Rechtbank Rotterdam
Reclitszak szaKen
Een misstap....
Voor de groene tafel van de politierechter stond de 25-jarige vrouw v. O.- K. uit Ooltgensplaat. Haar was tenlaste gelegd, dat zij op 25 Augustus een paar kinderschoenen had weggenomen in een winkel ten nadele van J. Sturris en op 4 October een portemonnaie had gepikt, ten nadele van Elizabeth Zoon, met tachtig gulden inhoud. „Het is niet zo prettig wat U hebt
„Het is niet zo prettig wat U hebt gedaan, merkte de politierechter op. Terwijl U een paar schoenen kocht voor U zelf, nam U er meteen een pasur voor uw kind." De vrouw knikte zwijgend. „Waarom
De vrouw knikte zwijgend. „Waarom deed U dat? informeerde de politierechter." Was het hoogmoed? „Wilde U uitsteken boven de anderen ? Uw man heeft toch een vrij behoorlijk inkomen?"
Van het geld in de portemonnaie had zij, zo verklaarde zij, slechts vijftien gulden gebruikt. De rest van het geld had zij, met de beurs, verbrand. De politierechter merkte op, dat er inderdaad verbrande resten van de portemonnaie waren gevonden. De vrouw had de geleden schade, door de winkelier en de eigenaresse van de beurs geheel vergoed.
De Officier van Justitie merkte op, dat de vrouw een sterke neiging had om te leven boven haar stand. Hij was van oordeel, dat aan de vrouw, die een goede moeder is voor haar kinderen en niet ongunstig bekend staat, geen gevangenisstraf behoefde worden opgelegd, doch een boete van ƒ 50.—, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De raadsman pleitte clementie, ook in verband met het feit, dat zijn clientèle alle schade heeft vergoed. De politierechter vonniste conform de eis van de Officier.
Zucht naar avontuur?
Verdacht van diefstal hebben voor de Rotterdamse Politierechter terecht gestaan J. C. B. en D. M. G., beiden uit Den Bommel. Zij zouden zich hebben schuldig gemaakt aan diefstal van een dekzeil te Oude Tonge en van een partijtje zakken en zink te Ooltgensplaat. Zij zouden nóg een diefstal op hun kerfstok hebben gehad, maar deze was, als niet voldoende bewezen, niet ten laste gelegd. Verdachten gaven de hun tenlaste ge
Verdachten gaven de hun tenlaste gelegde feiten toe.
„Ik begrijp niet, zei de politierechter, hoe jullie er toe bent gekomen om te gaan stelen. Jullie behoefden het niet uit armoede te doen," De knapen mompelden iets onver
De knapen mompelden iets onverstaanbaars. De officier van Justitie achtte wettig en overtuigend bewezen, dat verdachten zich hadden schuldig gemaakt aan diefstal, door middel van verbreking. Hij achtte een onvoorwaardelijke straf op zijn plaats en eiste tegen ieder een maand gevangenisstraf, met aftrek van de voorlopige hechtenis.
De raadsman van verdachte was van mening, dat in dit geval baldadigheid en een verkeerde zucht naar avontuur de hoofdrollen hadden gespeeld. „Geef hun een voorwaardelijke straf", pleitte hij. „Ze zullen nu wel genezen zijn en voorzichtig worden als hun een voorwaardelijke straf als een dreiging boven het hoofd hangt." Maar de politierechter was daar niet
Maar de politierechter was daar niet voor te vinden. Hij vonniste de beide mannen conform de eis van de officier.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 februari 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 februari 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's