Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar Komt Ons Rood-Wit-Blauw Vandaan ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar Komt Ons Rood-Wit-Blauw Vandaan ?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dinsdag 10 januari, wapperden de vlaggen weer. Het rood-wit-blauw van de nationale vlag woei vroiyk uit, met daarboven de oranje wimpel, als symbool van de verbondenheid van het Nederlandse volk met zgn koningshuis.

Zó vertrouwd is ons het rood-witblauw, dat wij ons tegenwoordig zelden meer afvragen waar die vlaggekleuren eigenlijk vandaan komen. Toch is het de moeite waard, eens een paar stappen terug te doen in de historie van ons land. We zullen dan een grotere verscheidenheid van vlaggen tegenkomen dan we wellicht zouden vermoeden: de verticale banen van het Franse rougeblanc-bleu en het rood-wit-blauw van de Bataafse Republiek, met voor de Marine een voorgeschreven embleem (vrijheidsmaagd met leeuw) in de bovenste rode baan. Rode vlaggen met een gele leeuw. Gele vlaggen met een rode leeuw. Vlaggen in rood-wit-blauw en vlaggen in oranje-wit-blauw.

Een land als Denemarken kan met rechtmatige trots wijzen op het jaartal 1219, toen de Deense vlag als eerste van de nu nog bestaande natievlaggen wettelijk werd vastgelegd. Maar zo simpel als het met dat witte kruis op zijn rode veld is toegegaan, zo gecompliceerd lijkt het ontstaan van de Nederlandse vlag.

Helemaól niet gecompliceerd, zeggen sommigen. Het vlaggerood wijst vanouds op de adel, het wit op de geestelijkheid, het blauw op de burgerij. Onjuist, zeggen anderen. Het roodwit-blauw is een erfenis van de graven van het Beierse of het Bourgondische Huis! Onze nationale vlag? Ontleend aan het rood-wit-blauw uit de vlag van het gewest Zeeland, luidt een derde mening. En daarmee zijn we nog niet aan het eind. Het rood-wdt-blauw van onze vlag is ook wel teruggevoerd tot de kleuren van het stamwapen der Oranjes, een blauwe jachthoorn met zilveren beslag en rode snoeren. Maar dan stuiten we op een bezwaar: in 1556 nog werd dit wapen afgebeeld als een blauwe jachthoorn op een gouden schild — het zilveren beslag en de rode snoeren ontbraken! Pas later werd het rood eraan toegevoegd en nog weer later het wit. Tenslotte zijn er nog de livreikleuren van de prins van Oranje, die aanleiding geven tot de nodige bespiegelingen. Maar vermoedelijk zal het altijd wel een gissen en veronderstellen blijven waar de kleuren van onze vlag nu precies vandaan komen, simpelweg omdat onze vlag niet, zoals bij jonge staten tegenwoordig wél het geval kan zijn, welbewust is uitgedacht, maar door de omstandigheden is ontstaan.

prinsenvlag.

Toch zijn er wel feiten die in een bepaalde richting wijzen. De naam prinsenvlag bijvoorbeeld. Hij duikt heel plotseling op: kort na de inneming van Den Briel op 1 april 1572, en we weten dat toen het oranje-wit-blauw van de Brielse toren heeft gewapperd, kennelijk ter ere van prins Willem van Oranje.

Het bleef niet bij die ene prinsenvlag. Het oranje-wit-blauw sloeg in, het werd een symbool van het verzet tegen de Spaanse overheersing. Uit de jaren na 1577 zijn gekleurde tekeningen bekend van ruiters van de prins, gestoken in blauw kostuum met witte strepen en witte mouwen, met een oranje sjerp en op hun hoeden oranje en groene pluimen. In een boekje, dat in 1582 is verschenen bij drukkerij Plantijn in Antwerpen, lezen we dat de kleuren van de prins van Oranje „den Spaingiaerden groote vrees plegen aentejaeghen".

Naast het oranje-wit-blauwe vlaggedoek, dat sindsdien in de rekeningen van admiraliteiten en steden wordt vermeld, kwamen er ook andere vlaggen en vaandels voor. Op schepen werden bijvoorbeeld vaak de vlaggen gevoerd van de stad van afkomst en van het gewest. Maar de „prinsenvlag" kreeg voor scheepsvolk én burgerij een heel andere gevoelswaarde dan welke andere vlag ook. Toen omstreeks 1630 het oranje uit de prinsenvlag langzamerhand verdrongen werd door rood, blééf die vlag favoriet. De leeuwenvlag van de Staten-Generaal kon daar niet tegenop en is van lieverlee geruisloos verdwenen.

oranje werd rood.

Waaróm het oranje van de prinsenvlag in rood is overgegaan, weten we niet met zekerheid. Politieke motieven speelden althans in de tijd van Frederik Hendrik nog geen rol. Mogelijk heeft de toepassing van andere textielverfstoffen het oranje in de richting van het rood geschoven. De kleurverandering van de vlag viel namelijk samen met het tijdstip waarop een nieuwe meekrapsoort (rode verfstot) in ons land zijn intree deed. Deze meekrap moet het vlaggendoek zó sterlv rood hebben aangeverfd, dat de (gele) wouw het rood niet meer zoals vroeger óm kon krijgen naar oranje.

Dat zou tegelijkertijd verklaren waarom men steeds van prinsenvlag is blijven spreken, óók toen men na 1630 vermoedelijk meer vermiljoen dan oranje in de vlaggen heeft gezien. Wellicht is het gebruik van een rode bovenbaan mede in de hand gewerkt doordat het rood zich op zee veel beter hield (het oranje vervaalde zeer snel). In verschillende oude Nederlandse vlaggenboeken wordt geschreven over „oranje, wit en blaauw", terwijl de tekeningen zijn ingekleurd met rood-witblauw. Ook een gevolg van die meekrap-affaire?? In ieder geval viel het verschil tussen schrijfwijze en kleurstelling zó op, dat later wel is verondersteld dat „rood of oranje" weinig verschil zou hebben uitgemaakt voor de Nederlanders uit laten we zeggen de 17e eeuw. En misschien was dat ook wel zo. Politieke moeilijkheden ontstonden er vooral later, toen de patriotten zich in de tweede helft van de 18e eeuw tegen het gebruik van oranje begonnen te verzetten (Kaat Mossel!).

vlaggeconflieten.

Wie zich in veel later tijd bijzonder druk hebben gemaakt over het „rood of oranje", waren de mensen die omstreeks 1865 het halve-eeuwfeest van het Koninkrijk der Nederlanden gingen vieren. Verontwaardigd maakten de voorstanders van een oranje-wit-blauwe vlag zich op, om de voorvechters van het rood-wit-blauw de mantel uit te vegen. Alleen gebrek aan liefde voor het vorstenhuis kon iemand de ogen doen sluiten voor dat afschuwelijke, Franse rood en blauw... „Onzin", verweerde professor Robert Pruin zich, „onze vlag had al een hele tijd vóór de Bataafse Republiek een bovenbaan van vermiljoen. Het is blijkbaar praktischer gebleken... en bovendien is het in ons grauwe Nederlandse klimaat heel wat plezieriger om helder rood en helder blauw te zien wapperen, dan een vervalend oranje en de daarmee combinerende lichtere kleur blauw..." Een nuchtere mening, die ook in onze eeuw, met name in de dertiger jaren, met instemming is aangehaald. Want in de jaren '35 en '36 laait de strijd om de vlaggekleuren opnieuw op. In de weinig stabiele politieke situatie van het ogenblik voelen velen zich gedrongen tot het betuigen van hun trouw aan de monarchie. Steeds meer wordt er met het „oranje-blanje-bleu" gevlagd in plaats van met het rood-wit-blauw, althans boven de grote rivieren.

Over het toenemend gebruik van de oranje-wit-blauwe viag worden vragen gesteld in de Kamer. Is de regering bereid een eind te maken aan „de steeds groter wordende verwarring ten aanzien van de vlaggekleuren"? Met andere woorden: wil de regering duidelijk uitspreken, dat rood, wdt en blauw de nationale vlaggekleuren zijn? De afgevaardigde De Savornin Lohman gaat daar fel tegenin. Hij voorziet tweespalt onder het Nederlandse volk als „het, een groot deel der natie op historische gronden zo dierbare, oranjeblanje-bleu in de ban wordt gedaan". Minister Colijn neemt het daarop op voor het rood-wit-blauw, overigens zonder zijn tegenstander te overtuigen. Op 19 februari 1937 verschijnt er tenslotte een Koninklijk Besluit, ondertekend door Koningin Wilhelmina:

„De kleiu-en van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zullen zfln rood, wit en blauw".

Het zal nog een kleine dertig jaar duren, voor de vondst van een oud document zal bewijzen, dat deze beslissing historisch bezien juist is... Maar voorlopig blijven, het Koninklijk Besluit ten spijt, de prinsenvlaggen wapperen. Wie er tenslotte op afdoende wijze een einde maakt aan de bestaande controverse „rood - oranje" is... de N.S.B. Als die in de oorlog de oude prinsenvlag, voorzien van de zwarte N.S.B.-driehoek, gaat misbruiken, gaat bezet Nederland die vlag zien als een besmette zaak. Na 1945 heeft het oranje -wit-blauw voor de Nederlandse bevolking afgedaan.

een vergeten document.

In 1965 is een functionaris van de sectie Krijgsgeschiedenis en ceremonieel van het hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht bezig met een his - torisch onderzoek. In oude boeken en vergeelde archiefstukken zoekt hij naar aanwijzingen die hem mogelijk op het spoor kunnen brengen van oude, authentieke documenten over vlaggen en standaarden. Een moeizaam, tijdrovend onderzoek. De kans dat er ergens een tot dusver onbekend document zal opduiken is gering. Maar deze keer wordt het speurwerk op verrassende wijze beloond: het Rijksarchief geeft een met de hand getekende en geaquarelleerde vlaggenkaart prijs uit... 1816.

De vondst weiit evenveel verrassing als verbazing. Verbazing, dat er dus tóch wel eens een speld uit een hooiberg tevoorschijn komt. Want dit stuk is niet zómaar een vlaggenkaart. In kleuren vertoont de kaart alle onderscheidingsvlaggen, standaarden en vidmpels, die koning Willem I heeft ingesteld bij het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden.

Meer dan 150 jaar geleden, toen de nachtmerrie van de Franse tijd ten einde liep, richtte prins Willem Frederik (later koning Willem I) zich in een proclamatie tot het Nederlandse volk met de woorden:

„De oude Vlag is weder het pimt van vereniging, en die oude vlag zal ook den ouden moed weder doen keren!"

Uit de gevonden vlaggenkaart weten we nu met zekerheid, dat de prins met die oude vlag de rood-wit-blauwe vlag moet hebben bedoeld. Want de derde en vierde vlag op deze kaart, die beide worden aangeduid als „de ordinaire Nederlandsche vlag", zijn onmiskenbaar geaquarelleerd in rood, wit en blauw!

Uit datum en nummer op de vlaggenkaart valt op te maken, dat hij is bedoeld als toelichting op een Koninklijk Besluit van 16 maart 1816, dat inhoudt het „Reglement op de eerbewijzingen en saluten aan boord en door Zijner Majesteits jachten en schepen van oorlog binnen 's lands".

Achteraf wordt duidelijk, waarom men van het bestaan van dit kleurige document niet op de hoogte kón zijn. In het bewuste Kon. Besluit wordt met geen woord gerept over de vlaggenkaart die erbij behoort!

Een administratieve tekortkoming kunnen we dat in die tijd nauwelijks noemen. Het ging in die eerste dagen van het Koninkrijk allemaal wat eenvoudiger toe dan nu. Het K.B. en de vlaggenkaart (waarvan er maar één was gemaakt) waren ter hand gesteld aan de Marine als enige belanghebbende — en dat was naar de normen van die tijd voldoende. Er waren trouwens belangrijker zaken die de aandacht vroegen. De vrijheid van het land was opnieuw in gevaar: Napoleon was van Elba ontsnapt en maaiite zich op om slag te leveren tegen de Geallieerden (Waterloo!)...

Nadat de geschetste onderscheidingsvlaggen, standaarden en wimpels eenmaal waren vervaardigd en het bijbehorende K.B. in een Marinereglement was verwerkt, is de vlaggenkaart ergens opgeborgen, aanvankelijk wellicht in het Kabinet van de Koning of in een Marinearchief. Na verloop van tijd is het stuk tenslotte in het Rijksarchief beland. Intussen was de authentieke vlaggenkaart bij niemand meer bekend. Het zou tot 1965 duren voor hij weer aan het licht werd gebracht.

Mocht er in Nederland ooit nog eens een wet op de landsvlag komen, dan zijn de voorbereidingen daarvoor, dank zij deze vondst, wellicht enigermate vereenvoudigd. Óver de vlaggekleuren behoeft in elk geval geen onduidelijkheid meer te bestaan.

Het Koninkrqk der Nederlanden is in 1815 zijn bestaan begonnen onder de kleuren rood, wit en blauw!

In november 1958 is het rood-wit-blauw nader gepreciseerd. T.N.O. heeft in opdracht van de regering de vlaggekleuren wetenschappelijk vastgelegd in z.g. kleurcoördinaten. Ze worden sindsdien omschreven als helder vermiljoen en kobaltblauw.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1967

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Waar Komt Ons Rood-Wit-Blauw Vandaan ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1967

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's