Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De taal Kanadns" door Dr. H. F. Köhlbrugge. Uitgave T. Wever, Franeker. Tweede ongewijzigde druk Prijs f 6,50.

Dit boek — reeds enige malen aangekondigd in de advertentie-kolommen van ons blad — heeft tot inhoud een gesprek tussen twee reizigers naar de eeuwigheid. Het werkje heeft zijn ontstaan te danken aan Bunyan's Christenreize naar de eeuwigheid; en moet omstreeks 1850 zijn geschreven. Dr. Köhlbrugge was n.1. in die tijd, op verzoek van enige vrienden, begonnen een verklaring te schrijven op het wereldvermaarde boek van Bunyan, wat hij echter niet heeft kunnen voltooien. Onder zijn nagelaten geschriften is als uitvloeisel daarcs^an deze kostelijke samenspraak gevonden, die nu voor de tweede maal, ongewijzigd wordt uitgegeven. Door het fotomechanisch drukprocédé, is de vorm en inhoud en ook de spelling, geheel identiek aan de eerste uitgave. De twee reizigers naar de eeuwig

De twee reizigers naar de eeuwigheid, die hier aan het woord zijn, spreken de taal Kanaans. De ware Christen wordt er in getekend, die zich op de smalle weg bevindt met al zijn bekommernissen; zijn strijd tegen de driehoofdige vijand, de wereld, de duivel en zijn eigen verdorven vlees. Maar deze Christen wordt er ook in getekend wat betreft zijn enige hoop, want het volk dat die taal spreekt, wordt alleen in hope zalig. Zij klagen niet altijd, maar zij roemen ook in de verdrukking, omdat zij weten dat hun Koning, de wereld overwonnen heeft.

Aan Köhlbrugge werd eens gevraagd: „Waar ben u bekeerd?" waarop zijn antwoord was: „Op Golgotha!" In deze samenspraak wijst Köhlbrugge dan ook regelmatig naar die Koning heen, die op Golgotha's vloekheuvel overwonnen heeft. Wij geven hier een stukje weer van de schone en bemoedigende woorden waarin hij zijn Koning aanprijst, (blz. 60).

„Niets geldt bij hen, dan wat de Koning zegt, niets bevalt hen, dan wat Hij doet en zij nemen niets aan, dan wat Hij hun schenkt. Van zichzelf verwachten zij niets en zij betrouwen niet op zichzelf, noch op hun moed, noch op hun kracht, noch op hun zwaard of op eigen wil. De Koning heeft hen allen tot oversten en tot Zijn bijzondere kommandanten gemaakt; stenen en balken voor Zijn huis laat Hij de vreemden dragen. Het is een volk, dat zich gedraagt als 's konings trouwe onderdanen en gans gewillige dienstknechten, en er is er géén bij, of men ziet een lichtende ster op zijn borst. Zij worden allen zo gekleed als de Koning gekleed is en sterven allen gaarne met Hem de heldendood. Midden onder de Filistijnen halen zij water uit Bethelhem's bornput, zij verslaan een leeuw in de sneeuwtijd en honderden vijanden met een ossestok. In de heetste oven kan men hen niet verbranden, in het diepste water niet verdrinken. En al werpt men hen in de leeuwekuil, de meest uitgehongerde leeuw werpt zich hun te voet. Al bindt men hen met zeven nieuwe koorden, zij verscheuren ze als vlas en al moeten zij in de molen malen, zij vinden wel uitkomst, zij doden er meer in hun dood, dan in him gehele leven. Het is een ridderlijk volk, dat bij het vernemen van het trompetgeschal zich nog opricht en begint te juichen terwijl het sterft en dat gaarne sterft bij het vernemen, dat de overwinning behaald is. Zij weten toch, dat zij onsterfelijk zijn. dat zij allen een geheel ko- gen, dat zij de eerkroon c Daarom vragen zij naar dood, naar eer noch onec- noch weinig wat hier gezien ding is hun genoeg; niem scheidt hen van de Komnj hoe het ook ga, de naaste stad, die Hij in hen bereia

U ziet, het is een boekje, inhoud en ook schoon van

Het behoeft geen ver«[ wekken, dat dr. Kohlbrui Bunyan aangetrokken gevoi geestelijke bevindingen oiig zelfde geest geschreven '• en in Bunyan's pelgrims, overeenkomst. Beiden zijr. krompen omstandigheden beiden op wonderlijke wi Woord getrokken en beiden de waarheid veel druk mt Bunyan moest een 12-jarige straf ondergaan — KoKt' door een 16-jarige kerkt schap beproefd. Beiden .fmeest miskende leraren • geweest.

Het is verblijdend dat de Köhlbrugge in ons land we den gelezen. Zijn „Een\c berger" was nog maar nen of er moest een nie perse worden gelegd. Oi van Köhlbrugge, zal zti weg wel vinden. Het is z gevoerd en zijn geld ten Uitnemend geschikt voor. Wij bevelen het van har' ^

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 april 1967

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 april 1967

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's