Havenplan voor Middelharnis en Sommelsdijk
Over de los en laadgelegenheden van de haven te Middelharnis en Sommelsdijk is ide laatste tijd veel te doen geweest. Zoals bekend, bestaat er een zg „Havencommissie", die plannen voor verbetering in studie heeft genomen Bovendien is aan het Economisch Techn. Instituut opdracht gegeven, naast hetgeen in een groot rapport over het eiland over de havens in het algemeen is gezegd, apart te rapporteren over de mogelijkheden die er liggen met begrotingen voor e.V. verbeteringen. Nu dit rapport gereed gekomen is, geven wij d algemene lijn van deze plannen in 't kort weer.
Vestiging van industrie zal veel werkloosheid opvangen
De los en laadgelegenheden van d haven van MiddeUiamis en Sommelsdijk behoefden sinds langen tijd een grondige verbetering. Aan de outillage ontbreekt veel. Gezien echter ide finantiële positie vorige jaren verre van duidelijk was, kon er uiteraard weinig aan gedaan worden. Zoals hierboven gezegd, is ee havencommissie ingesteld, bestaande uit de wethouders uit beide gemeenten, de raadsleden Beversluis en v. d. Waal te Middelharnis en voor Sommelsdijk de leden A. A. Mijs en J. Blok". Hieraan was toegevoegd oudBurg. L. J. den Hollander (Schuttevaer) en de sluismeester Bouman te Middelharnis. Voorts is ee economisch rapport gevraagd van he E.T.I. en een technisch rapport met begrotingen van het Bureau voor Bouwen Waterkunde (Ir Herman de Groot) Los van het begrip haven is er gebrek aan terreinen, gelegen langs het water, voor vestiging van industrie. Mede door rationalisering' van de landbouw op on eiland ligt hier een probleem. Het verval van een haven, die bij vlotte functionering welvaart schept, doet bij verwaarlozing het tegengestelde en verhoogt de werkloosheid. Het is dan oo de taak van de gemeentebesturen om zoveel mogelijk werkgelegenJieid te scheppen en uiterste noodzaak om tot verbetering van outillage aan de havens te komen, en ook de mogelijkheden voor industrievestiging te bezien.
Nu kan de vraag rijzen, waarom men nog tot verbetering en uitbreiding van havens zou moeten komen, terwijl men hoopt binnen niet al te lange tijd over een vaste oeververbinding te beschikken. Dez,e vraag is in het rapport van he E.T.I. breedvoerig onder het oog gezien. Het vrachtvervoer over de weg is in vele gevallen een concurrent voor het binnenschip, en al komt er een brug, is de binnenvaart daarmee nog niet ten dode gedoemd. Een deel van het goederenvervoer blijft de voorkeur geven aan het binnenschip, wat uit andere streken van ons land duidelijk blijkt. Wel is waar ligt het vervoer in het algemeen sterk ten gunste van het vrachtautovervoer, vooral na de oorlog, maar cijfers van 1950 tonen aan dat het transport van massagoederen nog voor een aanzienlijk deel in handen van het binnenschip is en nog plm, 45% van he gehele binnenlandse vervoer uitmaakt. Hieruit kan de conclusie worden getrokken, dat de binnenvaart, ook al is er een brug, een, voorname functie zal blijven vervullen.
Daarmee is echter nog niet alles gezegd. De vraag ligt voor de hand, of behalve van het bewaard blijven van wat thans aanwezig is, nog een nieuwe ontwikkeling op het gebied der havens is te verwachten. De haven van Middelharnis ontleent zijn verkeer aan een drietal functies: allereerst die van de collecterende groothandel in agrarische producten zij het niet in de mate als andere havens van het eiland. De tweede functie — de distribuerende groothandel — ontleent zfl aan het feit, dat zij de centrumgemeente van het eiland is. De groothandel in bouwmaterialen, kruidenierswaren, machines e.a. producten is voor het grootste deel in deze gemeente gevestigd, wat grotendeels te Middelharnis per schip wordt aangevoerd. De derde functie is die, welke nog grotendeels in de toekomst ligt, nl de industriële ontwikkeling, die op bscheiden schaal nog worden verwacht.
De havens van Middelharnis is dus voor de toekomst nog van toekomende betekenis. Daarom achtte het E.T.I. het noodzakelijk bij het havenplan eveneens een plan voor de ontwikkeling van ee zekere oppervlakte industrieterrein te geven, om in de toekomst van de mogelijkheden die zich voordoen ten volle te profiteren. De huidige havendam wordt daarbij secundair geacht, ae havenfunctie dient in het nieuwe gebied te worden geconcentreerd. Demping van de oude havenkom wordt niet geadviseerd, omdat deze het dorpsbeeld verlevendigd.
De haven Sommelsdijk De ontwikkelin,^ van Middelharnis en zön havenfunctie wordt aUeen denkbaar geacht, in geval een vaste oeververbinding tot stand komt. Deaie is voorwaarde voor iedere ontwiltkéling van enStge betekenis op het eiland. Voor Sommelsdijk ligt de situatie anders en minder gecompliceerd. Deze haven vervult hoofdzakelijk één functie, welke voortvloeit uit de collecterende groothandel in agrarische producten. In de toekomst wordt alleen een zekere industriële activiteit verwacht door het verwerken, sorteren en verpakken van deze producten, zodat slechts een bescheiden ruimte voor industriële vestiging in het plan is opgenomen.
Een tnsteeJkhaven met industrieterrein te Middelhamis
Voor de havenoutillage te Middelharnis is een drietal plannen gemaakt. Plan I voorziet in de verbreding van de haven aan de Oostzijde over een aanzienlijke lengte en het graven van een insteekhaven. De trambaan moet over een lengte van plm. 1250 m worden omgelegd, terwijl daarlangs tevens de provinciale weg moet worden aangelegd. Op deze wijze komt tussen de haven en de trambaan een oppervlakte van 14, ha industrieterrein beschikbaar. Voor de bestaande bedrijven te M'hamis zou ruim 3 ha moeten worden gereserveerd, zodat voor vestiging 10 ha overblijft. Aangenomen wordt dat per ha 75 personen kunnen worden te werk gesteld, waardoor na verloop van tijd
continu voor 750 personen werkgelegenheid
zou zijn geschapen. Deze werkgelegenheid in en om de haven moet niet alleen plaatselijk worden gezien, maar kan een streekbelang worden genoemd daar er andere werkgelegenheden uit voortvloeien. Neem bv. de opleiding van ambachtslieden, die hier emplooi zouden kmmen vinden. Op ramingen van October 1951 bedra
Op ramingen van October 1951 bedragen de kosten ƒ 526.000.— plus aankoop grond ƒ 100.000.—. Dit komt neer op een grondprijs voor de terreinen van ƒ 4.30 per m2. Plan I is ruim opgevat en voldoende geacht voor een periode van 50 jaar. Plan n is op dezelfde wijze maar kan
Plan n is op dezelfde wijze maar kan naet 7 ha terrein voor industrie. Bij di plan is ook berekend op een insteekhaven, waarbij echter de haven over een veel geringer lengte wordt verbreed. Hier zou een werkgelegenheid voor 300 personen kunnen worden geschapen binnen het raam der mogelijkheden voor de eerste 25 jaar. iDe kosten van dit plan, inclusief grond bedragen ƒ 465.000.— af wel ƒ 6.65 per m2. Aangenomen dat i 25 jaar tijds de gehele oppervlakte van 7 ha is uitgegeven, bedraagt de gemiddelde kapitaals-investering ƒ 232.500 en het gemiddelde rente-verlies ä 4%% pe jaar ƒ 10500.—. Gerekend op een onderhoud van plm. ƒ 15000.— bedragen de exploitatiekosten ƒ 25.500.—.
Bij dit plan is het voordeel, dat d resterende 7,5 ha naar behoefte er bi kunnen worden getrokken. Ook na de 25-jarige periode beschikt men dan no over bouwterrein.
Plan in gaat definitief uit van ee terrein-oppervlakte van 7 ha, met dzelfde expansie mogelijkheden. Omgerekend komen de kosten hiervoor op ƒ 5.5 per m2. Dit plan is beperkter van ozet.
Het tweede plan wordt in het rappor als het meest aangewezen geacht, omdat dit ruimte laat voor dynamische groei en men niet gedwongen is te vee hooi op de vork te nemen. Het plan van Sonunelsdijk omvat een verbreding voor de bestaande haven over een lengte van 275 m benevens aanleg van een bescheiden havenlcom en ee nieuwe ophaalbrug (Wilhelminabrug) met een doorvaartwijdte van 8 m. Gdacht is aan een industrie-terrein met een oppervlakte van 3,9 ha. De totale kosten zijn geraamd op ƒ 390.000.— of ƒ 10.— per m2.
Er op of er onder! Dit is in 't kort een overzicht van d plannen die in overweging worden genomen. Vast staat, dat er wat gedaan moet worden, wil Middelhamis op de duur niet tot een dood plaatsje vervallen. Doet men niets, gaat men er onder gaat men tot uitvoering van het plan havenplan over, is er tenminste enig zicht voor de toekomst. Regeren is vooruitzien. Het mag enigszins een gedurfd plan lijken, anderzins is een uitgave van ƒ 25.000.— per jaar (zie plan II) te overkomen.
Het Dept. van Economische Zaken overweegt spreiding van industrie, daar waar de zwakke plekken zijn. Flakkee maakt de kans tot noodgebied te worden verklaart, gezien de structuele werkloosheid. Dit geeft te meer kans, dat er van enige industrie-vestiging sprake kan zijn.
Informatief is reeds nagegaan of de uitvoering van dit grootse werk in D.U.W.-verband zou kunnen geschieden, wat vrij zeker is, daar het niet tot he normale werk behoort. Er zouden tal van werklozen aan dit object kunnen worden tewerk gesteld. Wordt tot uitvoering besloten — waardoor het verkeer over de trambaan Oudel. dijk zal worden gelegd (dus buiten de gemeente om) dan moet er nog heel wat overleg plaats hebben, bv. over uitwatering Polder, over de Waterkering met de R Waterstaat onteigening gronden en last not least voorziening kapitaals middelen. Het gaat echter om het zijn of he niet zijn en met dit doel voor ogen kan er veel worden bereikt en moet men ook wat durven risceren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's