Raad Dirksland: Sympathiek tegenover Ver. �klein-Parijse dagen"
if: Bond tegen liet vloeken andermaal ter discussie
De pas opgerichte Vereniging „Klein Parijse dagen" mag bij de organisatie van de nieuwe klein-parijse dagen in het a.s. zomerseizoen op een gemeentelijk ruggesteuntje rekenen.Niet bij voorbaat, maar wel wanneer de Vereniging onverhoopt in de rode cijfers zou draaien, hetgeen overigens niet waarschijnlijk is.De betrokkenheid en daarmee de verantwoordelijkheid van de plaatselijke Verenigingen is in de nieuwe constructie groter geworden en het zit er helemaal in dat er dit jaar zelfs een batig saldo van enkele duizenden guldens zal worden bereikt.
B en W hadden m.b.t. een evt. gegemeentelijke bijdrage een voorzichtige formulering willen hanteren: „... als dan kan het verlenen van een bijdrage door Uw raad in heroverweging worden genomen", zo wilden B en W laten volgen op de voorwaarden dat bij een evt. aanvraag een gespecicüeerd overzicht van kosten en baten wordt overlegd, maar de raad drong erop aan dat die laatste passage zou vervallen.
„Niks te heroverwegen, we subsidieren wel of we doen dat niet", zo luidde de redenering van de raadsmeerderheid.
Dhr. T. van Prooijen was de promotor van die wijziging. „We mogen de vereniging die het vorig jaar zo voortreffelijk deed niet wantrouwen", vond dhr. van Prooijen.
Overigens had hij de goede gang van zaken en het welslagen van de kleinparijse dagen niet uit eigen waarneming, maar die goede tijding was tot hem gekomen via „Eilanden Nieuws" dat hij ook op zijn Canadese vacantieadres had ontvangen.
Van enig wantrouwen jegens de Vereniging wilde ook de raadsvoorzitter burg. Bos niet weten, integendeel, „maar" —• zo benadrukte de voorzitter — „wij hebben ook onze verantwoordelijkheid voor het financiële belang van de gemeente".
Overigens mocht van de voorz. de passage dat financiële medewerking heroverwogen kan worden best vervallen, weth. van Rossum daarentegen stelde wél prijs op handahving ervan.
Dhr. van Rossum wilde graag eerst bekend zijn met het programma en de begroting van de Vereniging. De hele SGP fractie sloot zich hierbij aan. Zij waren de enigen die het voorstel van dhr. van Prooijen de bedoelde passage te schrappen verwierpen.
Raad en College stellen er wel prijs op zo snel mogelijk een programma van te plegen activiteiten te ontvangen.
Riolering Korteweegje.
In het Korteweegje zal riolering worden aangelegd, waarvan 21 woningen zullen kunnen profiteren. Met deze investering zal een bedrag van maar liefst ƒ 513.300,— gemoeid zijn waarvan bijna drie ton kan worden afgetrokken als subsidie van CRM, waardoor een investering van ƒ 215.975,— ten laste van de gemeente blijft.
Er kan bovendien aanspraak worden gemaakt op een uitkering uit het gemeentefonds op basis van de verfijningsregeling rioleringen, zodat de jaarlijkse last tot ƒ 5.466,— wordt beperkt.
De raad bleek het er graag voor over te hebben en stelde het gevraagde crediet beschikbaar.
Voor de panden 47 t/m 57 zal, door demping van de noordelijke bermsloot, een ventweg worden aangelegd.
De oversteekplaats voor fietsers zal verlegd worden van benzinestation de Gast naar een plaats ter hoogte van de Onwaardsedijk.
De fietsers zouden dan gebruik kunnen maken van deze dijk en de Kralingsedijk om het dorp te bereiken. Voor het fietsverkeer richting Her
Voor het fietsverkeer richting Herkingen zal t.z.t. een fietspad worden aangelegd achter de woningen 22 t/m 28, maar vooralsnog is dat plan nog niet aan uitvoering toe.
Onroerendgoed belasting.
Per 1 januari 1981 zal de heffingsgrondslag (de waarde van de onroerende goederen in het economisch verkeer) voor de berekening van de onroerendgoed belasting weer dienen te worden vastgesteld.
Wettelijk is geregeld dat dat om de vijf jaar plaats zal vinden. Er kan gebruik worden gemaakt van de gegevens die al bij de eerste taxatie in 1976 werden verzameld.
De raad werd gevraagd een crediet van ƒ 82.482,— beschikbaar te stellen; de opdracht tot herziening van de taxaties zal worden verstrekt aan de Stichting voor kadastrale en financiële administratie te Arnhem.
Het gaat derhalve nog niet om de vaststelling van de tarieven die na 1981 zuUen gelden. B en W hadden in de toelichting al gewezen op de extreme ontwikkelingen op de onroerend goed markt waardoor de huidige economische waarden sterk afwijken van de waarden die in 1976 werden vastgesteld, maar ook dhr. D. A. H. van Dis attendeerde daarop.
Hij verbond er de conclusie aan dat — bij de sterk gestegen waarden — het tarief van de onroerend goed belasting omlaag zou kunnen, gewoon, omdat de gemeente niet meer middelen nodig heeft.
De voorz: vond het nog wat te prematuur het nu daarover te hebben.
Wel werd het duidelijk dat het College gevoelig is voor dit argument en het zal dan ook niet tot een buiiensporige verhoging gaan komen. De nieuwe tarieven zullen in redelijkheid op de nieuwe taxaties worden afgestemd.
Subsidie Bond tegen het vloeken.
Het in opspraak raken van het bestuur van de Bond tegen het vloeken was ook aan Dirkslands raad niet voorbijgegaan en al in de november-vergadering van vorig jaar werd er druk over gediscussieerd.
B en W beloofden daarop een nader onderzoek in te stellen naar de juistheid van de beweringen, van welk onderzoek de raad thans kennis kon nemen, compleet met de letterlijk tekst van de gewraakte woorden, gesproken door ds. Snoei als gastspreker op de Jaarvergadering van de Bond.
Het College vatte de boodschap die ds. Snoei in zijn rede had gelegd aldus samen:
„... de rede is allerminst bedoeld als een aanval op de democratie als zodanig. Wel wordt erin het gevaar gesigna
Wel wordt erin het gevaar gesignaleerd dat deze (de democratie) kan ontaarden In een waarden —• vrije en derhalve normloze samenleving waarin ieder kan handelen zoals het goed is in zijn ogen.
Een samenleving die zich niet meer gebonden weet aan hogere ethische en morele normen stelt zich bloot aan zelf ontbinding".
Het College sprak in de toelichting de hoop uit dat deze nadere verklaring aanleiding zou zijn om eerder gepleegde krenkende kwalificaties aan het adres van het bestuur van de Bond terug te nemen.
Dhr. van Prooijen had zich daarin vooral laten gaan, toen hij het bestuur als „neo-fascistisch" en zeer ondemocratisch" bestempelde.
Ook nu nog volhardde dhr. van Prooijen in die aantijgingen, zeer tot spijt van de voorzitter overigens.
„Er blijft na die neo-fascistische uitspraken een slechte smaak in mijn mond over", gaf dhr. van Prooijen te kennen.
Hij liet in het midden of hij volgend jaar — dan voor de 32e keer — nog eens met het verlenen van een subsidie aan de Bond in zal stemmen.
„WIJ zijn een van de beste democratische landen van de wereld en we moeten ons niet door communisten, maar ook niet zulke mensen als ds. Snoei die als een moderne Khomeinie tegen de bestaande orde aanschopt laten wurgen".
Omdat het bestuur van de Bond geen afstand genomen had van het gesprokene verklaarde ook dhr. van Dis zijn twijfels te hebben, maar dat noopte hem niet zich tegen een subsidiering af te zetten.
Nadat dhr. Struijk nog zijn instemming met een continuering van de subsidie had betuigd en dhr. van Prooijen had opgeroepen „de geesten te onderscheiden,, werd dhr. P. A. Leijdens het goed zat en samen met dhr. Struijk stemde hij in met een citaat van burg. v. d. Harst van Oostflakkee: ,,Elk woord van geloof irriteert het
,,Elk woord van geloof irriteert het ongeloof en elk woord van ongeloof irriteert het geloof". Zo zit dat...
De discussie werd dan ook gesloten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 januari 1980
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 januari 1980
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's