Komt het verkeer via de Leidam Ooltgensplaat-Numansdorp?

De heer K. Korteweg, Gemeente-secretaris te Ooltgensplaat schrijft ons:

Het is allerminst mijn bedoeling, mijn naam in de krant te krijgen, evenmin initialen m.et plaatsaanduiding, maar mijn zienswijze op de beoogde verkeersverbetering wil ik U, voor zoveel nodig, toch wel kenbaar maken, om er eventueel gebruik van te maken op de wijze, zoals U goeddunkt.

Het denkbeeld van uw Stellendamse inzender om een tunnel te maken, al is dit vergald door uitdrukkingen, welke, als niet ter zake dienende, beter achterwege hadden kimnen blijven, is lang niet dwaas, al is het dat wij, leken, niet kunnen uitmaken, of het al dan niet mogelijk is, in het open Haringvliet op een (begroeide) zandplaat een timnelingang te maken. Is eenmaal, na vele jaren vuilnisstorten, Scheelhoek met Stellendam verbonden, ik vraag het in gemoede, zou dan een dam niet beter en meer afdoende zijn dan een tunnel, een brug of verbeterde veerdiensten, welke ook grote kapitalen vorderen? Van kostenberekeningen heb ik geen verstand, dus waag ik mij daaraan niet, omdat de gevolgen van afdammhig zeker door een leek niet te overzien zijn. Hierbij doel ik aan de ene zijde op schade wegens dichtslibbing van havens, polderbcmaling, enz. en aan 'ie. .andere zijde op de voordelen van een enorm zoetwater-reservoir, waardoor o.s. industrialisatie mogelijk wordt, alsmede poldervorming en zeker niet in het minst een nooit te stagneren afdoende vastewal-verbinding. Ik doe slechts een greep, want er zijn nog talrijke voorfcn nadelen op te sommen. Op één nadeel wil ik echter de nadruk

Op één nadeel wil ik echter de nadruk leggen: het beruchte bruggetje over het Voornse kanaal. Evenwel ben ik er van overtuigd, dat dit obstakel, vooral na zulk een rumoerige vergadering als vorige week door de Flakkeese Gemeenschap is gehouden, best in orde zal zijn gemaakt, vóór de dam er ligt.

Ditzelfde brugg"etje blijft een bezwaar bij elk plan van een verbinding ten Westen van dit kanaal. Nu kan ook nog worden aangevoerd,

Nu kan ook nog worden aangevoerd, dat, ingeval van afdamming, elk verkeer tussen het Zuid-Oosten van ons eiland en Rotterdam, waarop toch Flakkee als geheel wel voor 90% is georiënteerd, via het Noord-Westen moet gaan, indien men niet van de dan nog blijvende veerdiensten gebruik wil maken. Dit is een reis als van Breda via Nijmegen, Arnhem, Utrecht naar Rotterdam. Zelfs het uiterste Zuid-Oosten zou zich hierbij nog neerleggen, als de dam er maar spoedig kwam.

Het is zeer de vraag, of het Westen en midden van Flakkee zich zo gemakkelijk zouden schikken in een veel meer voor de hand liggende, op goedkope wijze en. betrekkelijk snel tot stand te brengen verbinding via de Leidam in het Hellegat — Numansdorphaven. De wijze, waarop de stemmen, welke hierover reeds zijn opgegaan, tot nog toe van bepaalde zijden zijn gesmoord, doet wel het tegenovergestelde verwachten. Of nu deze verbinding tussen Oost- Flakkee en de Leidam tot stand wordt gebracht van het Noordelijke einde van de Schaapweg bij den Bommel, dan wel vanaf de tijdens de bezetting verwaarloosde Steigerdijk te Ooltgensplaat doet thans niet ter zake. Een feit is het, dat de poldervorming tussen de Leidam en ons eiland beide dijken vereist. Of nu één van deze twee voorrang verdient is een vraag, welke dezerzijds niet mag en kan worden beoordeeld. Het ijveren voor de spoedige tot-stand-komlng van deze polder dient dus een tweeledig doel: de iandaanwining (landhonger) en oen goede voorlopige verbinding in afwachting van de definitieve.

Zeer zeker zijn ook hiertegen bezwaren aan te voeren, o.a. de vele af te leggen K.M. om van West-Flakkee in het uiterste Oosten te komen, maar ik geef dit maar als een voorlopige oplossing om uit de impasse te komen, tervrijl het streven naar een vaste verbinding het einddoel moet blijven. De polder komt er en wegen moeten daarin worden aangelegd, waarom dan niet door het spoedig leggen van een dijk de landaanwinning versneld? De lange vaartijd thans naar Numansdorphaven wordt hierdoor tot een-vierde of eenderde bekort. Het aantal diensten kan dus zonder extra kosten worden vervier-of drievoudigd. Blijkt het nodig (en dat zal wel) dan kan een 2e boot worden ingelegd of ponten in de vaart worden gebracht. Elke uitbreiding is hier mogelijk.

Een feit is het, dat het bij slecht weer bij Numansdorphaven lang niet zo spookt als bij Middelhamishaven em Hellevoetsluis, terwijl er nimmer stagnatie door ijsgang is voorgekomen. Is hiermede het voor-de-hand liggende in korte trekken behandeld, nu het goedkope. Uitgaande van het standpunt, dat voor de landaanwinning toch de dijken en wegen moeten worden aangelegd, moeten de kosten daarvan ook niet drukken op de verkeersverbetering doch op de nieuwe polder. Zowel de Noordelijke als de Oostelijke nieuwe polderdijk moeten worden aangesloten aan de bestaande wegen. Nieuwe wegen voor de veerdienst zijn dus niet nodig. Ten laste van de veerdienst komt dus alleen een aanlegplaats aan diep water ten Oosten van de Leidam. Over de snelle uitvoering valt weinig meer te zeggen als de landaanwinning van primair algemeen landsbelang wordt verklaard. Toen ik kort geleden over deze mogelijkheid met iemand sprak, werd mij tegengeworpen, dat de wegen in de Hoeksewaard niet geschikt waren voor het verwerken van het nieuwe verkeer. Ik heb toen geantwoord: „onbekend maakt onbemind." Alleen 1 K.M. weg tussen Numansdorphaven en Numansdorp op de kruin van de dijk is niet best. De overige wegen zijn Rijks- of Provinciale wegen, welke een vergelijking met de weg langs het Voornse kanaal glansrijk doorstaan. Ik heb mij meermalen afgevraagd, of de actie voor een vaste-wal-verbinding alleen wordt gevoerd door en voor de autorijders, terwijl met de belangen van het grote percentage, dat dit voorrecht niet geniet, geen of weinig rekening wordt gehouden. Dit doet denken aan de beruchte uitdrukking, inzake onderdrukking van de minderheid. Een enkele pleiter hiervoor heeft weinig succes, anders gezegd, vindt geen gewillig gehoor. Op het gevaar af, eveneens in een hoekje te worden gedreven, wil ik hierover toch ook iets zeggen. Ik pleit niet voor de R.T.M, maar een eenvoudige blik op de kaart doet duidelijk zien, dat de trambaan ligt tot Ooltgensplaat, vroeger tot het eind van de Steigerdijk en aan de andere zijde tot Numandadorphaven. Doortrekking van de trambaan tot het eind van de Leidam ligt voor de hand. De ± 1400 meter water tussen deze twee punten met een goede veerboot kan toch, als voorlopige oplossing, geen ernstig bezwaar meer vormen. Is men zó verbeten op het middeleeuws trammetje, ook wel boerenspoortje genoemd, dat men hiervan met meer wil horen, de zaak is eenvoudig, een moderne busdienst van wie dan ook geeft de gewenste uitkomst. Wordt van Overheidswege niet eerst de Oostelijke doch de Noordelijke dijk gelegd, dan moet er toch een busdienst komen van de Schaapweg naar de nieuwe aanlegplaats. Laten wij ons hierover geen kopzorgen maken. Het gaat er mij alleen om, zo weinig mogelijk kapitaal te investeren en, wat ik slechts als een voorlopige en snelle uitkomst zie, terwijl het eindoel: EEN vaste oeververbinding, moet blijven. WELKE deze laatste zal zijn en waar zij komen zal moeten we aan Hoger Gezag overlaten evengoed als we moeten afwachten, wanneer deze komt. Zelfs de grootste optimist zal het langzamerhand wel duidelijk geworden zijn, dat de vaste-wal-verbinding een toekomstdroom is. Dus moeten we voorlopig wel tevreden zijn met een verbetering van de veerverbindingen. Toen de R.T.M, alle concurrerende

Toen de R.T.M, alle concurrerende veerdiensten had opgekocht en geliquideerd was het een uitkomst dat er 2 nieuwe verbindingen aan de Slulsse Haven en te den Bommel werden ingesteld. Laten we monopolie van veerdiensten, behalve Rijks- of, zoals in Zeeland Provinciaal, voorkomen en bij een voordeur ook een zij- en een achterdeur openhouden. Welke veerdienst de voordeur zal vormen, zal in de praktijk blijken. Voor mij staat het vast, dat dit de dienst op Numansdorphaven wordt. Resumerende, thans dan alle krachten

Resumerende, thans dan alle krachten geconcentreerd op deze veilige, snelle, goedkope en frequente verbinding, welke, zoals betoogd, voor de hand ligt met als 2e, even belangrijk, doel: de spoedige landaanwinning en voor de toekomst het bekende EINDDOEL.

Hoogachtend,

K. KORTEWEG.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen