Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toch gelukkig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toch gelukkig

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

43 „Nee, dank je wel, Woortman. Ik ga gauw naar huis om het te vertellen". Met een vrolijk lachje loopt hij naar de werkplaats. De knecht met de blaaslamp geeft weer een draai aan het knopje. Hij heeft het blijde gezicht van Evert gezien en vraagt nieuwsgierig: „Heb je soms een erfenisje met de baas gedeeld, je kijkt zo lollig!" „Ik kom morgen bij jullie. En ik hoop dat we goed met elkaar kunnen opschieten".

„Reken maar, niet jongens? Fijn, zo'n jongste bediende. Nou zijn wij van al die kleine karweitjes af. Die knapt Evert wel op".

Opeens voelt Evert in zijn broekzak. Daar zit een vol pakje sigaretten, haastig haalt hij het voor de dag. „Opsteken?"

„Natuurlijk, trakteer maar eens hoor!" De jongen die de schrapper hanteert, weigert. „Mijn merk niet", zegt hij en haalt een pakje zware shag uit zijn kiel. ,Nou, tot morgen dan maar. O ja, nu moet ik nog weten hoe laat er begonnen wordt!" .Half acht. Maar waarom steek je

.Half acht. Maar waarom steek je zelf geen sigaret op?" „Ik rook niet, ik vind er niks an". „Dus je hebt ze voor ons meegenomen? Wel, je mag ze gerust laten liggen hoor!" Een liedje fluitend grijpt Evert zijn fiets. En juist als hij wil opstappen hoort hij zeggen: „Nee hoor, Evert wil me niet meer zien!" „Hé Jellie! Ik had geen erg in je, werkelijk niet. Boodschappen gedaan?" „Ja, jij ook? Je kwam toch bij de schilder vandaan!"

Evert aarzelt. Zou hij het haar zeggen? Misschien zal ze het wel aardig vinden.

„Ik word schilder. Morgen begin ik". Met een kijkt hij haar oplettend aan, nieuwsgierig, hoe zij op deze aankondiging zal reageren. Hij had niet bang hoeven te zijn. Jellie loopt vlug op hem toe. Haar ogen stralen wanneer zij zegt: „Maar dat is fijn joh. Dat had je al veel eerder moeten doen. Woortman is een fijne man. Ik ken hem goed". „En de drie knechten, ken je die ook?" vraagt hij met een nuchter gezicht. Maar het uiterlijk van Jellie verraadt ook niets als ze met een knikje zegt: „Die jongens, of ik die ken! Altijd even vriendelijk. Die blonde doet wel eens 'n boodschap voor me. Maar als jij hier komt, mag jij dat doen hoor! Kom, ik moet weg, want de dokter heeft nog wat drankjes klaar staan en die moeten weg. Ik vind het prettig dat je een ambacht leert. Nou, dag hoor!" „Op een holletje gaat zij de straat over en kijkt op de stoep nog even om. Doch Evert ziet het niet. Nu heeft hij haast om thuis te komen. Bijna is hij de dorpsstraat uit als er uit een steegje iemand de straat opstapt. Hij torst een zware zak, die hij nu op een oude bakfiets gooit.

Met een uitroep van verbazing remt Evert af en stapt af. „Ben jij dat, Victor? Wat voer je in vredesnaam uit!!"

De ex-marskramer grijnst breed. Hij loopt om de bakfiets heen en geeft Evert de hand.

„Hoe gaat het er mee? Weer terug uit Twelst?"

„Ik vroeg wat je nou weer uitvoert". Behalve verbazing is er nu ook minachting in zijn ogen te lezen. „Vind je dit werk minderwaardiger dan marskramer?" vraagt Victor rustig. „Natuurlijk, wat dacht je anders! Een voddenman, bah!"

„Die moeten er ook zijn. Als de oude rommel niet werd opgehaald kwamen de mensen om in hun afgedankte spullen".

Met half dichtgeknepen ogen kijkt Evert hem aan.

„Ik geloof dat het tijd wordt dat je me eens het een en ander over je zelf gaat vertellen. Wij kennen elkaar nu al 'n hele tijd en ik vind jouw doen en laten erg vreemd. Vertel eens wie of wat je bent. Ik heb je dat al eens eerder gevraagd. Het enige antwoord was een beetje gegrinnik. Wat voer je hier al die tijd uit? V.'aar kom je vandaan en waar ben je 's nachts?" „Een massa vragen, Evert. Maar ik

„Een massa vragen, Evert. Maar ik zie het nut er niet van in om je mijn doopceel voor te lezen". „Dan moet je er maar op rekenen dat

„Dan moet je er maar op rekenen dat ik nooit meer wat tegen je zeg", en zonder op antwoord te wachten springt hij op de fiets en rijdt weg. „Wie weet hoe kort nog en je weet

„Wie weet hoe kort nog en je weet wat je weten wilt", mompelt Victor en opeens ligt er een trek van weerzin op zijn gezicht, als hij een hoop lompen over de bakfiets verdeelt.

Evert peddelt stevig voort. Maar zijn gave stemming is weg. Daar zorgde Victor voor. Hij had hem beter niet kunnen ontmoeten. Hij was blij met zijn succes bij Woortman, en het genoeglijke babbeltje met Jellie had er in niet geringe mate toe bijgedragen om hem in een zonnig humeur te brengen. Maar het beste is dat hij zich niets meer aan die kerel gelegen laat liggen. En toch, waarom deed Vonk zo vreemd? Er is iets met Victor, iets geheimzinnigs. Ook oom Gerrit weet er meer van. Waarom werd hij niet in vertrouwen genomen? Niet meer aan denken. Hij heeft gezegd

dat hij niet meer met hem zal praten. En er zijn nu ook andere dingen om aan te denken. Hij moet een witte overall hebben. Waarom een witte? Daar zie je immers veel gauwer verf vlekken op! Maar Woortman had het gezegd. Misschien kan moeder dat wel voor elkaar maken. Als hij zijn rijwiel op de deel zet, blijkt het koffietijd te zijn, want Dorus trekt zijn klompen uit bij de gangdeur. Hij spuwt nog vlug even achter zich en moffelt de tabakspruim in zijn zakdoek. In de woonkamer wacht Evert een

In de woonkamer wacht Evert een verrassing. Frits is er. De broers geven elkaar de hand en Frits vraagt na de begroeting: „Geslaagd, Evert?" „Daar praten we nog wel eens over", klinkt het ontwijkend. Evert heeft de nieuwsgierige blik van Dorus gezien en Lies, die de koffie schenkt, houdt daar even mee op.

Frankema glimlacht en neemt zijn kom van de tafel. „Wacht even boer, er moet nog suiker

„Wacht even boer, er moet nog suiker in", waarschuwt de meid. De boerin legt voor ieder een plak koek neer.

„De tijden zijn erg veranderd", meent Dorus terwijl hij een slok neemt. „Mijn vader diende ook bij de boer en daar was suiker net zo zeldzaam als een zonsverduistering".

„Er zijn nu nog wel boeren waar je een balletje bij de koffie krijgt", knikt vrouw Frankema.

„Over een week heb je vermo '^ meer koffiedrinkers, Toos", zegt or ;" moeder^^' '''"''*" "'^'^'''' ^«'

,,Eenmanofvijf,is;tnietNeJ „Wie zijn het, en blijven ze lar.j^ „Dat zal van het weer afhangen, r antwoordt Frankema. jg

Deze kijkt de kring eens r*,a zitten ze allemaal te lachen! Het i -j die hem uit de droom helpt. a „Over een week leggen ze lüf' licht aan, Frits. Kinderachtig kji je in de maling te nemen". ^

Dorus staat op. Hij ontvouwt bi: ) zaam zijn zakdoek om de opgeld je tabakspruim op te sporen. E\er ;o ruimt Lies de tafel af en dan ji gezin Frankema alleen in de karr jg „Wat zei de oude Woortman, E' la vraagt de boer. w „Ik kan morgen beginnen. Et

„Ik kan morgen beginnen. Et drie knechten, maar hij kon er noë • eentje bij gebruiken". „Ik ben blij dat je een vak heW kozen, broer", zegt Frits. „Het veel beter. En je was altijd haw " het schilderen". ^ Maar ik verdien het volle lof' '^

Maar ik verdien het volle lof' '^ niet", merkt Evert verlegen op. . „Dat spreekt vanzelf", knikt Fr :i ma. „Je begint als jongste knecf " Maar ik geloof wel dat er pefth '^ voor je inzit. Ik wil je geen plui» J hoed steken, maar je bent hand.: ° de kwast". ^

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 juli 1967

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Toch gelukkig

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 juli 1967

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's