Vijftien-jarig bestaan Landbouwbedrijfsvoorlichting Goeree-Overflakkee
Dinsdag 26 Februari vierde de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „Goeree •en Overflakkce" haar 15 jarig bestaan. In Hotel Meijer waren daartoe een groot aantal genodigden saamgckomen om dit jubileum te vieren. In de middagvergadering trad als spreker op Dr Ir D. de Waal, landbouw-attaché te Kopenhagen, met als onderwerp „De Deense landbouw in vergelijking met de onze." 's Avonds hield Dr J. Vei'seput te Rotterdam een rede, getiteld: „Grepen uit de geschiedenis van de Flakkeese Landbouw."
Lezing over de Deense Landbouw in verge^ijking met de onze.
De voorz. de heer Mol van Stad aan 't Haringvliet heette de aanwezigen en de sprekers welkom. Hij zei dat deze dag enigszins zou worden afgeweken van het gewone programma, omdat het een jubileumdag was, niaar niettemin zouden er belangrijke zaken de landbouw betreffende worden behandeld.
Spr. gaf daarna een kort overzicht van de totstandkoming- der organisatie en de werkzaamheden in de afgelopen periode verricht. Begonnen met 60 leden is de vereniging uitgegroeid tot ruim 600 leden over heel Flakkee. De groei was mede te danken aan de medewerking van de Hoofdinspectie en de assistenten van de Rijksvoorlichtingsdienst. Spr. heette de Hoofdinspecteur dhr den Engelsen en de aanwezige assistenten welkom, alismede Ir v. d. Meer, de vroegere Rijkslandbouwconsulent, aan wie men zeer erkentelijk was voor de eerste stoot aan de vereniging gegeven. Met dankbaarheid herinnerde spr aan het werk van zijn opvolger Ir van Beekom en ook aan dat van de huidige consulent Ir v. Galen. Ook bracht spr. hulde aan het eerste bestuur en aan de standorganisaties met wie het gezamenlijke werk was opgebouwd.
Burgemeester en Wethouders van Middelharnis werden dank gebracht voor hun aanwezigheid.
Vervolgens was aan de orde een causerie over „De Deense landbouw in vergelijking met de onze," door de heer Dr Ir D. de Waal landbouw-attaché te Kopenhagen. Spr. zeide zich zoveel mogelijk tot de akkerbouw te zullen beperken, omdat de veeteelt op Flakkee vaji niet zoveel betekenis was.
Allereerst bezag spr. de geographische ligging van Denemarken, -vvaarbij hij vertelde, dat het land niet minder dan 746 eilanden had, met het .grote Schiereiland Jutland. Die eilanden vergelijkend met de onze zei spr. dat er geen dijken "waren tengevolge dat de Oostzee geen •eb en vloed kent. Dit -brengt mee, dat er geen Waterschapslasten zijn te betalen, zoals in Holland. De regenval is minder dan in Nederland en een kortere periode daglicht omdat "het Noordelijker ligt, maar een groter aantal zonne-uren. De grondgesteldheid is er lichter en gematigder, de Oostkust een meer lemerige gi'ond. Al is de Westkust zandiger, toch is dit het aardappel gebied. In Noord, Jutland is het kouder, daar worden speciale aardappelrassen gekweekt.
Denemarken met zijn 4 millioen inwoners heeft een veel grotere teelt-oppervlakte land dan in Nederland. De dichtheid der bevolking is 133 per km, terwijl dit in Nederland 420 per km bedraagt. Van die 4 millioen mensen wonen er ruim 1 millioen in Kopenhagen. Te dien opzichte heeft het land een waterhoofd.
De inrichting van de bedrijven verschilt veel met die in Nederland. Verkaveling vond reeds in het midden der vorige eeuw plaats. Verlies aan arbeidsprestatie is er daarom minder.
Wat de afwatering betreft, kent men er geen sloten zei spr. Er wordt gedraineerd, maar merendeels wordt het — door de golving van het land — aan de natuur overgelaten. De bedrijfsgrootte is gemiddeld 15 tot
De bedrijfsgrootte is gemiddeld 15 tot 18 ha. Bedrijven boven de 100 ha zijn er minstens 2100. Men werkt hoofdzakelijk coöperatief.
Het Deense bedrijf is meest eigendom, 4%% is in pacht, waarvan de helft nog familie-pacht. Dat wil niet zeggen, dat men volkomen onbelast is. De drukkende lasten bedragen nog altijd 50 d 60% van de werkelijke waarde.
Industrie is er niet, de stad heeft zelfs een sterke binding met het platteland. De bedrijven zijn gemengd. Veeteelt en landbouw zijn gekoppeld. Permanent blijvende weilanden zijn er weinig, meest kunstweiden.
De graanteelt breidt zich uit tot graanmengsels (haver en gerst dooreen) voor veevoeder. De varkensteelt drijft in hoofdzaak op het eigengeteelde graan. De wereldmarktprijs voor graan lag bv. in 1950 op 30 S, 40 gld., terwijl de kostprijs in Denemarken 16 tot 18 gld. bedroeg. Men kan het dus wat de concurrentie in de bacon betreft langer volhouden dan in Nederland.
De suikerbietenteelt neemt toe; werd in 1939 39000 ha beteeld, thans 70.000 ha, waardoor Denemarken een suikerexporterend land is. De regering steunt deze teelt sterk.
Ook is de aardappelteelt de laatste jaren sterk toegenomen, in de dertiger jaren werd 74000 ha beteeld, in 1948 138.000 ha en thans vrij constant 100.000 ha. Nederland teelt gemiddeld 160.000 ha aardappelen.
Merkwaardig is, dat er nog ruim 9000 ha grond braak ligt, dus zowat een halve Wieringermeer!
De vlasteelt heeft niet zo de belangstelling, wèl de olie-vlasteelt. Hierbij speelt het naproduct, de veekoekjes, een rol. Zaad teelt men op contract. De handelaar di'aagt daarbij weinig risico; hij ontvangt 10% voor zijn bemoeiingen. Dit is een van de reden, dat bij de concurrentie op Amerika, de boeren de markt gemakkelijk kunnen laten vallen en daarom ver onder de Nederlandse prijs liggen. Met Denemarken is ook nimmer een bescherming van kwekersrechten getroffen.
De veldkeuring- van pootaai-dappelen geschiedt naar Nederlands voorbeeld. De export is lager dan hier. In 1946 exporteerde Denemarken 100.000 ton. Verhoudingsgewijs (van 100) was dit cijfer in '49 gekomen op 30. In 1950 liep het op tot 50. De consumptie-aai'dappel-export ligt naar verhouding hoger. Het afkeuringspercentage is hoog, nl. 30.
De boter-export ligt hoger dan de pootaardappelexport; verhoudingsgewijs is 480 millioen tegen 91/2 millioen, waaruit te zien is dat de veeteelt er een grote plaats in neemt. Waar Denemarken terrein verliest op de export van landbouwproducten, oriënteert men zich meer op de handel. Men exporteert centraal, waarbij het verboden is, met een andere offerte van de handel deze te laten doorkruisen.
Dat de Nederlandse aardappel-exporteurs elkaar beconcurreren klinkt in Deense oren ongelooflijk. Men neme dit ter harte zei spreker.
Resumerend zei spr. dat Denemarken een agrarisch land is, industrie is er weinig. Kolen, staal, ijzer, moeten geïmporteerd worden. Niet al te vriendelijk kijkt Denemarken naar de Benelux, men heeft er de pootaardappel-afzct verloren. Belg-ië is de tweede markt voor hen geworden, Frankrijk idem, de hoop is nu op Italië gericht.
Waar Denemarken en Nederland gelijkgerichte landen zijn op landbouwgebied is het zaak een nauw contact met elkaar te leggen, daar men elkander moeilijk kan ontberen.
(Restant van ons verslag in ons volgend nummer.)
PAASVEE - TENTOONSTELLING
Het bestuur van de afdeling Rotterdam, Schiedam en omstreken van de Hollandse Maatschappij van Landbouw brengt ter algemene kennis, dat dit jaar op
DINSDAG 1 APRIL 1952
de 83e algemene Paasveetentoonstelling wordt gehouden op de terreinen van de Rotterdamse Veemarkt.
De vorig jaar toegepaste rubricering (Gemest Vee, Fokvee, Handelsvee, Kleinvee en Paarden) wordt gehandhaafd. De rubriek Paardien zal dit jaar worden uitgebreid. De inzenders zal het nl. zeer aantrekkelijk gemaakt worden. O.m. zullen de rubrieken wat betreft de Koudbloeds gesplitst worden in grote en kleine maat en de Warmbloeden zullen gesplitst worden in Gronings en Gelders type. Verder is er goede verwachting dat de landbouw-rijpaarden beter vertegenwoordigd zullen zijn.
Het bestuur hoopt, dat de buitengewoon geslaagde tentoonstelling van het vorig jaar, nog zal worden overtroffen. In 1951 boekte de tentoonstellingscommissie 570 inzendingen beslaande een 800 tal beesten. Dat waren recordcijfers maar desniettemin heeft het bestuur goede verwachtingen, dat het aantal inschrijvingen nog overtroffen zal worden Reeds vele toezeggingen — w.o. belangrijke — werden genoteerd. Zowel van overheids- als particuliere zijde zijn talrijke prijzen toegezegd. Het vorig jaar heeft Burgemeester Oud deze tentoon stelling een jaarlijks terugkerende belangrijke gebeurtenis genoemd: het be stuur staat er wederom borg voor, dat niets onbeproefd is gelaten om de zaak opnieuw te doen slagen,.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1952
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's