Winter of geen winter
Weerpraatje
(van onze weerkundige medewerker)
In het begin van de week was koning winter in Scandinavië meester van de toestand met strenge tot zeer strenge vorst. De vorstgrens lag enkele dagen boven Denemarken, waar ook ijzel en sneeuw vielen. Welke kant het uit gaat, was nog niet te zeggen; misschien is dit inmiddels wel duidelijk geworden. Voor verwachtingen op iets langere termijn, n.1. van drie tot vijf dagen, heeft men de weerkaart wel nodig om ongeveer te kunnen beoordelen welk weertype in de naaste toekomst het meest waarschijnlijk is. Vroeger keek men alleen naar verschijnselen in de natuur en sommige hiervan zijn ook bruikbaar voor een verwachting maar dan toch op vrij korte termijn, n.1. van 24 tot 48 uren.
AANTJE ZIET SOMS BLEEK.
tien wij eerst de maan op de kor rel, dan valt het Franse gezegde op „La lune pale annonce la pluie" (Een bleke maan kondigt regen aan). De maan geeft verschillende kleuren te zm Overdag vrijwel zuiver wit, bij op-? en ondergang kleurloos mat tot gee^htig, bij voUe maan midden in de nacht geelwit, maar soms ook oranjerode tinten en wanneer ze door hoge wolkjes schijnt soms blauwgroen.
De kleur van de maan hangt grotenaeeils af van de atmosferische toestand. Hoe meer waterdamp er in de onderste luchtlagen aanwezig is hoe matter de Kleur. Hierbij kunnen wij ook de fonkelende sterren betrekken. Hoe sterker ae sterren fonkelen hoe minder homog^ de dampkring is, want de sterren aea... fonkelen niet.
to koude winternachten met weinig «aterdamp in de lucht en weinig wind B Set fonkelen sterker dan wanneer i^Üi** veel waterdamp bevat. In dit •Ür ^^^^^ ^^^ ^^ zwakke sterren al «Mt meer te zien en de grote sterren zijn minder gevoelig voor lichtkrom- ™ng in de dampkring zodat de sterrenhemel in dit geval een wat rustiger beeld geeft.
MAANSTER INGESCHEEPT.
Door de vissers en zeelieden werd er TOieger gesproken over de „maanster", t-en kleine ster, dicht bij de maan. Als <he verdwijnt (zich inscheept), is dat e^ teken van slecht weer. „Een sterree, dicht bij de maan, kondigt dikwijls storm aan", zo luidt het rijmpje. Oorzaak... veel waterdamp in de atmosfeer. Hierdoor worden zwakke sterren vrijwel of geheel onzichtbaar en wijzen op een atmosferisch ongunstige ontwikkeling.
Ook de bewering, dat, zodra de maan opkomt, de wolken verdwijnen, berust op gezichtsbedrog. Dikwijls lossen de wolken 's avonds, wanneer het koeler wordt, op en wordt het helder. Dit laatste gebeurt zowel rond nieuwe als volle maan maar... wanneer het nieuwe maan is wordt haar vermeende invloed niet genoemd. Is het volle maan, dan meent men vaak, dat de maan, zoals dit op het platteland wel heet, „de lucht weer schoon likt".
TOESTAND VAN DE DAMPKRING.
Van de kleur van de maan en de sterren kan men, zoals wij omschreven, soms een bepaalde gunstige of ongunstige atmosferische gesteldheid afleiden. Vooral wanneer er veel waterdamp aanwezig is of wanneer luchtlagen met sterke temperatuurverschillen naast elkaar voorkomen, zogenaamde inversies, ziet de maan vaak bleek en fonkelen de sterren niet of weinig. Hieruit mag dan worden afgeleid, dat de vooruitzichten niet bijzonder gunstig zijn,
In nachten met fonkelende sterren en een vrijwel witte maan is de toestand het meest stabiel door weinig waterdamp en een sterke uitstraling.
Dat in dergelijke nachten de laagste temperaturen voorkomen, is dan ook logisch. Echter zonder dat maan of sterren hierop enige invloed uitoefenen.
(Nadruk verboden).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's