Jezus' heiliging in het lijden.
Meditatie
...en geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden... (Hebr. 5 : 9).
De brief aan de Hebreeën predikt ons dat Jezus de vervulling is van al wat van ouds door de woorden der profeten is gepredikt en wat in de plechtige eredienst van Israël aan het volk is voorgesteld. De dienst van de aaronietische priesters neemt een einde, wanneer de dienst van de grote Hogepriester naar de ordening van Melchizedek aanvang neemt. De offers, die op het altaar in de tempel van Jeruzalem gebracht worden, verliezen hun zin, wanneer het enige offer, dat in waarheid de schuld kan wegnemen gebracht wordt. Nu dat enige offer is door Hem ge
Nu dat enige offer is door Hem gebracht, die als Hogepriester het offer van Zijn eigen leven brengt. Dat offer voldoet aan de eis van Gods gerechtigheid en bevredigt de wraak eisende Majesteit van de door de zondenbeledigde Schepper van Hemel en aarde; maar in dat offer brengt ook Die God tot heerlijkheid van Zijn Naam Zijn onbevattelijke liefde tot openbaring, daar Hij Zijn eigen Zoon overgeeft, opdat in Hem de gerechtigheid de vrede omhelzen en de goedertierenheid en de waarheid elkander ontmoeten.
Nu zegt onze tekst van Jezus dat Hij geheiligd is. Dit woord geheiligd is aan de offerdienst ontleend. Het wil zeggen „gewijd". Hij is als offer gewijd, zoals de offerdieren op het altaar gewijd werden aan de Godivan Israël. De grote Hogepriester heeft het offer van Zijn leven gebracht. Hij werd gehoorzaam tot in de dood. Er is geen sprake van ongehoorzaamheid of overtreding. Ook al heeft Hij met gebeden en smekingen tot Degene, Die Hem uit de dood kon verlossen, geroepen. In Zijn roepen was geen ongehoorzaamheid. In Zijn smeken was geen afwijzen van de Wil Gods. In zijn bittere beproeving in de hof van Gethsémané heeft Jezus gehoorzaamheid betracht en heeft Hij Zich geofferd, d.w.z. overgegeven tot de Wil Gods. In Zijn offerande voltrekt Zich de daad van Zijn hoogste liefde en gehoorzaamheid. Het is de liefde tot de eer Zijns Vaders, maar ook tot de zaligheid van Zijn gemeente, welke Christus Zichzelf Gode doet heiligen. En juist in Zijn gehoorzaamheid tot in de dood heiligt Hij Zich. Wat is dat een gezegend en volkomen werk, dat Jezus heeft volbracht. En ziet wat heerlijke vrucht dit werk voor Zijn gemeente draagt. Een oorzaak van eeuwige zaligheid is Hij geworden. Alleen zo kon Hij dat worden. De eeuwige zaligheid moest ons men
De eeuwige zaligheid moest ons mensen vanwege de zonden ontgaan. Wij kunnen die mensen vanwege de zonden ontgaan. Wij kunnen die ons niet meer verwerven. Geen mogelijkheid is ons meer over
Geen mogelijkheid is ons meer overgebleven. Van alle gaven heeft de gevallen mens zichzelf beroofd. De rampzaligheid is ons deel, namelijk de vervreemding van God en Zijn genade. Het recht Gods bant de mens uit de tegenwoordigheid Gods en zonder de voldoening aan de gerechtigheid is er ook van zaligheid geen sprake meer. Maar nu is het antwoord op de vraag
Maar nu is het antwoord op de vraag naar de verlossing voor de verloren zondaar gegeven in het feit, dat de enige Hogepriester zichzelf geheiligd heeft om tot oorzaak van eeuwige zaligheid te worden. Hoe is Hij dat dan? Welnu, alleen
Hoe is Hij dat dan? Welnu, alleen door het feit van Zijn gehoorzaamheid, want daarin buigt Hij voor het recht Gods en aanvaardt Hij de toom Gods voor degenen, voor wie Hij heil bereiden zal.
Een andere oorzaak van eeuwige zaligheid is er niet. Zal er ook nimmer zijn. Maar het ganse Woord Gods laat dat aan ons nu horen: Hij is oorzaak van eeuwige zaligheid. Waar de mens zich zelf de eeuwige vervreemding van God bereid heeft, daar heeft Jezus eeuwige verlossing aangebracht. O, wat is dat een eeuwig wonder van souvereine genade: Hij oorzaak van heil, van volkomen heil.
Voor wie echter? Zou Jezus dit voor allen zijn? Zou ,het mogelijk zijn dat Hij voor alle mensen de zaligheid verworven heeft? O, gewis in Zijn offer is geen gebrek. Al zouden alle mensen moeten zalig worden, er zou geen ander offer nodig zijn, want Zijn offer is overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden van de ganse wereld. Maar naar het welbehagen Gods is dit offer van Christus oorzaak van eeuwige zaligheid voor allen, die Hem gehoorzaam zijn. En daarom is dit voor ons de grote vraag: Wie zijn dat, die Hem gehoorzaam zijn? Het antwoord op deze vraag wordt belanrijk voor u en mij, omdat het daarin ook om de vraag gaat, of u en ik bij dit werk van Christus betrokken zijn. ^
(Wordt vervolgd)
Rotterdam (C.) Ds. A. Vergunst
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's