Flakkee Een Dodeneiland ?
Bewogen oproep aan alle jonge mensen
INGEZONDEN:
Ik noem een paar namen: Ria en John van Hotel Jacobi; daar waren twee jonge vrienden bij, voorts Hans Hoek, Jan van 't Geloof, Bas van Ours, Kees Hoek, Peter; daar was een jonge vriend bij, de jonge mensen uit de Boekanier, Charles, Edith en nu Jeroen. Vijftien namen, vijftien jonge mensen, de oudsten 30, de jongsten 17, 18 jaar. En misschien waren er meer. Maar is vijftien niet genoeg, in een aantal jaren tijd? Ze zijn allemaal weg voor altijd, alle vijftien verongelukt met motor of auto, hier op 't eiland.
En dood is zo onherroepelijk, je wilt dat niet, ze moesten nog bij ons zijn.
Enkelen kende je van heel nabij, maar allemaal waren ze te echt, te warmlevend, zo vol gekheid en ernst, zo vo toekomstidealen, te lief, te jong om zo uit het leven te stappen.
En al deze jonge mensen hadden moeders en vaders, broers, zusjes, familie, vrienden. En bij allemaal is dat ene plaatsje nu leeg. Er is zo'n spoor van verdriet
Nu kun je zeggen: Ja, 't is rot of 't was stom en Flakkee is geen racebaan. Maar zijn we er dan? Moet Flakkee een doden-eiland worden, zijn of blijven?
Aan toeval of noodlot kun je toch niet geloven? Daar voor zijn er té veel slachtoffers in zo korte tijd.
Kunnen we niet eens één keer goed nadenken en met de jonge mensen van nu, van 't eiland bekijken, wat er zo fout is? Want er is iets goed fout, zonder meer!
Volgens mij zijn er twee oorzaken: 1. de verkeerssituatie op Flakkee. 2. het pas veroverde rijbewijs.
1. De verkeerssituatie.
De wegen op Flakkee zijn — op een enkel zij wegje na — zeer goed, goed wegdek, goed onderhouden. Maar 't zijn oude polderdijken met kronkels en slingers en lange, lange bochten. In vroeger tijden reed men hierop gezapig met paard en wagen en een koetsje zo nu en dan.
Deze dijken zijn zeker nooit bedoeld geweest en er ook nü dus niet op berekend om er met die helse machines, die wij nu onze auto's en motoren noemen, over heen te vliegen.
Die dijken zijn wel degelijke vervoerswegen, maar onze auto's zijn gewoon voertuigen — zoals vroeger paard te komen.
Niet om er eens alles uit te halen wat er in zit en dan ergens nooit meer aan te komen.
Je gebruikt dan én je voertuig en deze dijken ook niet voor him eigenlijke doel: simpel het vervoer. En dan zijn die lange bochten ook werkelijk levensgevaarlijk. Racen is leuk: op een circuit.
Die dijken zijn een onveranderlijk geen wagen — die je gebruikt om ergens geven: ze zijn zo en ze blijven zo. We zullen ons zelf er bij moeten aanpassen. Andersom lukt 't niet
2. Het pas veroverde rgbevwijs.
Je bent 18. Je bent jong, heerlijk verrukkelijk jong. Je loopt over van levenslust. Je bent gek op avontuur, op verre reizen, op ontdekken, op snelheid. Je reactievermogen is snel en je durft nog zoveel, zo niet alles.
En dan haal je je rijbewijs en je mag met je motor of auto de weg op. En met alle bovengenoemde eigenschappen. Vlug, snel, vol avontuur, vol durf. Alleen 't allerbelangrijkste ontbreekt je nog: je hebt geen rijervaring. Ik bedoel niet die rijervaring, die je bij ee autorijschool opdoet, dat is maar een aanloopje.
Ik bedoel het jaren en jaren in alle omstandigheden op de weg zitten met mist, gladheid, een de ander, die een stomme fout maakt en waarop je in een flits van een seconde juist moet reageren.
Soms is 't dat ene wat je moet doen en soms is 't dat ene wat je juist niet moet doen.
't Is ook je mentaliteit, die zich aanpast. Je wordt laconiek: 't zal je een zorg zijn voor een trut of een hark te worden aangezien, als je met mist niet hard wenst te rijden.
Je hoeft ook niet meer zo driftig te passeren. Laat die uilebal naast je jou maar passeren — je eigen snelheid is hoog genoeg? o.k. — laat hem dan eerder thuiskomen of helemaal niet. Gebruik al die voortreffelijke eigen
schappen van je jong zijn in je leven, op je weg de maatschappij in, maar beheers ze op de weg! Ze kunnen daar zo fataal zijn.
Want dat is nu juist de tragiek van dat zo jong, zo pas veroverde rijbewijs: ben je ook voorzichtig, je bent in die beginperiode zo onnoemelijk kv/etsbaar. Denk bq die eerstvolgende stunt, die
Denk bq die eerstvolgende stunt, die je net wou gaan proberen eens één keer gewoon: „lic doe 't niet. Waarvóór zou
'k het wagen? Wat moet ik ermee be- Wflzen?"
Jullie zijn zo kostbaar, voor je zelf met het hele leven nog in petto. Voor ons, moeders, vaders, familie, je vrienden. We houden van jullie en w willen jullie niet missen, één voor één.
Ik wens jullie allen voor je hele leven: Een goeie vaart en behouden thuiskomst!
Dieke Schippers-Vaarzon Morel, Goedereede.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's