Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaarwisseling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarwisseling

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Hij dan zeide: Zou mijn aangezicht moeten medegaan om U gerust te stellen? Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken." (Exod. 33 : 14 en 15)

De tijd vliegt snel want uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen. Maar niet alleen dat de tijd vliegt, ook

Maar niet alleen dat de tijd vliegt, ook wij vliegen mee.

In Psalm 90 zegt Mozes: „Wij vliegen daarheen. Wij vliegen naar de onbekende toekomst; naar een wisse dood; naar een eeuwige bestemming, naar een beslissend oordeel.

Van alles wat gehoord is, is het einde van de zaak, vrees God en houd Zijne geboden, want dit betaamt alle mensen; want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, het zij goed of het zij kwaad." Toen Hagar vluchtte voor Sara, ont

Toen Hagar vluchtte voor Sara, ontmoette zij in de woestijn een engel die haar deze vraag stelde; Vanwaar komt gij, en waar zult gij heengaan? Ook wij worden bij de jaarwisseling

Ook wij worden bij de jaarwisseling even stilgezet en bij de vraag bepaald: Vanwaar komt gij en waar zult gij henengaan ?

De wereld wordt wel eens vergeleken bij een woestijn en het leven bij een reis. Die woestijn is vol van gevaren en het leven is vol van bezwaren. Een zeker dichter heeft dan ook gezongen: Gaat niet alleen door 't leven.

Weliswaar geeft de Heere in het huwelijk aan de man in de vrouw een hulpe en aan de vrouw in de man een steun.

En het is een voorrecht als we die hulp en die steun practisch mogen ervaren.

Als we echter geen andere steun en geen andere hulpe hebben zijn we te beklagen.

Mensen zijn rietstaven die onze handen doorboren als we er op willen leunen,

Welgelukzalig is de mens, die de God Jakob tot Zijn^ hulpe heeft, wiens verwachting op de Heere zijn God is.

Welnu, mocht de Heere ons bij de jaarwisseling eens even stil doen staan bij de uitlokkende vraag; Zou mijn aangezicht moeten medegaan om U gerust te stellen?

Wat zou het een voorrecht zijn als wij dan met Mozes dit besliste antwoord zouden mogen geven: Indien uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken.

We willen even memoreren wat we op Zaterdag 30 Dec. 1950 schreven in „Eilanden-nieuws." Wij begonnen toen met de woorden:

Wij begonnen toen met de woorden: Het is mij een voorrecht om door een stichtelijke overdenking bij de wisseling des jaars, weer eens even in contact te komen met mijn vele oprechte vrienden en vriendinnen op het eiland Plakkee en vooral met de Dirkslanders.

We eindigen met de woorden die ge vindt aan het einde van de vijf Artikelen tegen de Remonstranten: „Dat de aanschouwing van het aangezicht des verzoenden Gods, den godvruchtige zoeter is dan het leven, maar de verberging, bitterder dan de dood."

Als die taal door genade practijk is geworden zullen we te midden van de beroeringen der tijden waarin alles wankelt en kraakt met Mozes instemmen: Indien uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken. De toekomst is donker en onheilspellend. We leven op een vulkaan en elk ogen

We leven op een vulkaan en elk ogenblik kon de gloeiende lavastroom van een nieuwe oorlog over de volken worden uitgestort. Het aangezicht van het jaar 1952 is

Het aangezicht van het jaar 1952 is gesluierd en wij kunnen die sluier niet oplichten. We weten niet of het straks een grimmig of een vriendelijk aangezicht zal vertonen.

Dit weten we zeker: „Gods vriend'lijk aangezicht heeft vrolijkheid en licht, voor alle oprechte harten, ten troost verspreid in smarten."

Als God Zelf onze leidsman is in het nieuwe jaar, dan hebben we niets te vrezen.

vrezen. Dan maakt Hij het met het kwade dat het ons niet smarte.

De Heere stelde Mozes op de proef. Het volk van Israël had zwaar gezondigd.

Nu wilde de Heere Mozes tot een groot volk maken en een geschapen engel meegeven om Israël te brengen in het beloofde land.

Het is Mozes echter niet te doen om persoonlijk voordeel. De ere Gods weegt hem het zwaarst. De Heere had immers Zijn grote Je

De Heere had immers Zijn grote Jehova-naam aan dat volk gegeven. Ik zal zijn, die Ik zijn zal. Ik worde niet veranderd, daarom zijt gij kinderen van Jakob niet verteerd. Als die God Zich terugtrekt zal Zijn Naam worden onteerd. Daarbij komt dat Mozes liever in de dorre woestijn is met God, dan in het vette Kanaan zonder God.

Van nature is het ons te doen om alles wat het leven aangenaam maakt, maar alleen genade doet ons instemmen met de dichter uit Psalm 63, „Want beter dan dit tijd'lijk leven, is Uwe goedertierenheid. Christus is het Afscliijnsel van Gods

Christus is het Afscliijnsel van Gods heerlijkheid en het uitgedrukte beeld Zijner Zelfstandigheid.

Hij is de Engel van Gods aangezicht. Hij heeft aan Zijn kerk beloofd: „Ik ben met ulieden alle de dagen tot aan de voleinding der wereld." Wij spoeden ons naar het einde. Dat einde zal bang en vreselijk zijn.

Dat einde zal bang en vreselijk zijn. Duisternis bedekt de aarde en donkerheid de volken. Wij hebben echter het profetisch Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel als ge daarop acht hebt als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de morgenster opgaat in uwe harten. Op de grote wereldakker staat twee

Op de grote wereldakker staat tweeërlei te rijpen voor de zomer van het gericht. Dat proces gaat steeds door.

Dat proces gaat steeds door. Die vuil is dat hij nog vuil worde, die heilig is dat hij nog geheiligd worde. De tarwe wordt rijp voor de hemel,

De tarwe wordt rijp voor de hemel, de druiven der zonde worden rijp om in de wijnpersbak van Gods toom te worden vertreden.

Er lopen twee wegen naar de eeuwigheid. De smalle weg eindigt in een eeuwig zalig leven, de brede weg in een eeuwige rampzaligheid. Vanwaar komt gij, en waar zult gij henengaan ?

De klagers over de duisternis zijn legio. De vragers om licht zijn weinigen. Geve de Heere ons behoefte aan geestelijk licht.

Dan leren we verstaan dat bij ons de dood en de duisternis is, maar bij de Heere de fontein des levens en in Zijn licht zien we het licht.

We willen onze meditatie eindigen met de Hogepriesterlijke zegen uit Num. 6: De Heere zegene U en Hij behoede U, De Heere doe Zijn aangezicht over U lichten en zij U genadig. De Heere verheffe Zijn aangezicht over

De Heere verheffe Zijn aangezicht over U en geve U vrede. Rotterdam-Zuid. Ds A. DE BLOIS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Jaarwisseling

Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's