Raad sterk verdeeld over juistheid van subsidiering mortuarium te Nieuwe Tonge
Middelharnis:
•k G.S. willen meer zekerheden alvorens in te stemmen met subsidie-toezegging
De „subsidiëringsgeschiedenis,, t.b.v. de aula en het mortuarium in het nieuwe Ver. gebouw „Elim" te Nieuwe Tonge is in de donderdagavond gehouden raadsvergadering nog eens extra beladen. Was dat al het geval toen de raads
Was dat al het geval toen de raadsmeerderheid vorig jaar september besloot een 100"/o subsidie beschikbaar te stellen aan de stichter ervan, de Herv. kerkvoogdij te Nieuwe Tonge; donderdagavond kreeg dat een vervolg omdat GS hebben laten weten niet eerder met deze constructie accoord te zulen gaan dan nadat van gemeentewege aan hel gebruik en de tariefstelling de nodige voorwaarden zullen zyn gesteld. Een deel van de raad juichte, een ander deel voelde zich op het hart getrapt...!
Met name binnen de PvdA fractie was er alle begrip en waardering voor de terughoudendheid van Gedeputeerde Staten.
Het was ook het PvdA Statenlid dhr. Wolff geweest die n.a.v. het genomen raadsbesluit critische vragen aan G£ had voorgelegd. Daarin lagen de bezwaren van de Middelhamisse PvdA fractie verwoord.
De voorwaarde van de Kerkvoogdij dat begrafenissen eerbaar dienen te geschieden deed de fractie twijfelen aan de mogelijkheid tot gebruik door andersdenkenden. Bovendien had de PvdA fractie een exploitatie-opzet gemist zoals dat normaliter bij het verlenen van subsidies wel wordt verlangd. Welnu Gedeputeerde Staten bleken gevoelig voor die mede door dhr. Wolff gesignaleerde bedenkingen.
Ze schreven Middelhamis' gemeentebestuur een brief waarin ze duidelijk maakten een gemeentelijke zeggenschap m.b.t. het gebruik en de tarievering van aula en mortuarium als voorwaarde te stellen.
Trouwens hadden GS zich afgevraagd of het verlenen van een gemeentelijke subsidie wel noodzakelijk moet worden geacht omdat Nieuwe Tonge op de begraafplaats een gemeentelijke aula heeft waarin het opbaren van een stoffelijk overschot aanwezig is.
GS maakten duidelijk het stellen van voorwaarden te verlangen vooraleer tot trokken daaruit de consequentie dat goedkeuring van het raadsbesluit zou kunnen worden overgegaan. B en W metterdaad^ met de Kerkvoogdij gesproken zal moeten worden over de volgende voorwaarden:
— dat de accomodatie beschikbaar is voor elke lijkbezorging te- of vanuit Nieuwe Tonge
— dat de verzoeken tot gebruik worden ingewilligd in de volgorde waarin ze zijn ingediend
— dat de accomodatie beschikbaar wordt gesteld tegen een uniform tarief dat is onderworpen aan de goedkeuring van B en W van Middelharnis.
In de gehouden discussie bleek al snel dat de raad niet alleen de subsidie van ƒ 92.620,— in het geding bracht, maar veel meer zorg heeft over de door GS gepleegde „inmenging in deze Middelhamisse aangelegenheid". Met name de heren Hoogzand en Koppelaar konden zich daar knap boos over maken waarom zij dan ook duidelijk van hun pure verontwaardiging blijk gaven.
Geen discriminatie.
Na andermaal zijn mening duidelijk te hebben gemaakt dat de aanwezigheid van een mortuarium wel degelijk gewenst is gaf dhr. Hoogzand een beschouwing op de bedoelingen van de kerkvoogdij.
Voor hem was het duidelijk dat zij voorstaat dat begrafenissen eerbaar geschieden, zoals dat — aldus dhr. Hoogzand — algemeen gebruikelijk is:... „het gaat me te ver daar iets achter te zoeken, alsof men op Flakkee het brute lef zou hebben bij het overlijden van een andersdenkende te discrimineren." Ook voelde dhr. Hoogzand er in 't geheel niet voor dat de tarieven aan de goedkeuring van B en W onderworpen zouden worden: „ik heb geen enkel vertrouwen in deze bevoogding die andere gesubsidieerden helemaal mislopen; hier is de democratie in het geding!' stelde spr. verontwaardig vast.
Zeer bedenkelijk!
„Zeer bedenkelijk", zo kwalificeerde dhr. Koppelaar de andermaal gebleken „betutteling" van Gedeputeerde Staten, hen kennelijk ingegeven door de vragenstellerij van dhr. Wolff die zo nodig critische vragen moet stellen alsof GS niet zelf in staat zouden zijn raadsbesluiten op hun meritus — zijnde beleidsbepalend en niet politiekbepalend! — te onderzoeken.
Voor dhr. Koppelaar stond het vast dat GS zich hebben laten verleiden in dezen politiek-bepalend te handelen en dat vond hij een hoogst betreurenswaardig en bedenkelijk verschijnsel:
„ we kunnen nu, wel critiekloos het hoofd in de strop leggen die GS ons voorhoudt, maar als we elke keer weer het hoofd moeten laten hangen naar wat GS ons voorschotelen dan kunnen wij als raad beter wegwezen en gelijk GS maar op onze zetels laten zitten", verontwaardigde zich dhr. Koppelaar.
Spr. meende stellig dat GS in het verleden, waarin tonnen en miljoenen aan subsidies zijn verstrekt, qua tarievering nooit enige belemmeringen hebben opgeworpen, wanneer het niet een subsidie betrof ter dekking van de exploitatietekorten: „het is een zeer bedenkelijke zaak
„het is een zeer bedenkelijke zaak dat GS meent bemoeienis te moeten hebben met de honorering, door de gemeente, van een aanvrage van kerkelijke zijde. Een dergelijke Overheidsbemoeienis is een diep treurige zaak", zo stelde dhr. Koppelaar vast. Hij meende dat ieder — zij het vóór — of tegenstander van de subsidiering — ertegen zou moeten protesteren dat de Kerk onder een Overheidsbemoeiing wordt gesteld.
Ook daar voorwaarden.
VVD'er dhr. Kersbergen, overigens geen voorstander van de toegezegde subsidieverlening, herinnerde eraan dat GS ook voorwaarden aan het gebruik en de vergoeding daarvoor hebben gesteld toen de raad besloot een half miljoen bij te dragen aan de aula in de Technische School. „Het heeft me overigens zeer bevreemd dat een zelfstandige kerkelijke instelling om een gemeentelijke subsidie vraagt", liet dhr. van Kersbergen weten.
„Zoals het ons kan bevreemden dat een zelfstandige sportvereniging om een gemeentelijke subsidie vraagt", klonk het hem al snel tegen vanuit de SGP gelederen.
Democratisch recht.
Dhr. van Alphen (PvdA) verklaarde wel degelijk begrip te hebben voor de bedenkingen van Gedeputeerde Staten, wijzend ook op de aanwezigheid van een aula op de begraafplaats die evt. beter geschikt had kunnen worden gemaakt. Spr. wilde dan ook geen kwaad woord
Spr. wilde dan ook geen kwaad woord horen over de vragenstellerij door dhr. Wolff: „dat is een moeizaam verkregen democratisch* recht en het is kwalijk dat sommige raadsleden daaraan zo weinig waarde menen te moeten hechten", stelde hij vast.
„Wij zijn door GS op onze vingers getikt; we hadden onze zaken ook beter moeten overwegen" argumenteerde dhr. de Vries, bij wie de subsidieaanvrage overigens geen instemming gevonden had. Dhr. T. Arensman (CDA) daarentegen
Dhr. T. Arensman (CDA) daarentegen vond het weinig elegant van GS aldus te reageren waardoor de gemeenteraad als „onder curatele" wordt gesteld.
Niettemin verklaarde dhr. Arensman zich — gezien de verwikkelingen — voorstander van een gesprek met de Kerkvoogdij als dat tot een bevredigende oplossing zal kunnen leiden.
Beantwoording. De taak de vele vragen en opmerkin
De taak de vele vragen en opmerkingen te beantwoorden was aan weth. Jacobs, voor de laatste maal als zodanig fungerend nu per 1 maart burg. van Welsenis is benoemd waardoor de 3e wethoudersplaats komt te vervallen. Dhr. Jacobs herhaalde wat over het gebruik van de aula van de Technische School is gezegd; ook in de vaststelling van de tarieven zullen B en W moeten worden gekend. Z.i. mocht daarin voor een Kerk geen uitzondering gelden, „want" zei dhr. Jacobs; „wanneer een kerk overheidsbemoeiing onaanvaardbaar vindt dan moet ze ook geen overheidssubsidie aanvragen". „Wanneer ze
dat wel doet is die bemoeienis vrijwel onontkoombaar". Dhr. Jacobs voorzag dat een gesprek
Dhr. Jacobs voorzag dat een gesprek met de Kerkvoogdij tamelijk eenzijdig zal zijn omdat harerzijds de voorwaarden zullen moeten worden geaccepteerd omdat anders de subsidie niet kan worden verstrekt. „Zo eenvoudig ligt dat"
Ook in de tweede ronde liet de raad nog danig van zich horen. Andermaal was het dhr. Koppelaar die de bemoeizucht van GS aan de kaak stelde en daarover zijn verontrusting en verontwaardiging uitsprak.
De oppositionele vraag of de voorziening wel ten algemenen nutte geacht moet worden projecteerde dhr. Koppelaar op andere dik gesubsidieerde voorzieningen, zoals voetbalvelden: „... als ik in de week, op welk voetbalveld van welke vereniging dan ook een balletje zou willen trappen dan loop ik alle kans weggestuurd te worden terwijl het veld toch met gemeenschapsgeld gesubsidieerd is!" De door GS aangelegde maatstaf
De door GS aangelegde maatstaf achtte dhr. Koppelaar in dezen dan ook gezocht en onterecht. „Een dergelijke bemoeiing door de Overheid zal tot de vorming van Staatskerken gaan leiden" vreesde dhr. Koppelaar.
Dhr. Hoogzand gaf de PvdA een veeg uit de pan: „in sommige kringen heeft men de mond vol over de democratie maar aan anderen wordt de democratische ruimte niet gegund". Dhr. Hoogzand wilde zeker niet terugkrabbelen en als raad bij de Kroon in beroep gaan waar z.i. het raadsbesluit alle kans zou hebben omdat de Kroon ter beoordeling de financiële positie van de gemeente in aanmerking neemt. Spr. vond de houding van dhr. Wolff
Spr. vond de houding van dhr. Wolff weinig correct; voor hem zijn Gedeputeerde Staten interpellabel wanneer het gaat om het Provincie-beleid, vond dhr. Hoogzand. Nadat ook dhr. Brooshoofd zijn „ab
Nadat ook dhr. Brooshoofd zijn „absoluut tegen" had uitgesproken was het woord — ten besluite van de discussie — aan dhr. G. C. Joppe (CDA). Hij kon het weliswaar in grote lijnen eens zijn met wat door dhr. Koppelaar was betoogd, maar anderzijds vond hij dat de Kerkvoogdij geen subsidie had moeten vragen wanneer ze consequent alles in eigen hand wil houden. Een gesprek over de gestelde voorwaarden achtte dhr. Joppe dan ook zeker op zijn plaats. Ook dhr. KI. v. d. Ketterij (SGP) liet weten ontstemd te zijn over de houding van GS welk College z.i. geen andere taak heeft erop te letten of de gemeentebesturen niet financieel onverantwoord handelen, wat in het onderhavige zeker niet het geval is.
Daar' B en W geen voorstel hadden ingediend kwam dat van de zijde van dhr. Koppelaar. Hij kon nog wel enigermate meedenken met de beide eerstgenoemde punten, maar zeker niet met het 3e genoemde, de overheidsbemoeiienis met de tariefstelling. Het voorstel die voorwaarde te
Het voorstel die voorwaarde te schrappen kreeg 3 SGP stemmen (dhr. Villerius was wegens ziekte afwezig) en de stem van dhr. Hoogzand. Een door het College gedaan voorstel alle drie de punten te handhaven werd derhalve aangenomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 februari 1980
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 februari 1980
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's