Donkere wolken ook voor de landbouw?

Sprekende te Almelo heeft Minister ansholt zich ernstig bezorgd getoond ;er de huidige situatie van de Nederdse veevoederproductie. Bij het uitreken van de Koreaanse oorlog bechikte Nederland over een voorraad an 450.000 ton veevoeder. Voldoende voor een half jaar. Tot nog

Voldoende voor een half jaar. Tot nog oe konden de bedrijven daar aanvullend it putten. Die mogelijkheid zal voor 953 niet meer bestaan. Dit jaar is er 00.000 ton nodig, terwijl er slechts J.OOO geïmporteerd kan worden. Indien de boeren niet aanzienlijk meer

Indien de boeren niet aanzienlijk meer eevoer produceren dan dreigt er voor een zeer gevaarlijke situatie. Verïndering van de toewijzingen zal dan oodzakelijk zijn met verhoging van de rijzen.

Toch zag de Minister de toestand niet opeloos in.

Volgens hem hadden de boeren de Gestand in eigen hand ter verbetering.

De boeren moesten zich meer nog oeleggen op de verbouw van eigen veeoeder. En die gewassen verbouwen aarvan de opbrengst het meest nuttig endement oplevert. Zo noemde hij meer erbouw van aardappelen. Een ha aardppelen levert volgens zijn mededeling wee en een half maal zoveel voedingsaarde op als een ha haver. Verder werd door deze bewindsman

Verder werd door deze bewindsman aanbevolen meer hakvruchten te vertouwen, en circa 200.000 ha onproductief weiland te scheuren. Door drastische maatregelen door te

Door drastische maatregelen door te voeren zou de Nederlandse boer niet minder dan 50 procent meer veevoer kunnen produceren. Inplaats dat ons land dan 900.000 ton

Inplaats dat ons land dan 900.000 ton eevoer moet importeren zou er slechts 4 é. 500.000 ton veevoer geïmporteerd dienen te worden. Volgens de Minister zouden we dan pas gekomen zijn op de basis van de Deense landbouw. Indien dat kan worden bereikt dan zou er voor de Nederlandse boer meer sprake kunnen zijn van bestaanszekerheid. Ondertussen, volgens de Minister, is het de taak van de boeren om tot verhoging Van de veevoerproductie te komen.

De wereldsitutatle speciaal op het gelised van het veevoer ondergaat een grote wijziging. Het veevoer dat voor eximrt beschikbaar kan worden gesteld ondergaat een grote vermindering. Steeds meer graan moet ter beschikkng worden gesteld vooi de hongerende mensen. Voor uitvoer van veevoer bii|ft daardoor minder beschikbaar. Landen als Amerika, de graanproducenten bij uitnemendheid leven steeds onder oorlogsdreiging. Voorraadvorming is daarom zeer noodzakelijk. Ook uit die hoofde is er minder graan beschikbaar voor veevoer.

Gevolg ook hogere prijzen. Nederland, hoe klein ook heeft tot voor de oorlog een onevenredig groot gedeelte van het aangeboden wereldgraan (10 procent) tot zich genomen. Voor een gedeelte om in onze behoefte aan broodgraan te voorzien, maar voor een grotere gedeelte om te voorzien in onze behoefte aan veevoer.

Sedert ruim een halve eeuw hebben we veel veredelingsproducten aan de markt gebracht. Onze boter, melk, eieren, bacon en meer andere producten geproduceerd met gebruikmaking van buitenlands graan vonden in het buitenland een groot afzetgebied. Dat importgraan stelde ons daartoe

Dat importgraan stelde ons daartoe in staat. Nu gaan die mogelijkheden door de onmogelijkheid van genoegzame graanimport zich in dalende lijn bewegen. Om nog zoveel mogelijk te kunnen produceren moeten we zelf het grootst mogelijk kwantum veevoer gaan verbouwen.

En zo we boven zagen denkt de Minister dat voor een groot deel te kunnen bereiken door het scheuren van ongeveer 200.000 ha weiland, de verbouw van meer hakvruchten en veevoerartikelen. Het initiatief wordt nog aan de boeren overgelaten. De Regering zai nog geen bindende voorschriften geven. Wel wijst ze met nadruk op de nood

Wel wijst ze met nadruk op de noodzaak van het nemen van maatregelen omdat anders uiteindelijk de toevlucht tot beperkingen zal moeten worden genomen, wat mogelijk zeer diep in het agrarische leven zou ingrijpen. Vooralsnog is het woord van de boeren. Vergissen we ons niet, dan staan voor landbouw en veeteelt moeilijke jaren voor de deur. Ons inziens valt er wel enigermate een parallel te trekken met de crisisjaren. Ook nu begint het buitenland meer en meer maatregelen te treffen. Het ene land voor het andere land na Vaardigt invoerbeperkingen uit, mogelijk uitlopende op contigenteringen e.d. belemmeringen meer. Ook voor onze boeren komen Verschiet. donkere wolken in het

ETTENSE VEEMARKT

Etten en Leur, 13 Febr. 1952. — De aanvoer op de veemarkt bedroeg: 87 stuks; waarvan: 23 runderen en 64 biggen.

de aanvoer van runderen was zeer gering, de handel levendig met staande prijzen,

In biggen was de handel redelijk, de aanvoer aan de lage kant en de prijzen Vrijwel onveranderd. De belangstelling was groot.

De belangstelling was groot.

Prijzen: Kalfkoelen ƒ 500.—875; kalfvaarzen ƒ 500.—750; pinken ƒ 300.—450; guste koeien ƒ 450.—650; graskalveren ƒ 100.—175; paarden ƒ 400—700; biggen ƒ 30.—50.—; lopers ƒ 50.—80; vette koeien ƒ 2.00—2.50 per kilo geslacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen