1979; goed jaar voor de mosselkwekers

Het staat nu wel vast, dat 1979 een goed jaar is of wordt voor Nederlandse mosselkwekers, al is het gegeven dat in een Nederlands Schippers vakblad, werd vermeld namelijk dat al 850.000 tonnen zouden zijn aangevoerd, beslist onjuist, tenzij men 1979 als kalenderjaar bedoelt en ook de hoeveelheid van de maanden januari tot en met maart mee telt.

De hoeveelheid aangevoerde mosseltonnen bedraagt per 1 februari voor het seizoen 1979/1980 plm. 760.000 tonnen, tegenover vorig jaar in dit zelfde tijdvak ongeveer 920.000 tonnen.

De oorzaak van de achterstand is voor namelijk de schuld van het achter blijven van de export naar Frankrijk, terwijl anderzijds de hoge prijs wel wat remmend heeft gewerkt, b.v. ook in het binnenland. Maar juist deze hoge prijs heeft tot

Maar juist deze hoge prijs heeft tot gevolg, dat men financieel beter uit de bus komt, ondanks de minder aangevoerde hoeveelheid.

De gemiddelde prijs, die de kweker ontvangt of ontving ligt plm. 50"/o hoger dan in het vorig seizoen en dat tikt hard aan.

Om het zover te brengen heeft men hard moeten werken, want even in een paar uur de vracht vangen, zoals andere jaren was er echt niet bij. De mogelij kehden om op de percelen in de Waddenzee te vissen, waren heel wat anders dan in normale jaren, door de overvloedige mosselzaadval, die in de maanden juli en augustus werd geconstateerd.

Men sprak in het begin van het seizoen dan ook van een rampjaar en men rekende op zeer slechte bedrijfsuitkomsten voor dit seizoen. Maar juist deze slechte vooruitzichten

Maar juist deze slechte vooruitzichten zorgden ervoor, dat de prijs die de handel bereid was te betalen direct al bijzonder hoog lag.

En dat stimuleerde de kweker, „er wat aan te gaan doen". Men ging vissen, om het gevallen zaad zo weinig mogelijk kans te geven, zich te ontwikkelen en ook de natuur werkte wel veel mee.

Niet alle zaad kwam tot ontwikkeling. Was men gewoon met 900 a 1000 tonnen per vracht naar Zeeland te varen, dit was nu wel belangrijk minder, maar de moeite werd beloond, men maakte een goede besomming.

Daarnaast brachten de mosselen van de Zeeuwse percelen, waar men minder last van zaadval had, ofschoon wat kleiner van stuk, een goede prijs op.

Jammer dat de conserven industrie achter bleef, de afzet van geconserveerde mosselen, schijnt geleden te hebben, onder de hoge prijs die de inleggerijen moesten betalen.

Ook nu nog is de mossel van goede kwaliteit en het is te hopen, dat de binnenlandse alsmede de Belgische markt de eerstkomende weken nog wat aantrekt. De mossel is en blijft een uitstekend voedsel, uitnemend geschikt voor het geven van een eetfeestje voor een beurs.

Het zou jamer zijn, dat de populariteit van de mossel zou Ujden onder een wat hogere prijs, want een ding staat vast. Ieder jaar is anders in de mosselkwe

Ieder jaar is anders in de mosselkwekerij, men kent jaren van overvloed, met lage prijzen en jaren van een minder overvloedige oogst die dan gelukkig door de prijs wordt goedgemaakt. Aan het einde van het seizoen zal de

Aan het einde van het seizoen zal de opbrengst waarschijnlijk in de buurt van 50 miljoen gulden liggen, terwijl het seizoen 1978/1979 ongeveer 40 miljoen gulden werd ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen