Bos- en grasbranden in Australie
Gundagal, 25 Nov. 1951 Hallo, Hallo, hier even buiten Gunli! Hoe gaat het op Flakkee? Hier alles best hoor! Ik zit op 't ogenblik met niets dan een kort broekje aan, aan jullie te schrijven, zo warm is het hier, Toch is het mogelijk om in die warmte te werken, omdat de warmte anders is dan in Holland, wat niet zeggen wil dat er niet menige zweetdruppel gezweten wordt.
Het wordt nu alles zeer droog; op de bergen is al het gras hooi, wat een zeer groot brandgevaar oplevert. Op sommige plaatsen vooral rond Sydney woedt het vuur aJ weken. Het is nog nooit zo erg geweest, na 1939 waren er in deze omgeving geen „bushfires". In het district Coonamble zijn 23.000 schapen verbrand, men fokt daar veel slachtschapen, de schade hiervoor alleen was 115.000 pound. Honderden brandweerlieden, geholpen door soldaten en burgers, vechten nu al weken tegen het voortwoekerende vuur. Zij weten het vuur niet onder controle te krijgen, terwijl ze toch over goed materiaal beschikken. Er worden bulldozers ingezet, die brede sleuven in de grond maken, maar het vuur is niet te stuiten. Zelfs rivieren houden het niet tegen,'zo geweldig is de hitte. Al de paarden in die omgeving zijn verbrand. De mensen moesten hun huizen verlaten daar het niet te harden was van de stank van het dode vee. Het vuur verplaatst zich met een verbazingwekkende tsneUieid zodat he niet meevalt het te bestrijden. De rook hing zo 'dik boven de haven van Sydney, dat de schepen radar moesten gebruiken om binnen te komen. De regering heeft direct hulp geboden aan de getroffenen, die huis en haard verloren zijn, door geld, beddegoed, voedsel en kleding te zenden. Men moet er niet licht over denken; verscliillende gezinnen stonden op straat met niet meer bezit dan de kleren die ze aan hadden. De over gebleven schapen worden over andere farms verdeeld. Wel wordt veel van de schade door verzekering gedekt, maar men zit toch in grote moeilijkheden.
Het gevaar is hier bij ons minder groot daar er niet veel bomen zijn. Iedereen is ook zeer voorzichtig met vuur. In de bedreigde gebieden zijn ze nu dag en nacht aan het oogsten om te redden wat er te redden valt.
Werk volop! Ik kreeg van de redactie een stukje uit de N.R. Crt. toegezonden, waarin ook over Australië geschreven werd. Het artikel kwam hierop neer, dat hoewel Australië een rijk land iSi het toch op weg is naaf de armoede, vanwege de kans op inflatie. Nu ben ik geen econoom en trouwens nog te kort hier om dit alles te kunnen beoordelen, maar wat ik weet uit eigen omgeving en ook uit de Australische kranten is het enigste tekort hier: arbeidende mensen. Het land is rgk aan hout, steenkool, wol, staal, zelfs goud, te veel om op te noemen. Er zijn echter geen mensen genoeg om het te exploi eren, vandaar dat emigratie op grote schaal wordt toegepast. Dit brengt ook weer moeilijkheden mee, want al die emigranten moeten de eerste tijd leven van de productie van anderen. De ervaring die ik van de Ausr sies heb, is dat ze door de rijkdom van het land het zich gemakkelijk maken. Vergeleken bij Holland behoeven ze zich minder in te spannen om aan de kost te komen. Daar komt bij dat de behoeften gauwer bevredigd zijn, omdat ze eenvoudig leven en er weinig voor voelen om hun levensstandaard op te voeren. Voor ons emigranten is dit begrijpelijk niet slecht, want als het zo gecultiveerd was dan in Holland, hadden ze ons niet nodig en zou er ook niet zo veel te verdienen zijn. Ik bezie het zo, dat dit land in feite nog vruchtbaar gemaakt moet worden. Er liggen duizenden en duizenden hectares goed land en er zijn geen mensen om het te bebouwen. Ook is er op ander gebied veel te doen. Om iets te noemen: de spoorwegverbindingen zijn van die aard, dat onze veel gesmaadde R.T.M, er een efficiënt vervoermiddel bij is! Zo zijn ook 80% van de wegen onverhard omdat er nu eenmaal geen werkkrachten zijn om het te verbeteren. Over 20 jaar zal dit echter wel geheel gewijzigd zijn en het staat voor mij vast dat de emigranten daar het hunne aan zullen bijdragen. Er is hier voor iemand die werken wil een zeer goed bestaan te vinden. Met vriendelijke groeten en met heilwensen voor het komende jaar aan al onze vrienden en bekenden: Fam. W. DROOGER.
PROF. KRAMERS OVERLEDEN
Overledene was een broer van Dr Kramers te Ooltgensplaat
Op 60jarige is plotseling overleden prof. dr J. H. Kramers, sinds 1939 gewoon hoogleraar in de instellingen van de Islam aan de Leidse Universiteit. De heer Kramers werd op 26 Februari 1891 te Rotterdam geboren en studeerde aan de Leidse universiteit, waar hg in 1915 promoveerde.
Van 1922 tot 1939 was hij lector aan deze universiteit in het Turks en het Perzisch.
In 1939 werd hij tot gewoon hoogleraar benoemd.
Prof. Kramers maakte deel uit van een' volkenbondscommissie, die in 1925 naar Mosoel ging teneinde uit te maken of dit gebied tot Turkije of tot Irak moest behoren. Ook was hij enige jaren tolk aan het Nederlandse gezantschap te Constantinopel. Prof. Kramers was lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen en was in de jaren 1947 en 1948 prosecretaris van dê academische Senaat te Leiden. Donderdagochtend om 11 uur werd in het Groene Kerkje te Oegstgeest een rouwdienst gehouden, waarna het stoffelijk overschot aldaar ter aarde werd besteld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1951
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's