Uit het Kijkvenster
Oudejaarsavond — Het vlieden van de tijd — Van oud en nieuw.
Oudejaarsavond. Nog enkele lu-en, als de Heere ons het leven spaart, dan laten de klokken hun sonore stem horen: twaalf doffe slagen, en het jaar 1951 is voorbij. Weggeschoven in de schoot der eeuwen. Er ligt iets beklemmends en ontroerends in zo'n Oudejaars-avond, We voelen het dan bij uitstek: „Wij vliegen daarhenen." We hebben het al eens meer gezegd, niet de tijd vliegt, (al is dit een algemeen spreekwoord) maar wij vliegen daEirhenen! Hoe moesten we daar iedere dag, ieder uur aan denken, om ons voor te bereiden op de nimmer eindigende eeuwigheid! Niet alleen op Oudejaar, maar elke dag de tijd, die ons toebedeeld is, uitkopen ,,eer de kwade dagen komen, van dewelke gij zeggen zult, ik heb geen lust in dezelve."
Op Oudejaarsavond zijn de kerken, waar andersvaak lege plaatsen te zien zijn, geheel gevuld. Er zijn er veel, die dan nog eens goed willen maken wat in het afgelopen jaar is tekort geschoten. Daarmee wil uw waarnemer niet zeggen, dat de kerk geen goede plaats is, integendeel, het is wel meer voorgekomen dat mensen, die slechts op Oudejaars-avond ter kerk kwamen, door de prediking des Woords in het hart werden gegrepen. Die anders nooit tot het Woord kwamen, maar tot wie nu tegen wil en dank (is dat niet altijd zo?) het Woord tot hen kwam. Het allerlaatste uur van het jaar het uur der minne, van Gods eeuwige ontfermende liefde over een alles verbeurd hebbend zondaar! Anderzijds zijn er mensen, en dat is een grote groep, die de beklemdheid en onrust des harten trachten weg te wissen door drank, spel en vreugde. Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij! Laat ons het er nog eens goed van nemen! Zo is de mens van nature, den heidenen gelijk. Bij de heidense volken van oude tijden kwamen oud- en nieuwjaarsfeesten ook ^voor, waarbij veel van Bacchus werd geofferd. Bij het tegemoetgaan van een onbekende toekomst trachtte men op deze wijze versterking van levenskracht en afwending vaui onheU te zoeken. Om de uitspattingen van deze feesten te bestrijden, maakte de Christelijke Kerk de Ie Januari tot een vastendag. (2e Synode van Tours 567) Onze Gereformeerde Vaderen waren eigenlijk tegen de viering van de Nieuwjaarsdag, gelijk tegen feestdagen in het algemeen (synoden van Dordrecht 1574, 1578. Zij konden ze echter niet keren, zie D.K.O. art. 67. Ik ga daar nu niet breder op in.
Van oud in nieuw gaande zij bij ons de overdenking of we bij al onze handelingen de Heere tot een toevlucht hebben gehad. Zonder God te hebben geleefd — ook bij al onzen godsdienst — is toch een ontzettende gedachte, want er is een gedeiikboek voor Zijn Aangezicht. Zonder waarachtige wedergeboorte, zonder vernieuwing des harten zullen wij voor Hem niet kunnen bestaan. „'t Allerhoogst en eeuwig goed", gelijk de Psalmdichter zegt, is toch het grootste, dat de mens bezitten kan. Dat verduurt de tijd en de eeuwigheid. Wij zijn nog in de genade-tijd, de deur is nog niet op het nachtslot. De Heere mocht geven dat we het nieuwe jaar beginnen mochten door met al onze noden, al onze zonden en ellenden tot Hem de toevlucht te nemen. Het volk dat daar iets van kent, weet bij ondervinding, dat de Heere een nooit beschamende toevlucht is. Uw waarnemer wenst dit van harte alle lezers en lezeressen, jong en oud, van harte toe. Ik moge nu voor deze keer besluiten met een versje op de Jaarwisseling, dat mij dezer dagen onder de ogen kwam;
Ook dit jaar bracht Zijn vreugd' en klacht. Wat is gebleven? AEm kiemend zaad. Dat nooit vergaat, Maar schraagt in 't leven? En straks gedijt Voor d' eeuwigheid?
Het oud' verdwijnt Het nieuw' verschijnt. Wat houd 't verborgen?
Zal 't blijdschap bien? De vrede zien? Brengt 't nieuwe zorgen? Zonden — of — slagen? Rampen —^ of — plagen?
Dat: hoe 't ook keer', 't Ons bukken leer'. Voor 't recht des Heeren! Zijn Raadsbesluit, Dat Hij vrij uit Volvoert: berustend eren! 't Ga dan, zo 't wil, Zwijg Gode stil! WAARNEMER.
Drukwerken en de nieuwjaarsdrukte
Ieder jaar klaagt het publiek, dat in de periode van nieuw-jaarsdrukte bij PTT, verlovings-, geboorte, ondertrouwkaarten en dergelijke als nieuwjaarskaarten zijn behandeld en dan tengevolge van de te late overkomst hun doel hebben gemist.
PTT doet uiteraard al het zijne om dergelijke abuizen te voorkomen. Het publiek wordt in verband hiermede aangeraden dergelijke stukken niet in de brievenbussen te stoppen, maar met een verklaring aan de loketten der postinrichtingen af te geven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's