De R.K. Kerk in de crisis
ffanneer we de levensstijl en de beleiBg van de godsdienst bij de roomsatholieken van tlians en die van veerof dertig jaar geleden vergelijken, Jn worden we getroffen door liet grote j steeds groter wordende verschil. Het jetkwaardige van de R.K. Kerk is (uwenlang geweest het vrijwel statir, onveranderlijke karakter ervan, heeft zich voortgezet tot voor een ittel aantal jaren. Wie daarover allerinteressante bijzonderheden wil we- ., moet eens lezen het boek van de •kende roomse journalist Michel van Plas, getiteld „Het rijke Roomse iven". Hij schUdert daarin de tijd vóór tweede wereldoorlog, met name de node van 1925 tot 1935, die hij de igbloeitijd van dit leven noemt. Er las toen in roomse kring een groot illvertrouwen en zelfbewustzijn. Men iihtte zich ver verheven boven de nietatholieken. De roomse mens leefde in ji beschermd milieu. Het gezin, de ;hool, de verenigingen waren streng latholiek gedirigeerd. Stipte navolging m de vele voorschriften en eisen der ik was voorgeschreven. Elke dag gin- [en de lagere-schoolkinderen naar de [oegmis. Dat werd zelfs op hun rapirt aangegeven! In menige streek lochten roomse kinderen niet spelen iet met-roomse. Ze mochten niet voetlallen of andere sport bedrijven in nietlomse clubs. Pastoors en paters hiel- Flqekpredikatie tegen gemengde ikenngen en huwelijken. Deze werin als een zware zonde beschouwd. Zij ie er zich aan schuldig maakten, weren niet tot de communie toegelaten. In thoolboekjes werd een grenzeloze taafheid gepredikt. Men voelde zich iperieur boven andersdenkenden. Hier in Nederland was men veel
Hier in Nederland was men veel tenger rooms dan in vele andere speiliek roomse landen, hetgeen tot uitmkking kwam bij het onderwijs, de efdadigheid, de politieke partij, de lugdbeweging, pers en radio. Vandaar de paus katholiek Nederland voortiirend prees en ten voorbeeld stelde. In de kerk en het gezin werd twijfel iet geduld. Er heerste een strenge disiplme en een sterk hiërarchisch gezag. Ie kerk, de clerus, de zuster of broeder 1 school, vader en moeder, de partijiider, de Maasbode en de paters hadffl altijd gelijk. Grote gezinnen waren oorgeschreven.
aters reisden het land door om daaran te herinneren. Ze wezen erop dat 6le grote mannen waren voortgekoen uit grote gezinnen: Willem van Mnje uit een gezin van 12 kinderen, lichiel de Ruyter ook 12, Napoleon 13, Snatius van Loyola (de stichter der Kuietenorde) 13, de Heilige Catherina \ Handel (componist) 10 enz. Hevig ornde pater De Greeve tegen het neo lalthusianisme en lange tijd werd ook methode-Ogino-Knaus (periodieke i'houdmg) verworpen. Een gezin, aaruit b.v. vier priesters waren voortikomen, stond in hoog aanzien. Ook 6t mondaine leven werd gemeden: lederdoos en lippenstift waren conabande.
Aan de jeugd werden de levens der •Jigen ten voorbeeld gesteld. De leer- W's™ van seminaria mochten alleen Mr rooms toneel en bioscoop. Het betten van badplaatsen in de zomer ffd afgeraden. Ze moesten voetballen let bedekte knieën en met de toog (to- '1 aan. Damesgymnastiekverenigingen lichten geen openbare uitvoering ge- "tn. Vleeskleurige kousen werden niet ^gelaten. Indien enigszins mogelijk ffd comstructie en coëducatie (onderis en opvoeding van jongens en meiss gezamenlijk) vermeden. Zo Was de periode van de twintiger
Zo Was de periode van de twintiger 1 dertiger jaren die van de hoogbloei ffl het rijke roomse leven. Maar al 'T de oorlog begon langzaam aan één 1 ander te veranderen. Zo'n mentali- 'itswijziging openbaart zich in elke '«sgroep het eerst bij de intellectue- '" en bij de jonge generatie. Na de ^"og zette de ontwikkeling zich door ' de laatste vijf jaar gaat ze in verbid tempo. Men kan nu constateren, * er een duidelijke antithese is in omse kring: de oude opvatting van de '* als gesloten gemeenschap, zelfïzekerd en behoudend en daartegen- 'er (Je jjerk als een huis, dat open »at voor allerlei invloeden. proces van ingrijpende vernieuwing
l I ! l ! -I "6t patroon van geloofsbeleving met gevolg diepgaande veranderingen in •^rlv, de theologie, het onderwijs, de •'schappelijke contacten, de politie- Wrhoudingen enz. geeft uiteraard *' spanningen. Uit alles blijkt echter, r dp geestelijkheid, ook in de top, in ' 'and zeker niet conservatief is, 'r in sterke mate progressief, het- •n Wel hieruit blijkt, dat de Neder- °S6 bisschoppen onder leiding van «naai Alfrink in Rome bekend staan 'de meest geprononceerde bestrijders n de verouderde hiërarchie. Paus Jo- . ^6s in Ronie en bisschop Bekkers in f ^3 zijn respectievelijk in de totaal- kerk en in Nederland de gangmakers geweest.
Vroeger werden de Protestanten als vervloekte ketters beschouwd, nu door zeer veel geestelijken en leken als medechristenen. Bij de jongste Lutherherdenking deed menig priester mee in het protesteren tegen de gedeformeerde kerk van 1517. Men gaat nu inzien, dat er op allerlei gebied in de roomse kerk veel zal moeten veranderen. Wie door Italië reist en de grote beroemde kathedralen bezichtigt, maar ook een kijkje neemt in de achterbuurten van Napels en de dorpen van Zuid-Italië, ziet de tegenstelling tussen de schatrijke kerk en het doodarme volk, tussen de dom van Milaan en de krotten der armen. In de echt roomse landen als Italië, Spanje, Portugal en die van Zuid-Amerika zijn de sociale problemen door de kerkelijke machthebbers schandelijk verwaarloosd met als gevolg, dat socialisme en communisme er welig tieren.
De eerste aanval op het traditionele kerksysteem zal zijn die op de Romeinse curie. Dit is het college, dat de paus bijstaat in de regering van de wereldkerk. Zij heeft vele afdelingen, congregaties genoemd, te vergelijken met de departementen in een landsregering, benevens een drietal kerkelijke rechtbanken. Italiaanse prelaten hebben er steeds de hoofdrol gespeeld, maar dit is aan het veranderen. Men neemt het niet meer, dat de wereldkerk in feite een Italiaans-curiale kerk is. Er kan zelfs gesproken worden van een soort gezagscrisis. Velen willen de oer-conservatieve curie, veeal geleid door stokoude kardinalen, een radicale vernieuwing doen ondergaan. Vooral de Nederlandse katholieken, die zeer progressief zijn, willen die kant uit en dat zal wellicht op de duur leiden tot een gezagscrisis. Sedert het tweede Vaticaanse concilie is een stormachtige ontwikkeling aan de gang. Dat er een reorganisatie zal plaats hebben is zeker, al weet momenteel niemand hoe ver deze zal gaan. In ieder geval zal heel veel middeleeuwse ballast worden verwijderd en de kerk in meer of mindere mate gemoderniseerd.
Zo zal het gezag van de paus, dat tot dusver onbeperkt was, gaan devalueren. Er komt steeds meer kritiek op hem. De aanval op de curie is reeds ingezet. Het bestuur van de kerk wenst men democratische te maken. De grenzeloze eerbied voor bisschoppen, kardinalen en pausen heeft haar tijd gehad. Studenten van het groot-seminarie te Warmond protesteerden scherp tegen het standpunt van de paus inzake het celibaat, zo fel zelfs, dat de bisschop van Haarlem van mening was, dat ze de Heilige Vader beledigd hadden. Zoiets was voorheen ondenkbaar.
Ook op het gebied van de dogma's komt de kerk in beweging. Het lijkt wel of alles op de helling moet. Zelfs op de mis komt de kritiek los. Men kan al lezen van priesters, die de gelovigen laten meedrinken van de wijn, iets wat streng verboden is. Men gaat twijfelen aan de realiteit van de transsubstiatie (het veranderen van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus). Met de biecht neemt menig geestelijke het niet zo nauw meer. Of men nog in het vagevuur gelooft kunnen we niet beoordelen. Waarschijnlijk is de verwerping van enig leerstuk of kerkelijke uitspraak al veel verder voortgeschreden dan openbaar komt. De inrichting van nieuwe kerken is zeer veel eenvoudiger dan die van de vroegere: het pompeuze, overdreven, overweldigende effect wordt niet meer nagestreefd. Vele jongeren en intellectuelen houden zich niet meer op met reliquien. Het verbod om op vrijdag vlees te eten is opgeheven. Processies worden nog gehouden, maar de vraag is of deze kerkelijke folklore nog lang stand zal houden.
Met name over het celibaat — het verplicht ongehuwd zijn van priesters en religieuzen — is thans heel veel te doen. De paus had verboden er op het concilie over te spreken, maar deze kwestie werpt niettemin veel stof op. In ons land veroorzaakt ze een ware uittocht van geestelijken; in 1965 ongeveer 30, in 1966 rond 60 en in dit jaar vermoedelijk 120. De huidige paus noemde het eens „een flonkerend juweel", maar velen wensen verandering in deze kerkelijke wet. Het is nog een oude, door Italiaanse prelaten geïntroduceerde opvatting, die volkomen uit de tijd is. Het ziet ernaar uit dat de kerkleiding het verzet tegen het celibaat niet lang meer zal kunnen tegenhouden.
Tenslotte, om maar niet meer te noemen, is daar het probleem van de huwelijksbeleving in het kindertal oftewel dat van „de pil". Daarover is de strijd in volle gang. Op het aanstaande Nederlandse pastoraal concilie zal daarover wel intensief gediscussieerd worden. Alles bijeengenomen blijkt duidelijk, dat de R.K. Kerk in heftige beroering is en bezig is zich los te maken uit de middeleeuwse banden waarin zij in allerlei sectoren van haar bestaan nog gekluisterd ligt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1967
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1967
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's