Overdenking uit de Heilige Schrift

Meestal loopt een geslachtsregistel van de oudste stamvader op naar de jongste nakomeling. Wanneer de evangelist Lukas het geslachtsregister van Christus geeft, bewandelt hij de omgekeerde weg. Hij begint in het heden en graaft als een mol steeds dieper in het verleden.

Van Jezus gaat hij terug naar Enos, Seth en Adam. Niet van Adam naar Jezus, maar van Jezus naar Adam. Waarom doet Lukas dit? Wat is de reden dat hij de gewone volgorde omkeert?

Hij wU de naam Adam dicht verbonden hebben met het verhaal dat volgt, n.1. over de verzoeking van Jezus in de woestijn. Hij plaatst Adam vlak voor de geschiedenis van de verzoeking van Jezus, opdat wij de treffende parallel, de treffende overeenkomst zien die er tussen Adam en Jezus bestaat.

Beiden zijn verzocht door de duivel. Er is overeenkomst tussen Genesis 3 en Lukas 4. De zoon van Enos, de zoon van Seth,

De zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam. Adam! Met deze naam is alles gezegd. Goed geschapen. Naar Gods evenbeeld. In ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Volmaakt. Zonder zonde. Dan de zondeval. De mens stoot God

Dan de zondeval. De mens stoot God de kroon van het hoofd, beroofde Hem van Zijn eer. Gelooft de duivel meer dan de Heere, Die hem geschapen heeft. Hiermede haalt hij zich de toom van de levende God op de hals. De dood sterven: lichamelijk en geestelijk. God kwijt. De verlorenheid, de hel. De naam Adam zegt nog meer. Niet alleen hij heeft gezondigd en de verlorenheid over zich gehaald, maar ook u en ik.Adam was bondshoofd. Vertegenwoordiger van alle mensen.

Iedereen, hoe groot of klein, hoe jong of hoe oud, hoe rijk of hoe arm, hoe blank of hoe zwart, hoe goed of hoe slecht, is in Hem begrepen. De naam Adam zegt dus dat u en ik van nature onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Dat u en ik van nature op weg en reis zijn naar de nimmereindigende Godverlatenheid.

Lezers, kent u de naam Adam? Velen vinden dit een goddeloze vraag. Dominee, u moet niet vragen of wij de naam Adam kennen. U moet vragen of we die andere naam kennen. De naam Jezus.

Een gezang vraagt het: Kent gij, kent gij, dien Naam nog niet, die Naam draagt mijn Heiland, nüjn rust en mijn lied.

De Bijbel heeft het toch ook over dien enigen Naam, onder de hemel gegeven, door welke wij moeten zalig worden? Zeker. Als het over de zaligheid gaat, is er maar één naam: Jezus Christus en Die gekruisigd. Met Adam worden we niet zalig. Met Adam gaan we slechts verloren. Maar — en dat is de keerzijde — we

Maar — en dat is de keerzijde — we kunnen Jezus niet echt kennen, als we Adam niet kennen. Velen knikken als ze de naam Jezus horen. Maar bij de naam Adam halen zij vragend en nietbegrijpend de schouders op. Kijk, dat kan niet. Jezus is niet te kennen zonder Adam. Jezus kan niets betekenen als Adam niets zegt.

De verzoeking van Jezus zegt niets als de verzoeking van Adam geen zeggingskracht heeft.

De vraag is daarom gewettigd, ja hoogst noodzakelijk: kent u Adam? Scheri>er nog: kent u Adam voor u persoonlijk? Ziet u in Adam uzelf? Kent u uw eigen afval en afmaking. Weet u dat u verloren ligt in zonde en schiüd? Weet u wat het wU zeggen dat u zonder God en zonder hoop van nature in de wereld leeft?

Indien niet, •'.Taagt er dan de Heere om. Bidt Hem: Heere, doe U mijn zonde en ongerechtigheid kennen. Doe mij Adam kennen. Bewaar mij ervoor dat ik mezelf zal bedriegen. Heere, ik wü aan Adam niet aan. Kom U met Uw onwederstandelij k werkende Heilige Geest, opdat Die mij overtuige en overbuige.

Indien u Adam wel moogt kennen, verneemt dan dubbel zo goed wat nu komt. Het is met de eerste Adam niet af. Er is

Het is met de eerste Adam niet af. Er is een tweede Adam. Het is niet totaal verloren. Er is nog een mogelijkheid om met God in de hemel verzoend te worden.

Gode zij dank is er een tweede Adam. De Heere Zelf heeft van Zijn kant het menselijk donker op doen klaren. Voor mensen voor wie het onmogelijk geworden is, is er nog een mogelijkheid. Wel buiten uzelf, maar er is een mogelijkheid. Ik weet wel: u ziet dat misschien niet. Uw zonde en schuld, de toom Gods en uw verlorenheid zijn u zo op het hart gebonden dat u er niet bovenuit en niet doorheen kunt zien. De duivel zegt: voor zo'n door en door slecht mens kan het niet meer. Het is verkeken. Uw lot is beslist. O ziel die in het duister zit: het is niet verkeken. Dat zou het geweest zijn als het ge-bleven was bij de eerste Adam. Maar de tweede Adam is gekomen. En Jezus — Zie de tweede Adam — werd veertig dagen verzocht in de woestijn. Net als de eerste Adam wordt Hij verzocht.

Als stormrammen beuken satans aanvallen en verleidingen Hem.

Jezus is de tweede Adam. Hij is echter ook de anti-Adam. Er is veel overeenkomst tussen Adam en Jezus. Er is ook veel verschil. Verschil in omstandigheden en verschil in uitkomst. Adam werd verzocht, toen hij verkeerde in de lusthof. Eten en drinken had hij voor het grijpen. Overvloed aan voedsel. Christus Jezus wordt verzocht in de

Christus Jezus wordt verzocht in de woestijn, waar niet één boom groeit, waar niet één korenhalm opwast.

Adam werd één keer verzocht. Jezus veertig dagen lang aan één stuk.

De eerste Adam viel bij de eerste de beste verzoeking, terwijl hij in ideale omstandigheden verkeerde. Zal de tweede Adam, terwijl Hij gebrek heeft, dan staande blijven in de woestijn?

Wat te verwachten is, gebeurt niet. Ondanks het feit dat alle omstandigheden tegen zijn, bezwijkt Jezus niet, zoals Adam. Hij is het tegendeel van Adam. Hij Is de anti-Adam.

De duivel krijgt geen vat op Hem. Hij kan bedenken wat hij wil, maar Jezus blijft Zijn Vader in de hemel getrouw en gehoorzaam. De duivel kan het niet winnen. Jezus, vol des Heiligen Geestes, is sterker dan hij.

Als dan zijn laatste list en toeleg mislukt, druipt hij als een geslagen hond met de staart tussen zijn benen af. En als de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd.

Heerlijk, zaUg moment, daar in de woestijn. Het begin van de geschiedenis der mensheid wordt overgedaan. De tweede Adam wordt gelijk de eerste Adam verzocht. Maar Hij weerstaat de verzoeking. Hij overwint de satan. O, hiermede wordt duidelijk dat satan het definitief gaat verliezen. De verzoeking in de woestijn is een preludium op Golgotha. De overwinning in de woestijn wijst naar de definitieve overwinning op Golgotha en in de hof van Arimathea. Satan wordt alle macht ontnomen. Satan kon de eerste Adam aan. De

Satan kon de eerste Adam aan. De tweede Adam niet. De eerste Adam viel. De tweede Adam bleef overeind. Daar om is de tweede Adam de anti-Adam. Welk een zalige heerlijkheid voor ontroostbare zielen, die ontdekt zijn door Gods Woord en Geest aan hun schuld en verlorenheid in Adam, die het verdoemend oordeel der wet in hun oren horen.

Zoals de eerste Adam als vertegenwoordiger van het ganse menselijke geslacht gevallen is, zo is de tweede Adam als vertegenwoordiger van Zijn volk staande gebleven in de verzoeking. Hij heeft satan verslagen voor mensen die zich gevangen weten in de macht en de slavernij des duivels en die met al hun ellende, armoede, gebrek en nederlagen tot Hem zich ter genezing wenden. In de plaats van mensen die Hem hun zonde belijden en Hem met smeking en geween om genade en vergeving bidden, heeft Hij de wet Gods volkomen gehouden, de verzoeking des satans afgeslagen en zo hun val in Adam ongedaan gemaakt.

Hij kon hun plaats innemen omdat Hij waarachtig mens geworden is. Wilde Jezus de anti-Adam zijn, dan moest Hij van Adam afstammen. Nu, Hij is van Adams geslacht. De zoon van Adam. *

Adams geslacht. De zoon van Adam. * Verloren Adamskinderen, zie de tweede Adam, Die hersteld heeft wat de eerste Adam kapot gemaakt heeft. Hij is God gehoorzaam gebleven. Hij heeft de wil des Heeren tot het laatste gedaan. Hij heeft de gerechtigheid en heüigheid verworven. Hij heeft God bevredigd. Hij heeft de vrede aangebracht en de zaligheid verworven. Wie in Hem gevonden mag worden,

Wie in Hem gevonden mag worden, heeft geen zonde meer. Die is de duivel kwijt. Die is meer dan ovenvinnaer. Die leeft in gehoorzaamheid aan de

Die leeft in gehoorzaamheid aan de Heere. Dan is er geen aanklacht en vervloeking meer. Die is door de tweede Adam de eerste Adam kwijt.

Let wel, dit onuitsprekelijk grote heil is er voor de gelovigen voor zover zij in Christus zijn. Een oud schepsel, een eerste Adamskind in zichzelf. Een nieuw schepsel in de tweede Adam, in de anti-Adam.

O ontdekte zondaren, het is met de eerste Adam niet afgelopen. God heeft uit eigen beweging de tweede Adam naar de aarde gezonden en mens doen worden. En die tweede Adam is de anti-Adam.

En die tweede Adam is de anti-Adam. Wat Adam niet kon en wat wij in hem niet kunnen, heeft Hij gedaan. Dat weet ik zegt u, maar ik ben bang dat Hij dat niet voor mij gedaan heeft. Ik ben wel in de eerste Adam begrepen, maar ik vrees in de tweede Adam niet. Daar is mijn slechtheid. Daar is mijn onvolkomenheid. Daar is mijn gehuichel. Daar is mijn door en door verdorven aard. Daar is mijn koudheid en onbewogenheid. Daar is mijn lauwheid.

De tweede Adam, de anti-Adam kan met zo'n mens als ik niets aanvangen. Denkt u dat? Dan denkt u toch verkeerd. Zo gewUlig als Christus was om mens te worden, zo gewUllg als Hij was om door de duivel verzocht te worden in de woestijn, zo gewülig is Hij ook nu om verloren Adamskinderen te redden van hun schuld en verlorenheid door hun Zijn Middelaarsverdiensten te schenken. Als tweede Adam heeft Hij het werk van de eerste Adam vernietigd.

Hij is de anti-Adam. En dat voor een zond^arsvolk. Amen.

W. J. op 't Hof. V.D.M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen