Zonderlinge uitlatingen van de Minister

Bedriegen de vooruitzichten niet, dan zullen we in 1952 toch kunnen komen tot de bouw van 50.000 woningen. Sedert de derde Dinsdag van September '51, de dag van het aanbieding van de Rijksbegroting is er heel wat over te doen geweest. Gedurig waren 'de uitlatingen van de Minister van Wederopbouw Mr In 't Veld aan schommelingen onderworpen. Nu eens meer pessimistisch, dan weer wat optimistischer. En volgens zijn uitlatingen in de Tweede Kamer had hij hij zich van de investeringsbepalingen niet erg veel aangetrokken. Maar toch hebben we nu al geruime tijd een werkloosheid in de bouwvakken van grote betekenis. Niet minder dan 40000.

Dat had dan ook niet nodig geweest. En hoe moet men zijn uitlatingen in de Tweede Kamer opvatten toen hij zich liet ontvallen, dat hij op de 50 millioen gulden van de nationale leningen voor woningbouw in 1952 helemaal niet zat te wachten. En hoe is te verstaan, als op de persconferentie waarin deze Minister deze leningen aankondigt door hem wordt gezegd, dat als het met die leningen niet mocht lukken, het nog geen man over boord zou zijn. We vragen ons af, waarom toch der

We vragen ons af, waarom toch dergelijke woorden. Als het er dan niet zo op aankwam waarom dan de huizenbouw zo gestagneerd, dat er sprake is van ruim 40000 werklozen in de bouw nijverheid? Hoe het ook zij. Het is te hopen, dat de leningen mogen slagen, 't Gaat om hoge volksbelangen. Wie maar enigszins kan diene er zijn schouders onder te zetten. Opdat door het ganse volk worde bijgedragen om de woningnood te lenigen. Dat moge het resultaat van alle leningen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen