De ene spuitbus is de andere niet
Negen milieuministers bogen zich onlangs in Brussel over het vraagstuk van het al dan niet spuiten met bussen. Aanleiding was de stelling van enkele geleerden dat het drijfgas bestaande uit chloor-fluor-koolstof-verbindingen, het zgn. CFC - dat in sommige aerosols wordt aangewend om ervoor te zorgen dat haarlak, insecticide, luchtverversers e.d. in een fijne mist de bus verlaten - wel eens onherstelbare schade kon toebrengen aan de ozonlaag rond deze aardbol. Volgens anderen is deze laag op het ogenblik dikker dan ooit. Ozon dient als filter voor de schadelijke ultraviolette B en C zonnestralen. Ofschoon er nog geen wetenschappelijk
Ofschoon er nog geen wetenschappelijk bewijs is geleverd dót de ozonlaag wordt aangetast en dat de gezondheid van de mens in gevaar wordt gebracht, namen de ministers het zekere voor het onzekere en verzochten de aerosolfabrikanten de hoeveelheid CFC, als zij dit gebruikten, met een derde te verminderen. Beweringen als zou de spuitbus verboden worden, zijn dan ook niet juist.
De ene spuitbus is trouwens de andere niet. Slechts een derde bevat het gelaakte CFC; 70% werkt op een ander, heel onschuldig drijfgas.
In Nederland staat bovendien vanaf 1 april 1979 op de spuitbussen vermeld of er CFC in verwerkt werd of niet. De aerosol is nauwelijks meer uit on
De aerosol is nauwelijks meer uit onze samenleving weg te denken. Gelukkig hoeft dat ook niet. Het gemak dient immers de mens!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's