Oudejaars-vertelling
Een uur gaans van het dorp, vlak on- (jer de duinen, ligt een klein boerenspuUetje, bekend onder de naam van de Westbroekstee. De familie Westbroek )ieeft daar al een paar eeuwen geboerd. Nu woont er de laatste mannelijke afstammeling. Krijn van Jan en Nele, lis de ouderen hem noemen, terwijl lig bij het jongere geslacht als de „hamjter" bekend staat.
Krijn woont er moederziel alleen; hij äoet alles zelf en aanvaardt van niemand hulp. Hij zorgt voor zijn eten en drinken, maakt zijn bed op, doet de was, veegt en stoft en doet verder het werk op 't land en in de schuur. Hg heeft één ird en een paar koeien en kalveren, melk geeft hij aan de kalveren, nat hij er het nodige heeft afgehouden om te karnen. Daardoor heeft hij zijn eigea boter, en karnemelk voor een paar biggen en het varken. Zijn tuin levert hem aardappelen, groenten en fruit in overvloed, een meetje tarwe levert hem zfln broodgraan, dat hij laat malen op de dorpsmolen en waarvan hijzelf zijn brood bakt. Het enige wat hij heeft te kopen, zijn de boodschappen, die hij eens in de week op het dorp haalt: koffie, thee, rijst, lucifers en tabak. Af en toe moet hij ook een stukje onder- en boveiigoed, een paar klompen en schoenen hebben. Als enige kameraad heeft hij Frilax, die altijd met hem meeloopt of bij hem ligt, als hij in zijn stoel zit; 's nachts legt de hond zich vlak voor de bedstee van Krijn.
Krijns leven is niet altijd zo eenzaam geweest. Hij was met zijn zuster Koba door Vader Jan en Moeder Nele op het boerderijtje groot gebracht. De kinderen verschilden maar een jaar; ze gingen samen naar school en kwamen samen thuis; ze zaten steeds in dezelfde klassen en gingen gelijk van school af. Krijn nioest zijn vader helpen en Koba moeder. Krijn leerde wieden, poten, zaaien, ploegen en eggen, spitten en bemesten; hij hielp het vee verzorgen en onderhield de tuin. Het was een gezellig huishouden, waarvan de leden elkaar zoveel mogelijk genoegen deden. De ouders waren godsdienstig en voedden de kinderen op in de Christelijke leer. 's Zondags gingen ze allemaal naar de kerk en iedere dag werd er plechtig uit de bijbel gelezen, eerst door vader en later ook door Jan of Koba. De kinderen gingen op catechisatie en werden lidmaat van de kerk net als de ouders waren.
Jan Westbroek stierf, toen Krijn twintig was. Dat was een grote slag voor 't gezin, maar ze sloegen er zich doorheen. De vrouw was flink, broer en zuster ook en alles werd in ootmoed aanvaard uit de hand van God. Zo gingen weer enige jaren voorbij. Koba trouwde toen met een boerenzoon uit het dorp ea ging daar wonen. Krijn kreeg verkeiing met een boerenmeisje en bleef met moeder samen wonen, ook na het huwelijk. Er werd een dochtertje geboren, dat Nele genoemd werd naar de oude vrouw. Hoe zonnig zag de wereld er uit en hoe groot was de dankbaarheid in aller hart, dat God hen zo zegende.
De kleine Nele groeide voorspoedig op. Ze had een goed verstand en kon uitstekend leren. De bovenmeester kwam zelfs voorstellen het meisje te laten studeren voor onderwijzeres, toen ze de hoogste klasse had doorlopen. Ze hield zo van lezen, ze was altijd de beste op de catechisatie, zong in de kerk de psalmen mee als een (volwassene, ze was altijd bereid tot hulp en had een vriendelijk woord voor ieder. Ze was geknipt voor schooljuffrouw, maar daar kwam natuurlijk niets van in. Ze kwam thuis, maar leerde goed naaien op een speciale cursus in het dorp.
Helaas stierf grootmoeder en toen de jonge Nele vijftien was ook moeder. Het waren moeilijke tijden voor vader en dochter, maar hun wederzijdse liefde en hun vertrouwen op God steunden hen. Nele deed het huishouden, dat haar vader met een gerust hart aan haar kon overlaten en hielp zo nodig ook op 't land en in de schuur. Je zag ze bijna altjd samen, 's Avonds zaten ze gezellig m de kamer, Nele breiend of naaiend, Knjn lezend in de krant of in een boek. vaak ook in de bijbel. Him zielen stonden voor elkaar open en Krijns gedachten omcirkelden altijd het meisje. AUes zou hij willen doen om haar gelukkig te maken en onheil van haar te weren.
Vaak kwamen tante Koba en haar man met hun twee jongens eens aanlopen. De dominee, de bovenmeester, een paar boeren konden gezellig een praatje komen maken, maar 't liefst was Krijn met zijn Nele alleen.
Zo gingen weer enkele jaren voorbij. Nele groeie op tot een struise deern, op wie menige jongen een goed oogje wierp. Lachend weerde ze alle aanbidders af; ze kon toch vader niet alleen laten? Maar dat was de reden niet, de zaak was, dat de ware Jozef nog niet opdaagde. Toen die kwam, werd vader van nummer één nummer twee. Voor een rijke mijnheer uit de stad
Voor een rijke mijnheer uit de stad werd een grote villa gebouwd aan de duinkant, dicht bij de Westbroekstee. Voor het fijne stuc en de parketvloeren kwamen werklui uit Holland en onder hen was Henk Verduin, 't Was een goedgebouwde jongeman met een aantrekkelijk uiterlijk. Hij zag Nele. Nele zag hem en toen zochten ze elkaar zoveel mogeUjk. 's Avonds liepen ze een eindje op. Krijn had er eerst geen erg in, maar er zijn zoveel mensen, die graag een ander inlichten. „Wat dat moest met die vreemde snoeshaan?" vroeg hij aan zijn dochter. Die hield zich natuurlijk van den domme, maar Krijn lette scherp op. Hij informeerde eens naar de jongen en kwam aan de weet, dat het nogal een losbol was, die in de kerk noch kluis kwam, maar wel graag in de herberg. Hij vertelde het aan Nele, bezwoer haar die kerel links te laten liggen, maar bereikte niets. Toen verbood hij haar de omgang, hield haar zo veel mogelijk thuis, maar vrouwenlist is menigvoud, zijn ze jong of zijn ze oud, zegt een oud spreekwoord. Er groeide onrust in Krijns hart, angst voor de toekomst. Was hij jaloers op de knaap, die blijkbaar Neles liefde won? Hij werd onredelijk, sprak af en toe. boze woorden en bedreigingen tegen Nele. Wilde ze dan persé door zo'n Hollander bedrogen worden? Zo'n nieuwlichter, zo'n heideni? Af en toe bracht hij het meisje aan 't huilen. Zeker, ze had ook haar verdriet om vaders' houding, maar de liefde, de blinde liefde dreef haar geheel in Henks richting. O, ze was ook wel eens bang, de jongen was zo onstuimig en zo wild. Tante Koba had haar gezegd, dat hij al heel veel meisjes 't hoofd op hol gebracht had. Ze geloofde het niet. Hij kon zo eerlijk naar haar kijken en zo overtuigend redeneren, dat er voor twijfel in haar hart geen plaats was. Hoe de verhouding tussen Kiijn en de Hollander was, behoeft zeker geen nadere uiteenzetting? Een paar keren had de boer h«m van zjjn erf gejaagd en hem zo fel gedreigd, dat de jongen er voor zorgde uit zijn omgeving te blijven. Niet zonder reden vreesde hij het ergste, 't leek wel of Nele's vader ontoerekenbaar werd.
In 't najaar waren de werkzaamheden aan de villa afgelopen en tot grote opluchting van Krijn vertrok de jongen. Maar Nele was helemaal iveranderd. Ze was stil, eenzelvig en begon er slecht uit te zien. Krijn probeerde haar briefwisseling te voorkomen, hij zou zijn brieven onderscheppen, maar Nele had het voorzien en liet ze aan het adres van een kennisje bezorgen. Nele's onrust groeide met de dag en toen de jongen een week of zes weg was, zei ze aan haar vader, dat ze zou moeten trouwen. Verdwaasd staarde hij haar aan. Dat kon toch niet ? Een aardbeving had .hem met meer kunnen schokken. Dreigend kwam hij op haar toe en gebood, haar onmiddellijk het huis te verlaten. Hij leek meer op een krankinnige dan op een gewoon mens en Nele vluchtte het huis uit naar tante Koba. Deze kwam om met haar broer te praten. Ze schreide, smeekte, bad, dat hij zich in het onvermijdelijke zou schikken, maar slaagde er niet in hen te kalmeren. Hij zocht alles wat van zijn dochter was, bij elkaar en zei zijn zuster het mee te nemen. Wat moest er dan gebeuren? Dat kon hem niet schelen, maar onder zijn dak kwam die meid niet meer, ze moest zelf maar zien, wat ze deed. De dominee kwam eens praten, maar werd de deur gewezen; zijn zwager, enkele goede kennissen hadden even weinig succes. Hij bleef koppig en onvermurwbaar. Zo noemden de mensen het, maar in werkelijkheid was het angst, een verstikkende angst, die hem dreigde gek te maken. In de eenzaamheid snikte hij het soms uit in zijn radeloosheid, verzette hij zich hardnekkig tegen de opkomende waanzin. Nele vertrok naar Rotterdam, hg kon ze nie ontvangen om afscheid te nemen. Z sclireef hem, dat ze getrouwd was e waar ze woonde. Hij schreef niet teru en stuurde verder haar brieven ongeopend retour. Hij vroeg niemand hem te helpen, hij deed voortaan alles alleen Hij ging nergens heen en ontving niemand, ]5j trok zich als levend dood van de wereld terug. H^ werkte als een bezetene en liep uren langs het strand me scherp speurende ogen zoekend naa hout, kolen of dingen van enige waarde die aanspoelden. Zijn rug werd gebogen, zijn hoofd stak vooruit. Hij kwam niet meer in de kerk, gaf nergens mee aan en kreeg de bijnaam van de Hamster.
Zo leefde die Krijn van Jan en Nele dertig jaar lang op de Westbroekstee alleen met zijn dieren; zijn koeien, 2iijn paard en zijn hond. Zijn haar werd sneewwit, zijn huid werd vaal en kreeg diepe rimpels, hij werd oud. Dacht hi nog aan Nele? Dacht hij nog aan zijn vrouw, zijn ouders ? Wie kan weten, wa er in iemand omgaat? Zeker is, dat hi zich met geweld tegen alle tedere gevoelens verzette. Hard wilde hij zijn, keihard. Uit gewoonte bad en dankte hi nog bij het eten, maar 't deed hem niets Soms las hij nog wel in de bijbel, maar ook dat liet hem onberoerd. Hoe lang was het nu geleden, dat hij met Job zeggen kon: „De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd?" Hij kon zich beter met deze lijder vereenzelvigen, als deze uitriep: „De dag verga, waarin ik geboren ben en de nacht waarin men zei: Eén jongsken is ontvangen." Maar ook daar verzette hij zich tegen. Zijn leven is arm, armer kon het niet. Als de angst hem overvalt, zegt hij niet: „Uit de diepte roep ik tot U, mijn God," maar zocht verzet in zijn werk, in lange strandwandelingen, tot hij uitgeput en vermoeid zijn bed opzoekt. Zo worstelt hij. Soms schiet de herinnering aan de gezellige verjaardagen, aan een blij Kerstfeest in hem op. Weg met die gedachten. Soms kreunt hij nog: Nele, Nele! Niets weet hij van haar, misschien leeft ze niet eens meer, niemand zou het hem immers zeggen, als de mensen op het dorp iets gehoord zouden hebben.
Op een winterdag in 't begin van December ziet hij een jonge vrouw het erf opkomen. Is dat Nele? 't Is of hij een spookverschijning ziet, zijn knieën knikken, zijn landen klapperen; hij moet zich vastgrijpen om niet te vallen. De klink van de deur wordt opgelicht, de deur gaat open en de vrouw treedt binnen. Even blijft ze besluiteloos staan kijken naar het krijtwitte gezicht voor haar, komt dan dichterbij en zegt nauwelijks hoorbaar: „Grootvader," Ze steekt hem de hand toe, maar die ziet hij niet; hij lijkt wel wezenloos. Grootvader! Dat is Nele niet, zo zag Nele er uit, toen ze wegging; 't is haar dochter, gaat het door hem heen. Het meisje valt snikkend op haar knieën voor hem neer. Tastend gaan zijn handen over haar hoofd; hij wil zich verzetten, hij wil haar wegduwen en zelf wegaan, maar hij lijkt wel machtelobs. Neen, Krijn Westbroek er baat geen verzet meer. Een hogere Macht heeft in zijn leven ingegrepen en die hand kneedt de harten der mensen als was. Grote tranen komen in zijn ogen en stamelend zegt hij: Kind, kind. Grootvader en kleindochter vinden elkaar, wat zal ik er meer van zeggen?
Wat een ommekeer in Krijns leven. Waar hij zich later 't meest over verbaasde was, dat zij alles in 't huis precies wist; hij behoefde haar niets te zeggen. Ze kende alle plaatsjes, alle kasten. Alle bergplaatsen van levensmiddelen en werkmateriaal. Hoe vaak had haar moeder haar ook alles van het huis en van haar leven daar verteld?
Nu moest er raad geschaft worden, zelf ging Krijn zijn zuster Koba halen, die van ontroering geheel verbouwereerd was.
Bij stukken en beetjes vertelde Aimemie, zo heette de kleindochter haar geschiedenis en die van haar moeder. Haar huwelijk met Henk Verduin was niet gelukkig geweest, daarvoor was deze te onbetrouwbaar en lichtzinnig gebleken. Op verschillende plaatsen hadden ze gewoond,' maar overal was het dezelfde ellende, dronkenschap en huiselijke twist. Tien jaar geleden was hij van een steiger gevallen en na veel lijden in 't ziekenhuis overleden. Moeder en zij verdienden de kost met naai- en breiwerk voor anderen, maar breed hadden ze het niet. Moeder ging hard achteruit, scheen weg te kwijneni aan een stil verdriet. De omstandigheden veranderden ten gunste, toen Annemie trouwde met een oppassend smidsgezel, die goed zijn brood verdiende. Nele kwam bij de jongelui in huis en
Nele kwam bij de jongelui in huis en behoefde niet meer te sloven. Ze hadden het goed met hun drieën. Kees Matters hield van gezelligheid in huis en las de beide vrouwen vaak wat voor. Nele vertelde altijd graag over haar oude huis, over 't werk op 't land, zodat Aimemie zich alles kon voorstellen. alsof ze er zelf geweest was. Hun geluk scheen volkomen, toen een kleine verwacht mocht worden, maar toen keerde het plotseling. Kees vatte een zware kou en stierf en moeder ging hard achteruit. Op haar sterfbed smeekt ze haar dochter naar haar ouderlijk huis te gaan. 't Was of een innerlijke stem haar daartoe drong. Annemie had het beloofd en zo was ze gekomen, volkomen onverwachts, zoals we gezien hebben.
't Was oude jaar, 31 December. Annemies dagen waren vervuld, dat zij baren zoude. De hele maand had Krijn Westhoeve als in een roes geleefd, hej; was allemaal zo wonderlijk voor hem. Hij, die zich onverwinlijk waande was overwonnen; een Sterkere dan hij had hem op de knieën gebracht. Nu wachtte hij met spanning de gebeurtenisen af. Hij baä voor de kleindochter in haar weeën, die werd bijgestaan door de dokter en zijn zuster. Geen gelukkiger' man, dan hij, toen de laatste vrouwenkreet vervangen werd door kindergeschrei en de dokter hem feliciteerde met zijn achterkleinzoon, 't Is een Krijn, zei Annemie met zwakke stem, maar met een glimlach om de mond. Twaalf slagen sloeg de oude pendule
Twaalf slagen sloeg de oude pendule op de schoorsteen. En toen de oude man met het kleine wicht in de armen stond, schreide hij van ontroering. „Van oud in nieuw kleine Krijn" zei hij zacht. En ook voor hem was het oude voorbijgegaan en was alles nieuw geworden. D. VOS,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's