Schrammetje schrijft:
In het nummer van 20 Februari schreef ik over }xet werklozenprojjleem, in welk verband de verschillende „soorten"' werklozjen werden besproken. Een jeugdige lezer van een der Zeeuwse Eilanden zond mij naar aanleiding van dat babbeltje een brief. Htj schreef me, met ware voldoening mijn stukje gelezen te hebben en op de vraag die Ik zo terloops stelde: „Is U wel eens werkloos geweest?" kon hij volmondig „ja"' antwoorden. Ik weet er alles van, .Schram, zo,
Ik weet er alles van, .Schram, zo, schrijft hy, om als jonge kerel het genadebrood van de Staat te moeten eten. Ik weet, gaat hö voort, wat het is, zich te gevoelen als een overcompleet meubel. En weet U, vervolgt hij dan, wanneer dit het ergste is? Als m,en reeds gepensioenneerde vijf en zestigers nog harder ziet werken dan voorheen. Dat vind ik verschrikkelijk, om als jonge werklustige kerel tot werkloosheid gedoemd te zön en reeds gepensioenneerden volop te zien werken. Dit gebeurt in mijn woonplaats bij het Staatsbedrijf der P.T.T., schrift deze lezer. Hij vindt het „onsportief" van die oudjes om hun beroep niet neer te leggen, terwijl er een overvloed van werkkrachten is en een jonge generatie hunkert om hun werk over te nemen. Tenslotte vraagt hij of Schram het met hem eens is en over dit punt zijn gedachte eens in de krant wil schrijven. Ja, daar zit je weer. Er is voor alle
Ja, daar zit je weer. Er is voor allebei wat te zeggen. Natuinrl^jk bekijken beide partijen het vanuit hun gezichtshoek. De jongeman zegt: Kijk eens hier, die P.T.T.-man heeft z'n job er op zitten en moet verdwenen. Dat vrist hij al toen hij misschien laten we zeggen twintig of dertig jaar geleden bö de post kwam. En nu het zover is, moet hij er uit. Hij heeft toch z'n pensioen. Dan zeg ik ja, kerel, je hebt gelijk. Formeel is er tegen deze redenatie niets in te brengen. Maar aan de andere kant staat de P.T.T. man, die wel 65 jaar is, maar misschien nog zo fit als een man van vijftig. De brief- Bchrijver noemt die mensen wel „oudjes"', maar ik geloof, dat ze zich met deze titel zeer beledigd zullen gevoelen. Nu komt het zo uit, dat er mogelijkheid ia om nog wat langer aan te blijven en dat pakken deze „oudjes" met belde handen aan. Want het pensioen, waarop ze recht hebben, is misschien maar heel schraal en voor een dure tijd als de onze ontoereikend om er behoorlijk van te leven.
Neem het nu zo'n man eens kwalijk, dat hij de geboden kans waarneemt om zijn werk waarmee hij vergroeid is, nog 'wat te bUjven doem. Hij denkt: elke gulden die ik nu in de wacht kan slepen is er één.
Nu mag de werkloze hem op dit punt onsportief noemen, maar — zo rekent de P.T.T.-man — van sportiviteit kan je niet eten. En hy pakt wat hij nog krijgen kan. Toch kan Schram niet begrijpen, dat bij de P.T.T., een Staatsbedrijf nog wel, de ambtenaren na hun 65ste jaar worden aangehouden. Ik dacht dat men bij „het Rijk" wel op het standpunt zou staan om zoveel sociaal gevoel op te brengen, dat de jongeren ook een kans kregen om aan te pakken.
Overigens weet ik niet, hoe groot de pensioenen voor P.T.T.-mensen zijn. Ik heb de indruk, dat deze maar aan de schrale kant zijn. Onlangs sprak ik een P.T.T.-man, die ook pensioengerechtigd werd. Hij had heel z'n leven in dienst van de Telefoon besteed, maar van de eerste peneioendag af zocht hij wat hij kon om er een of ander baantje bij te krijgen, omdat zijn pensioen te laag was om er behoorlök van rond te konten. Zeg nu eens tegen zo iemand: „Je bent 65 en moet nu maar zien hoe je er komt. Dan maar naar de armen als je niet genoeg hebt om van te leven!" Kijk dat doet iemand die nog flinke handen aan 't' lijf heeft vast niet. Zelfs al is het zo, dat het anderzijds voor een gepensioenneerde niet meevalt om op die leeftijd nog weer„ geheel vreemd werk te gaan verrichten. De tijdsomstandigheden noodzaken er echter toe. De meeste pensioengrondslagen zijn niet gebaseerd op zo'n verschrikkelijk dure tijd als die, waarin wij leven. Dat is voor de pensioentrekkers funest. Begrijpelijk is het, dat jonge werklozen met lede ogen aanzien, hoe de 65-jarigen in de weer zijn om te houden wat ze hebben. Men moet de zaak echter van twee kanten bezien, vandaar dat Schram er voor past om deze mensen als buitengewoon „hebberig" te doodverven. Voelt de jonge lezer er niets voor om het elders te proberen? In het stukje van 20 Februari gaf ik een enkele tip. Staar U niet blind op een paar bovenjarige P.T.T.- mensen, maar probeer Uzelf buiten dat een weg te banen. Met een weinig doorzettingsvermogen en vasthoudendheid lukt dat zeker!
Er ligt al enige tijd een briefje bij mijn paperassen van de Dirkslandse lezer, die zich indertijd ergerde aan het prikkeldraad langs de Boezemweg. Hij was enige tijd „uitstedig" geweest en berichtte me bij zijn thuiskomst dat het polderbestuur het „pienekesdroad", zo de Belgen dat noemen nog niet vervangen had door gladdraad. Dat vindt Schram even spijtig als de briefschrijver. Nog eens 'n klein briefje aan 't Polderbestuur, lezer!
Tenslotte overkwam Schram zelf kortgeleden bijna een ongeluk. Loop ik daar over het pas aangelegde trottoir vlak voor de Chr. Geref. Kerk te Middelharnis. Het was erg donker, hoewel er in de buurt toch een lantaarn staat. Die was echter uit. Misschien het lampje stuk gegaan of stuk gegooid door de kwajongens. Gelukkig kreeg ik er op 't laatste moment erg in, want anders was ik zó van het plots eindigende trottoir in het juist door de vele regens boordevolle slootje gestapt, idat langs het oude kerkhof loopt. Voor mij zou dat nu niet zo heel erg zijn, maar wanneer het een klein kind overkwam, zou het ongemerkt in deze grote greppel kunnen verdrinken. Welk doel dat smerige slootje daar nog heeft is me een raadsel. Kan dat niet gedraineerd en gedempt ? Vandaag of morgen verdrinkt er een klein kind in en dan gaat het dicht, dat verzeker ik U. Zouden we het niet dempen vóór er ongelukken gebeuren? En als er dan onoverkomelijke bezwaren zijn, dan zou ik toch op het eind van 't trottoir bij de Chr. Ger. Kerk een hekje plaatsen. Dan kan er ook geen wethouder of
Dan kan er ook geen wethouder of een gemeenteraadslid instappen. Anders gaat het misschien tóch nog dicht! SCHRAMMETJE.
SCHRAMMETJE.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's