Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herdenking Kerkhervorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herdenking Kerkhervorming

Tot Vrijheid Geroepen!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Staat dan in de vr^heid, met welke ons Christus vrq gemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen" (Galaten 5 vs. 1).

31 oktober 1967 mag het 450 jaar geleden zijn, vanwaar de Kerkhervorming haar oorsprong nam. Zoals alles, is ook dit wereld-historisch moment aangevochten en bestreden. Voor ons sta het vast, dat Luther in zijn begeerte de Kerk van-binnen-uit te hervormen, te re-form-eren, erbuiten Is komen te staan. Romes paus zal wel nooit de excommunicatie, de ban-vloek over Luther opheffen. Dan zou Rome geen Rome meer zijn. Dan zouden de meeste uitspraken van Trentes concilie teruggenomen dienen te worden, en daarop hebben de bisschoppen van Rome, bij het begin van Vaticanum II, pas nog weer trouw gezworen. Daarmede zijn wij, als wij kinderen der Reformatie ons mogen weten, opnieuw in de banvloek — „anathema sit!" — gedaan.

Op een dag als 31 okt. zijn wij allerminst verlegen met onszelf, of met het bestaan, het nog steeds voort-bestaan van de kerken der Reformatie. Al is er, om meer dan één oorzaak, reden tot verootmoediging, het werk Gods in de Kerk-hervorming willen en kunnen we niet ontkennen, en laten vve ons niet ontnemen.

Heeft er één, en dat tot tweemaal toe, Paulus' brief aan de Galaten zo verklaard, zo kernachtig uitgelegd als Maarten Luther, doctor in de Heilige Schrift?

Hetzelfde verval, als Luther in zijn dagen opmerkte, bedreigde de Galatische gemeenten. 'De vrijheid van de christenmens' (titel van één van Luthers beroemde geschriften uit het jaar 1522) was in het geding. Christus had gans Zijn Kerk absoluut en algeheel bevrijd. Maar van die „vrijheid" was er in Luthers dagen niet veel te bespeuren. De kerk lag aan banden. De prediking ontluisterd. De sakramenten verminkt. De kerkelijke tucht vervreemd van het werk des Geestes. O, welk een dienstbaarheid aan paus en geestelijkheid. Welk een banden bonden het geweten van Gods aangevochten kerk, te vele, om met vreugde en in vrede te smaken „de vrijheid, met welke Christus ons vrijgemaakt heeft" Luther is een geestelijke atleet onder

Luther is een geestelijke atleet onder de reformatoren. Hij was een krachtige held omdat hij — ondanks alle banden en dienstbaarheid — door het licht van Gods geest kennis van zichzelf, maar ook van Gods genade in Christus Jezus had ontvangen. Hij is een dappere held, omdat die Sterke Held hem terzijde stond, zodat hij de ere van zijn Schepper en van Zijn Verlosser meer leerde waarderen en hoger schatte dan zijn eigen leven. Ook Calvijn heeft steeds met diepe erkentelijkheid tegen deze machtige rots-vaste geloofs-held opgezien (al had — en we vergeten dat stellig niet — Luther ook zijn zwakke plekken: hem was niets menselijks vreemd).

Als met fier klaroengeschal, roept hij het ook ons kerkvolk vandaag aan de dag toe, in navolging van de apostel Paulus: Staat dan in de vrijheid...! Daar is, voorwerpelijk een werk Gods in Christus voor Zijn ganse uitverkoren Kerk geschied. Maar Gods kinderen krijgen er personeel, onderwerpelijk

ook deel aan. Christus hééft ons vrijgemaakt...

Ja, waarvan? Waarin bestond de dienstbaarheid, die de Galaten belaagde? Och, dat zal iets geheel anders zijn, dan hetgeen ons bedreigt, maar ze is niet uit God, en ze strekt niet tot verheerlijking van Christus, en vloeit niet voort uit de zaligmakende bediening van Gods H. Geest. Ze past uitsluitend in het systeem van satan. Hoogstens kan ze de „vrome" mens behagen en bekoren, en die op de troon zetten.

CHRISTUS alles en Christus alléén!

Dat is de begeerte van Paulus, en ook van Luther, en de andere hervormers..

Indien dat ook niet ons vurige begeerte, onze harte-wens is, door genade, dan zitten we nog onder de één of andere dienstbaarheid; dan proberen we de zaligheid voor onszelf en anderen langs een andere weg te verkrijgen dan door de gerechtigheid Gods, die in het Evangelie is geopenbaard „uit geloof tot geloof" (Romeinen 1 : 17).

Wie gebonden is, ligt veelal. Hij ligt in de zonde. Hij ligt in afwachting van satans of anderer bevelen. Paulus wekt ertoe op, om te staan, en om te wandelen in het vrolijk levens-licht van Gods genade. O, werpt al de boeien en banden van zonde - eigen-gerechtigheid - mensenvrees enz. enz. af, en staat! Een levend mens staat, een dode ligt temeer.

Christus is een God der levenden, en niet der doden. Hij roept Lazarus uit het graf. Het dochtertje van Jaïrus roept hij toe: Dochtertje, ik zeg u: sta óp! Tot de heilbegerige, bekommerde zondaar spreekt Hij: ga heen in vrede, uw geloof heeft u behouden!

Hoe ver leven we, ook als gemeenten en kerken der Reformatie, van deze fundamentele heils-waarheden verwijderd. Welk een verval; welk een gekrakeel om bijkomstigheden, terwijl de hoofdzaken voorbijgezien worden.

De gebondenheid bedreigt ook het begenadigde kind des Heeren van alle kant. Hij durft Christus niet te volgen, als Hij hem of haar roept tot het verkondigen van Zijn dood. Daar is de verlammende band van de mensenvrees van het beter willen weten, en het wijzer willen zijn dan de HEERE in Zijn Woord!

Maar o, welk een vrijheid, welk een gezegende verlossing is er voor een ieder, die het leven ïn eigen hand nie',-^ meer kan vinden en houden, maar die tot Christus, de grotfe Verlosser en Be- vrij der van de zwaarst-gebondenen mag komen. Als een getrokkene van Zijn Vader, als één, die is in de bearbeiding van Zijn verworven Pinkster- Geest. Wie tot Hem komt, nee, die Tvordt niet afgewezen, niet „uitgeworpen", zo zegt Hij het Zelf, maar die vindt in Hem het leven, het eeuwige leven, de verzoening, de genade, de vergeving en de gemeenschap met een Drieënig Verbonds-Jehovah. O, welk een vreugde, een kind van God te mogen zijn. Welk een vrede doorstroomt het begenadigde zondaarshart.

Zeker, satan tracht u te binden; en wat zullen de mensen wel niet van me denken? En... ik ben nog niet volmaakt, ik heb het nog niet gegrepen. Toch stond Paulus in de vrijheid, en roept hij ieder, die God in waarheid vreest en liefheeft, alle gebondenheid te weerstaan, en in vrijheid de Drieënige toe te behoren. Tot Zijn eer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1967

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Herdenking Kerkhervorming

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1967

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's