Isra�l en de Arabieren
Bij alle verschil van mening over het bestaan en het al of niet voortbestaan van de staat Israël kan men het er in ieder geval over eens zijn, dat dit een zwaar probleem is, niet alleen voor Israël zelf en ook niet slechts voor de regio van het Nabije Oosten, maar een vraagstuk van wereldformaat vanwege de vele aspecten die het heeft. Dezer dagen hadden we een gesprek met iemand, die verschillende Arabische landen en Israël had bereisd. Om een discussie uit te lokken, poneerden we I de stelling, dat dit probleem-Israël onoplosbaar is. Hij was dit helemaal niet met ons eens en antwoordde: wanneer de Arabieren de kunst van werken ver- stonden, behoefden ze de Israëli's niet voortdurend aan te vallen om hun staat te vernietigen, want ze hebben nog woestijnen in overvloed om ze vruchtbaar te maken, zoals Israël doet met de NMBb-woestijn; zij hebben heus de 2^w0 km- van Israël niet nodig. Natuurlijk had hij hierin gelijk, maar de moeilijkheid is, dat de Arabieren nu juist niet zoals de Israëli's van hard werken houden en liever parasiteren op de olie en de financiële hulp van grote mogendheden, met name van de Sovjetunie. iVIet dit feit hebben we rekening te houden. Israël wenst zich als staat te handhaven. Het was het enige volk op aarde sedert 19 eeuwen, dat geen eigen territorium meer had. Én de Arabieren hebben gezworen, dit kleine staatje, dat zich tussen hen ingewrongen heeft, volkomen te zullen vernietigen. Met deze realiteiten heeft men rekening te houden en dan komt men inderdaad voor de vraag te staan, hoe dit probleem op vreedzame wijze kan worden opgelost, wanneer de standpunten zo diametraal tegenover elkaar staan. In de vorige artikelen over dit onderwerp hebben we al verschillende aspecten ervan naar voren gebracht en speciaal de historische feiten. Omdat door het plotseling uitbreken van de oorlog en zijn spectaculair verloop, dat eindigde met een eclatante overwinning van Israël, de aandacht van de hele wereld op het Nabije Oosten is gevestigd, mede door de behandeling ervan in de Veren. Naties, blijft dit alles onze belangstelling treklten. Wie zich in de vele facetten van het probleem verdiept, komt tot de conclusie, dat het buitengewoon gecompliceerd is. Het lijkt ons daarom goed aan de hand van een reeks vragen een aantal van de voornaamste punten aan de orde te stellen.
1. Hoe is de intense haat van de Arabieren tegen Israël te verklaren?
anneer aan een Arabier van enige ".ectuele standing gevraagd wordt om Israël zo gehaat wordt, dan It meestal het antwoord: wij haten het Joodse geloof, ook niet het Ise ras en de Joodse mensen maar zijn ertegen, dat Palestina sedert bestuurd wordt en in bezit geno- Jn is door Europese Joden, die er een aparte Joodse Staat van hebben gemaakt Tegen het bewonen van Palestina door Joodse palestijnen hebben we geen bezwaar. Been eenvoudig als het hier gezegd _ 'dt, ligt het echter beslist niet. De ètich 'chting van de staat Israël als zodanig is wel een factor, maar andere spelen •Bd minstens even grote rol. Een heel voorname komt naar onze mening voort uit een soort minderwaardigheidscom |M||X t.o.v. de Joden. De Arabieren zien, ^B ze in allerlei opzichten de mindere ^Wii van de Israëli's: in ontwikkeling, in welvaart, in techniek, in militaire kracht enz. En hoe meer oorlogen ze verliezen, hoe groter hun complex en derhalve ook hun haat wordt. Dit geldt ^Keraard het meest ten opzichte van de HPinmigreerde Europese Joden, die de • westerse cultuur meebrachten en in de nieuwe staat demonstreren tot welke prestaties op allerlei gebied ze in staat zijn. Dat de Palestijnse Arabieren die in '148-'49 moesten vluchten en sedert in in armoede in kampen wonen, ver- Id zijn van een tomeloze haat, is verklaarbaar, maar de regeringen van Egypte, Jordanië en Syrië hebben opzettelijk niets voor deze mensen gedaan om daardoor hun haat levendig te houden en aan te wakkeren. Ook het sterke opleven van het Arabische nationalisme speelt een grote rol, thans in de vorm van het Pan-Arabisme, dat heel het Nabije Oosten opeist voor de Arabieren. Het kleine welvarende Israël met zijn hoge ontwikkeling en vele intellectuelen steekt te scherp af bij de achterlijke, primitieve en arme bevolking der Arabische landen met hun hoog percentage analfabeten dan dat men daar zulk een volk permanent zou dulden.
2. Het nationalisme van de Arabieren.
Gedurende vier eeuwen hebben de Turken geheerst _ over de Arabische gebie- .den. Ofschoon zij ook Mohammedanen Waren, wensten de Arabieren baas in eigen huis te zijn en ontstond automa-tisch een Arabisch nationalisme, een opleving van het nationale bewustzijn en emancipatiestreven.
In de eerste wereldoorlog stortte het Turkse imperium ineen en kregen Engeland en Frankrijk er veel macht (resp. o.a. in Egypte en Syrië). Hieraan kwam ook weer een eind na de tweede wereldoorlog en zo ontstonden er onafhankelijke en zeer nationalistische Arabische staten. De Joodse vestigingen in Palestina en vooral de stichting van de staat Israël in een gebied, dat de Arabieren als hun eigen exclusief territorium beschouwen, werkten dit nationalisme nog meer in de hand. Het is steeds sterk anti-Westers geweest en omdat de hoofdmacht van het Joodse volk in Amerika, Europa zat en zit, werden de Joden als WesterUngen beschouwd, die in Arabisch gebied niets te maken hebben.
3. Heeft Israël recht op Palestina?
Dit is de kernvraag in het hele probleem, maar een antwoord erop is niet eenvoudig. Allereerst rijst de vraag: welk recht is hier bedoeld? Elk land heeft zijn gecodificeerd recht d.w.z. rechtsregels, die in wetboeken zijn vastgelegd. Hier gaat het echter om volkenrecht, dus internationaal recht, dat slechts zeer summier op enkele terreinen is omschreven en ondanks het bestaan van de Verenigde Naties niet met sancties kan worden gehandhaafd. Over de materie, die hier in het geding is, moeten we het met subjectieve beschouwingen doen. We kunnen alleen werken met het begrip „historisch recht". En dan staat het ongetwijfeld als een paal boven water, dat Israël de oudste rechten heeft. De intocht in Kanaan onder Jozua had plaats omstreeks 1200 V. C. Israël heeft er gewoond tot 70 n. C. toen de Romeinen de stad Jeruzalem en de tempel tot een ruïne maakten en de Joden verspreid werden over het hele Romeinse rijk. Alleen in Galilea bleef een klein aantal over. Later kwam het land onder de Byzantijnse keizers en pas in 638 werd Jeruzalem door de Arabieren onder kalief Omar veroverd. Dat was in de eerste tijd van de opkomst en de verbreiding van de Islam. Gedurende de Kruistochten (1096 tot 1291) hebben de Westeuropese volken gepoogd Palestina op de Mohammedanen te veroveren, niet voor de Joden, maar voor de Christenen, maar dit mislukte volkomen. En zo bleef het land wat de bevolking betreft, in hoofdzaak Arabisch. De loop der historie is onder invloed
De loop der historie is onder invloed van het Zionisme en van de nazi-massamoord op de Joden gedurende W.O. II zodanig geweest, dat een deel van het Joodse volk hunkerde naar een eigen vrije en onafhankelijke staat, naar een nationaal tehuis, zoals ieder volk dat heeft. De Arabieren echter wilden de historische rechten van de Joden niet erkennen en beschouwen Palestina als een wettig Arabisch land. In deze controverse is geen enkele formele juridische beslissing mogelijk, ook niet voor het Internationale Hof van Justitie in het Vredespaleis in Den Haag. De enige uitspraak ten gunste van de Joden is die van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties op 29 november 1947 om een onafhankelijke Joodse staat te stichten in Palestina (waar toen ook de Sovjet-Unie vóór stemde!). Deze stichting had plaats op 15 mei 1948, maar ze is door de Arabieren nimmer geaccepteerd en erkend.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's