De verzenen tegen de prikkels
En hij zeide: Wie zijt gij, Heere? En de Heere zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Het is U hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan.(Hand. 9 : 5)
Het jukdier werd in het Oosten met een pimtige drijversstok geprikkeld wanneer het onwillig was aan zijn meester te gehoorzamen. Meermalen sloeg het achteruit, doch dit was slechts tot vermeerdering van pijn. Dan ondervond dat dier, dat het hard was, om de verzenen tegen de prikkels te slaan. Dit nu past de verheerlijkte Jezus op de weg naar Damascus toe op Saulus die de gemeente des Heeren OXJ een zeer vreselijke wijze vervolgde. Menigmaal had de Heere hem geprikkeld en aangedreven om zijn boze weg te verlaten, maar tot heden toe had hij er zich tegen verzet. Kende Saulus de Schriften niet, die van Christus getuigden? Beter dan iemand anders! Ook de stille gelatenheid van hen die hij in banden naar Jeruzalem sleepte om het getuigenis van Jezus Christus, zal toch ook zijn geweten vEiak getroffen hebben, en hoe zal het hem gegaan zijn toen hij het blinkende gezicht van Stefanus zag, die biddende voor zijn vijanden onder de steenworpen bezweek. Zal er toen niet veel in zijn binnenste zijn omgegaan? O zeker, maar vechten er tegen met alle macht die in hem was. Al voelt hij de scherpte van de prikkel, met alle kracht vecht hij er tegen om toch maar die stem te smoren.
Maar nu wordt het geheel anders. O, onvergetelijk ogenblik. Juist toen hij bij vernieuwing heenging om anderen te vangen, wordt hij zelf een gevangene van Jezus Christus. Wat zal dat voor hem geweest zijn, om die stem te horen: „Saul, Saul wat vervolgt gij Mij." Neen dat was geen mensenstem, dit was de stem van Hem, Die hij vervolgde. Toen was het: „Het is U hard de verzenen tegen de prikkels te slaan." Maar wonder van souvereine genade. Thans wordt de vijand ontwapend, en als vrucht van wederbarende genade klinkt het thans uit het diepst van zijn ziel: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal."
Wordt in die Saul hier ons aller beeld niet getekend? Komen ook wij ons niet te verzetten tegen de genade Gods, die ons op allerlei wijze de prikkels in de consciëntie drijft, opdat wij toch de paden der zonde zouden verlaten en ons tot de Heere bekeren? Wat al raadgevingen en tranen van vaders en moeders, leraren en ambtsdragers die ons met alle ernst de noodzakelijkheid der bekering komen voor te stellen, maar die door ons veronachtzaamd worden, al voelde men van binnen ook de scherpte van die prikkelen. Of werden we soms niet op het ziekbed neergeworpen, waar de vrees om te moeten sterven en niet te kunnen ons aangreep? En wat kwamen wij dan allerlei goede voornemens ons voor te nemen, maar helaas, van het ziekbed opgericht zijnde, bleven daar de voornemens achter en soms bruter dan voorheen gingen wij de weg der zonde weer op, niettegenstaande de scherpe prikkel wel gevoeld werd, maar met geweld werd er tegen in gegaan om die stem van het geweten te smoren. Ook onder de prediking des Woords werd dikwijls die prikkel gevoeld, als ons betuigd werd te moeten vallen in de handen van een levende God. Hoe moesten we niet dikwijls de waarheid toestemmen, die we beluisteren uit de mond van des Heeren knechten. Maar toch doorgaan. Ook al waren wij er van overtuigd dat wat wij hoorden de waarheid was.
Zijn er onder mijn lezers niet, die wanneer zij dit lezen, ook al hebben wij elkaar nog nooit gezien of gesproken moeten toestemmen dat het ook bij hen werkelijk zo is? Ook Uw consciëntie klopte vaak bij Uw roekeloos verzet. Ja? Dan is het ook U hard de verzenen tegen de prikkels te slaan. Wat zouden wij het U toebidden dat er een invallen voor de Heere werd geleerd. Wat zou dat nog eeuwig meevallen.
Leest eens in Uw tekst, dan bemerkt ge toch ook nog een heilstem: „Ik ben Jezus", en dat betekent Zaligmaker. Zie eens hoe een Saulus verlegen ter aarde nedervalt. Maar zie dan ook hoe die Saulus door Dien die door hem zo bitter vervolgd was, wordt opgericht. Neen de aarde opende zich niet, om zulk een vervolger, zulk een tegenstander levend ter helle te doen waren. Integendeel, de rijkdom van Jezus Christus als Zaligmaker en Verlosser openbaarde zich aan hem, als een volkomen Zaligmaker, Die Zichzelven had dood geliefd, om vijanden en tegen-sprekers van het eeuwige verderf te verlossen. Mijn lezer, diezelfde Jezus, diezelfde Zaligmaker leeft ook heden nog. Nog is bij Hem een volheid van genade en waarheid.
Wat een omkeer in Saulus' leven. Zie eens:
Een vijand van Jezus werd ontwapend
Een licht in een blinde verrees.
Een oor werd in de hemel geopend. Een sterni voor het Godsrijk werd
Een sterni voor het Godsrijk werd gewonnen.
Toen was het: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal." Gelukkig mens die zulks ervaren mag en dat vooral in de dagen van onze jeugd. Dan zal zich de rijkdom van Christus ontsluiten en ons gewillig maken om het pad Zijner geboden te lopen. Zie eens hoe in Saulus van Tarsen vervuld werd de profetie door vader Jacob met stervende lippen gesproken: Benjamin (uit dat geslacht was Saul) zal als eeö wolf verscheuren; des morgens zal hij roof eten en des avonds zal hij buit uitdelen. (Genesis 49 : 27.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 januari 1952
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 januari 1952
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's