De grote Winst.
Meditatie
Opdat ik Christus moge gewinnen. (FiUpp. 3 : 8b),
Als wij Paulus niet uit andere plaatsen van de Schrift kenden, zouden wij denken te doen te hebben met een man die slechts zijn eerste wankele stappen gezet had op de weg des levens.
Niets is minder waar. Het is geen klein geloof dat hem zo doet spreken. Het is ook niet de grote vrees van het vaak zo twijfelend hart, Hem nog eenmaal te zullen missen. De apostel spreekt zo omdat het gewinnen van Christus voor hem geen éénmaal en voor altijd volbrachte daad is. Nee, zo als hij éénmaal Christus gewinnen mocht, zo wenst hij Hem dagelijks te winnen. Hij wenste dagelijks zijn gerechtigheden als schade en drek te achten (vers 8a). Dit te willen en te begeren is het leven des geloofs in beoefening.
Dat is de begeerte van het zwakke toevluchtnemende geloof, maar evenzeer van het meest bevestigde en verzekerde geloof. Christus te mogen gewinnen. Die begeerte wordt niet volmaakt vervuld voordat het geloof veranderd wordt in aanschouwen.
Paulus was bedreven door Gods Geest in die geestelijke koophandel. Hij had al zijn voorrechten als jood, zoals besnijdenis, afstamming van Israël, kennis der wet als Parizeer, ijverende voor de Heere in de vervolging der gemeente, naar de rechtvaardigheid die uit de wet is onberispelijk, verhandeld voor de kennis van Christus. En het was bij Paulus niet zo als bij ons als wij onze lieve guldens uittelen voor iets begeerlijks.
Dan zien wij met een zekere smart ons geld in de beurs van een ander glijden om het begeerde goed te kunnen bemachtigen. Maar Paulus had het bezit van al zijn deugden geacht als schade en drek. Het was hem vroeger tot een groot bezit geweest dat hij aan de hemelpoort dacht te kunnen inruilen voor het eeuwig zalig leven.
Maar Gods Geest heeft hem doen zien dat al zijn gerechtigheden een wegwerpelijk kleed waren. Maar ook heeft diezelfde Geest hem de schatten doen kennen die in Christus zijn. Ja, Christus met al Zijn rijkdommen zijn hem ontdekt. En nu zijn al zijn vorige deugden hem (om met Augustinus te spreken) tot blinkende zonden geworden. Ja, hij heeft ze gezien als schadelijk en zeer gevaarlijk. Nu heeft hij ze met blijdschap van zich geworpen en is Christus hem tot een schat geworden, zo groot, zo zielsverrukkend, zo alles overtreffend dat hij nog steeds bezig is om Christus te mogen gewinnen. Paulus verstond het dat hij nog maar het uiterste der zaak aanschouwd had. Maar als nu die openbaring van Christus in hem reeds zo'n onuitsprekelijke vreugde gaf, dat hij graag alle vroegere schatten daarvoor overhad, wat moest het dan zijn om geheel in Hem gevonden te mogen worden. Christus in het Evangelie geopenbaard en in het hart geboren is de bron van alle troost en vrede. Van het ogenblik dat Paulus deze Christus had leren kennen was zijn leven van Hem vervuld.
Zoals Paulus moeten wij ook allen éénmaal Christus gewinnen. En dit is een vast kenmerk: die Hem gewonnen heeft zal maar één hoofddoel meer hebben, namelijk „Opdat ik Hem moge gewinnen".
Ach zondaar, waarom weegt gij nog steeds geld uit voor hetgeen geen brood is. Alles buiten Christus laat u leeg en arm. Uw geld ontvalt u menigmaal reeds vóór u gaat sterven. Uw vrienden kunnen niet verder mee dan uw doodsbed. Menigmaal verlaten ze u reeds vóór die tijd. Hoevelen zijn er niet die in hun jonge jkren volop vrienden en vriendinnen gehad hebben, met wie ze samen ^e wereld gediend hebben maar die, als zij ouder worden alleen gelaten worden. De wereld verlaat u dikwijls reeds vóór dat u hem verlaat. Uw wettische vroomheid voor God moge u hier een gedaante van Godzaligheid geven, u kunt er de smalle hemelpoort niet mee door. Maar hier is nu een man die alles met blijdschap wegwerpt en overgeeft om Christus te mogen gewinnen. O, het is toch zo'n verlichting van de zonden losgemaakt te worden, maar ook van de eigen-gerechtigheid bevrijd te wprden. Heus, dat is niet een moeizaam verlaten van hetgeen u lief is of een tegen wil en dank afstaan van iets wat u niet missen wil. Maar als u dat licht van het Evangelie gezien hebt en de glans van Jezus, de Nazarener, uw eigen werken heeft verbrand, krijgt u een rijkdom die nooit meer vergaat. Die Hem van harte zoekt draagt het kenmerk in zich van God gevonden te zijn. Het geloof leert twee dingen: van onszelf afzien en op Christus zien. Dit is het begin, midden en einde van het geloof.
Wij hebben in onze strijd maar één hoop, dat is Christus. Wij hebben tegen onze vijanden maar één wederwoord, dat is Christus. Wij hebben tegen al de vloeken van Gods heilige wet, tegen al de beschuldigers, tegen al het gevoel onzer verdorvenheid, tegen alle moeite en verdriet dat ons hier om onze zonden overkomt, maar één antwoord: Christus en Die gekruist. Maar wat is het een voorrecht dat nu juist datgene wat ons hier dierbaar wordt, namelijk Christus en Zijn gerechtigheid, ook juist de weg is tot de gemeenschap met God.
Lezer, het waar geloof kan niet rusten in hetgeen éénmaal geschonken is. Onze dagelijkse zonden, onze gedurige ellende en ons onderworpen zijn aan een lichaam der zonden, doen ons, willen wij wél leven, gedurig reikhalzen om Christus te mogen gewinnen. Laten wij ons dan beproeven of dit ook ons leven is, en zo ja, laat onze wandel dan in de hemelen zijn waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus. Daar hebben de martelaren reeds van gezongen:
„U Christus onzen Heer, bekleed met majesteitt
U 's Vaders een'gen Zoon, zij lof in eeuwigheid. Het mensdom lag in schuld en vloek
Het mensdom lag in schuld en vloek voor God verloren.
Gij werd den mens tot heil, uit ene maagd geboren.
Gij hebt aan 't kruis voor ons den dood zijn macht ontnomen.
Zo baandet G' ons dan weg om weer tot God te komen."
Vlaardingen. L. Huisman.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's