Ds. H. Kraaij deed intrede in Herv. Gem. te Herkingen
Na j.1. zondag in de morgendienst bevestigd te zijn door zijn ambtsbroeder en vriend ds. P. Posthouwer te Heteren, heeft ds. H. Kraaij in de middagdienst zijn intrede gedaan als nieuw predilcant van de Herv. Gemeente te Herkingen. Ds. Kraaij getuigde dat God zijn hart heeft geneigd om vanuit Zuid Beijerland waar hij tien jaar het ambt bediende naar Herkingen te gaan, de Gemeente waar hij reeds in 1941 werd beroepen. Als tekst voor zijn prediking nam ds. Kolossenserj 4 : 3a: „Biddende meteen ook voor dat God ons de deur des Woords opene om te spreken de verborgenheid van Christus." Ds. deed naar aanleiding van dit Schriftwoord een dringend beroep op de gemeente hem in hun voorbede te gedenken opdat hij met vrijmoedigheid het Woord Gods in het midden der gemeente moge openen en verkondigen. De kerk was in deze dienst tot de laatste pltiats bezet.
Prediking
Ds. hoopte ook in zijn nieuwe gemeente enkel Gods Woord te verkondigen zonder daar iets af of toe te doen. Hij hoopte te prediken een rijke Christus voor arme en goddeloze zondaren, de volstrekt Enige en absolute Zaligmaker.
Als antwoord op de vraag wie tot deze dingen bekwaam is citeerde ds. een gezegde van Calvijn: „Zeker niet een nietig mensje dat uit liet stof opgerezen is." Ds. maande de gemeente trouw op
Ds. maande de gemeente trouw op te komen om de verkondiging van het Woord des Heeren te horen. „Hij is niet aan de middelen gebonden maar Hij heeft U wel aan dit middel gebonden, immers, zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods; ziet toe dat ge hoort met een geopend hart, ziet toe dat ge ook een dader van het Woord bent, verhardt u niet, maar laat u leiden" maande ds. Hij wees de kerkdiensten aan als een grote zegen die men zich tot een vloek kan veranderen wanneer men ze verwerpt; het Woord Gods is een reuke des levens ten leven of een reuke des doods ten dode. Afgeleid van het tekstwoord deed ds.
Afgeleid van het tekstwoord deed ds. een dringend beroep op de gemeente: „Bidt voor mij." Hij wees erop dat, wanneer Paulus de voorbede van de gemeente vraagt hij daarbij niet is als zovelen die wel geestelijk willen ontvangen maar niet willen geven; Paulus bidt dag en nacht voor de gelovigen van Thessalonica en Colosse. „U hebt recht op onze voorbede" betoogde ds. daarbij een uitspraak van Calvijn aanhalend: „Wie zou dan nu bestaan der broederen voorbede te versmaden?" Ds. verzekerde dat zijn beroep op
Ds. verzekerde dat zijn beroep op hulp en bijstand niet was bedoeld omdat de critiek hem bespaard zou blijven, juist deed hij een beroep op critiek, welwillende critiek die de eer van God en het heil van de gemeente en de predikant beoogt. „Spaar me alstublieft de koude en liefdeloze kritiek van de beste stuurlui" verzocht ds. Hij legde uit waarom laatstgenoemde critiek al te veel geleverd wordt. De gemeente is dan niet wat ze moest zijn, een goed gezin waarin alle leden lijden als er één lijdt en waarin degene die een bijzondere verantwoordelijkheid heeft te dragen door de andere „gezinsleden" wordt gesteund. Ds. waarschuwde, dat, wanneer er afbrekende critiek wordt geleverd er gemeenteleden zijn die hun verantwoordelijkheid niet beseffen, ze schuiven die af op de predikant of kerkeraad, zelfs presteren ze niets, terwijl ze mede de kerk vormen. Ds. stelde duidelijk dat de predikant en kerkeraad — als gewone mensen — Gods hulp nodig hebben, God mocht Zijn hulp schenken, niet om het gebed maar op het gebed van zondaren. In de tekst wees ds. aan dat hij de
In de tekst wees ds. aan dat hij de voorbede nodig heeft opdat God hem de deur des Woords opene zoals Paulus zegt: Ds. hing uit de meerdere uitleg van deze tekst deze het meest aan dat hier wordt bedoeld: „opdat wij met vrijmoedigheid het Woord in uw midden mogen openen en verkondigen." Het moet in de prediking gaan om het geheimenis van Christus, dat Hij op aarde gekomen is en dat Hij ons vlees en bloed heeft aangenomen. Met Spurgeon stelde ds. dat een preek waarin de Christus der Schriften niet centraal staat nog te slecht is om op de mesthoop te worden geworpen. Het Woord is een kracht Gods tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst de Jood en dan de Griek. Het gaat open voor allen die in de nood der zondeschuld verloren zijn en die weten: „Groter dan de Helper, is de nood toch niet." „Beware God ons ervoor dat wij Zijn Woord verwerpen, als we elkaar opdragen zullen we straks God de eer kunnen toebrengen. Ds. besloot zijn prediking met de versregels:
„De vrede zij en blijv' in V; Nooit moet haar nijd of twist verkloeken."
Voor de prediking had ds. Kraaij gememoreerd dat hij in maart 1937 voor de eerste maal in Herkingen was voorgegaan waarop hij in 1941 een beroep ontving. De tweede maal dat hij voorging, in augustus vorig jaar werd ook door een beroep gevolgd. Ds. bekende er aanvankelijk niet veel voor te hebben gevoeld maar God had zijn hart geneigd. Hij wilde niet te koop lopen met de intieme dingen des harten en volstond met de verzekering dat het medeleven van de Gemeente in de tijd van de beslissing hem niet onberoerd had gelaten. Ds. hoopte met de kerkeraad dienend het heil van de gemeente van de Heere God te zoeken.
Hij dankte de consulent, ds. van Wijnen van Goedereede en ds. van Hensbergen te Dirksland. Ook ds. Posthouwer werd dank gezegd voor de bevestiging. Ds. wist dat hij in een prettige „Ring" is terechtgekomen en hij verbond daaraan de wens op collegiale wijze met de ambtsbroeders samen te werken.
Het deed ds. ook vreugde dat vertegenwoordigers der Geref. Gemeente aanwezig waren, hij hoopte dat de kerkmuren tussen beide kerken niet al te hoog zullen zijn en dat enkele taken gemeenschappelijk kunnen worden uitgevoerd. Hij zegde de burgerlijke overheid de voorbede in de gemeente toe, ook met hen hoopte hij op goede contacten. Ook dankte ds. de kerkeraad en vrienden uit Zuid Beijerland voor hun komst naar Herkingen, voorts de dames van de vrouwenvereniging en de organist. De kosters weduwe bad hij kracht toe het verlies van haar man te dragen.
In de naam des Heeren deed ds. een beroep op de catechisanten mee te werken opdat de catechisaties een goed en leerzaam verloop zullen hebben en hij wekte de jongeren op zich voortaan in het Woord des Heeren te laten onderwijzen. De mooiste en fijnste uren zei ds. te beleven met de belijdenis catechisanten.
Toespraken
Al verzekerde ds. Van Wijnen dat het consulentschap hem niet te zwaar was gevallen, niettemin was hij blij dat zijn taak beëindigd was. Ds. Van Wijnen sprak als hartelijke wens uit dat God ds. Kraaij de kracht, wijsheid en liefde zal schenken om het werk dat bleef liggen weer aan te pakken.
Burgemeester Bos verzekerde dat ook het gemeentebestuur deelt in de blijdschap van deze blijde dag. Het stemt — aldus de burgemeester — tot grote voldoening dat Herkingen weer een eigen herder en leraar heeft die reeds een ruime ervaring heeft in het werk in een dorpsgemeenschap. Dhr. Bos zegde waar mogelijk alle medewerking toe waarbij hij mededeling deed van een plan het uiterlijk aanzien van kerk en omgeving te verbeteren. „Moge de Koning der kerk uw ar
„Moge de Koning der kerk uw arbeid tot rijke zegen stellen" zo besloot burg. Bos.
Ds. Van 't Veld van den Bommel vergeleek dat, wanneer in een gezin de verhoudingen goed zijn de kleinste de grote zorg heeft van de ouderen. Zo ook in Herkingen als de kleinste kerkelijke gemeente op het eiland waarbij hij zijn vreugde uitsprak dat de vacature is vervuld zodat het werk dat Christus opdraagt mag worden voortgezet. Hij heette ds. Kraaij welkom in de classis waarin de verhoudingen soms wat scherp liggen. Spr. besloot met de hoop dat ds. Kraaij een goed collega maar vooral ook een goed medewerker zal zijn en dat hij de liefde van God en de gemeente in ruime mate zal mogen ervaren.
Ook de oud-predikant, ds. Wiegeraad was verheugd dat de vacature weer was vervuld. Spr. had vijf jaar met grote vreugde en met vrucht in Herkingen mogen arbeiden en hij hoopte dat ds. Kraaij mag oogsten van het zaad dat gezaaid is. „Moge Zijn Naam voluit worden verkondigd opdat U op de Dag der dagen met de schoven onder de arm mag binnengaan" .
Slotwoord
Ouderling Keijzer vertolkte in een slotwoord de dankbaarheid van de kerkeraad. Het was spr. wens dat de nieuwe predikant samen met de kerkeraad zal bouwen aan het Koninkrijk Gods. Hij vroeg de gemeente ds. Kraaij niet te ontvangen als een predikant in een rij van predikanten maar als een dienaar van God. Ook ouderling Keijzer maande de gemeente trouw op te komen onder de verkondiging van het Woord. Staande werd ds. Kraaij hierna toe
Staande werd ds. Kraaij hierna toegezongen Ps. 119 : 9 waarna de dienst met dankgebed en het opleggen van de zegen werd besloten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 januari 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 januari 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's