijn Sittard-Maastricht ter hoogte van Elsloo het zwaar verminkte lijk van de 53-jarige gepensionneerde mijnwerker S. uit Elsloo. Vermoed wordt dat 'de man langs de spoorlijn kolei^heeft gezocht en de trein niet heeft horen aankomen. (Alg. Dgbl.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's