Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Fransche koopmanszoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Fransche koopmanszoon

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

— 21 —

Hij was nu zestien jaar en de tijd, die zijn Vader hem verleend had, om in Holland te blijven, was verstreken. Hij zou dus nu naar Frankrijk moeten terugkeren. In de gegeven omstandigheden zag hij daar natuurlijk zeer tegen op en hij vroeg aan zijn Vader, of deze het goed vond, dat zijn verblijf in Holland met nog een jaar verlengd werd. Wat het antwoord van zijn Vader was, kunnen we gemakkelijk begrijpen. Nu de vastgestelde tijd verlopen was, wilde deze hem geen ogenblik langer in Holland laten. Hij schreef aan Jakob, dat hij gehoord had, dat deze veel meer dan betamelijk was, met de Protestanteiq' omging en dat hij ogenblikkelijk naai huis moest komen. Hij mocht geen ogenblik verzuimen, maar moest terstond zijn goed inpakken om met de eerste gelegenheid de beste naar Nantes terug te keren. Jakob las in de regels van de brief

Jakob las in de regels van de brief duidelijk het ongenoegen van zijn Vader. Nu geen contract deze meer terughield, was zijn bevel zo stellig mogelijk. Dat de mislukte pogingen om hem op te lichten en naar Nantes te vervoeren in het geheim van zijn Vader uitgegaan waren, wist Jakob niet, maar dat deze met zijn Protestantse gevoelens niet geheel en al onbekend was, bleek nu duidelijk en evenzo, dat zijn Vader er zeer ontstemd over was.

Wat moest Jakob doen? Was het niet zijn plicht, om zijn ouders gehoorzaam te zijn?

Terwijl hij nog maar niet tot beslissing kon komen, wat hij schrijven moest en ook niet kon besluiten, weer naar Frankrijk terug te keren, kwam er weer een brief uit Nantes en ditmaal was het een eigenhandig schrijven van zijn Moeder. Zij noemde hem in haar brief haar lieve jongen. Dag aan dag had ze nu drie jaren lang naar hem verlangd. Ze hadden zich voorgesteld, welk een feest het wezen zou, als hij weer thuis zou komen. Zou hij nu al die blijde hoop beschamen? Hield hij niet meer van z'n Moeder, van z'n Vader, van z'n lieve zusje Angélipue?

Op tedere toon drong ze bij hem aan, toch niet te luisteren naar de stem der verleiding, die hem van de Heilige Kerk wilde aftrekken en tochs poedig weer naar Nantes terug te keren.

Toen Jakob deze brief gelezen had, schreide hij bitter. Ook had hij zijn Moeder zo innig lief. Hij had zo menigmaal verlangd, zijn Vader, zijn Moeder, en zijn zusje Angélique weer te zien. En nu kon hij niet gaan. Terugkeren naar huis betekende voor hem weer terugkeren tot de Roomse Kerk. Hoe kon hij, die door God uit de duisternis was overgebracht tot het licht, weer tot de duisternis van Rome terugkeren? Maar als hij niet terugkeerde zou hij misschien zijn Vader en zijn Moeder en zijn zusje nooit weerzien.

Zo dobberde hij heen en weer. In zijn treurigheid opende hij zijn Bijbel en daar las hij:

„Die Vader of Moeder liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig, en die zoon of dochter liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig;"

„en die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig."

De lezing van deze verzen uit Mattheü 10 deed hem nog vaster besluiten, niet naar huis terug te keren. Toch wilde hij de raad inwinnen van Ds. è Brakel, met wie hij meermalen gesproken had.

Zo komt het, dat we Jakob weer bij Ds. a Brakel ontmoeten in diens studeervertrek. Indien hij gemeend had, dat de domi

Indien hij gemeend had, dat de dominee hem aanstonds zou geraden hebben, niet naar Frankrijk terug te keren, omdat hij dan weer Rooms zou moeten worden en er op aangedrongen zou hebben, dat hij hier in Holland zou blijven, dan vergiste hij zich zeer. Ds. a Brakel was daarvoor een te verstandig man. Hij zou in geen geval willen, dat men hem ooit kon beschuldigen van zijn invloed misbruik gemaakt te hebben om, een jongen van zestien jaar te scheiden van zijn ouders. In deze moeilijke omstandigheden zou het nu ook moeten blijken, of het geloof van Jakob Hanapier van de echte stempel was. De dominee wees hem er op, dat hij

De dominee wees hem er op, dat hij wel weten moets, wat hij deed. Als hij naar Nantes ging, wachtten hem daar ouderliefde, rijkdom, eer en aanzien. Hij kon een geëerd en geacht man wezen tot aan zijn dood toe.

Bleef hij evenwel hier, dan waren er geen vooruitzichten. Zijn Vader zou hem geen geld meer sturen, zodat hij aanstonds in moeilijkheid zou komen. Misschien kon hij als kantoorklerk een armelijk bestaan vinden, maar kapitaal had hij niet, dus aan eigen zaken drijven was niet te denken. Hanapier moest wel overwegen, wat hij doen wilde, want het verschU was zeer groot. Gelukkig bleef Jakob hem het antwoord niet schuldig. Hij zeide: „Dominee, u hebt gezegd, dat ik in Nantes geëerd kon wezen tot aan mijn dood. Maar u hebt niet gesproken over wat na de dood komt. U spreekt aldoor maar van dit leven, maar heeft onze Heere Jezus Christus niet gezegd, dat wie Vader of Moeder liefheeft boven Hem, Zijns niet waardig is? Neen, dominee. God heeft hier mijn ogen geopend voor de dwalingen der Roomse Kerk en daarheen wil ik neit weer terug. Ik zou de Heere Jezus verloochenen, als ik aan al de plechtighed der Kerk moest deelnemen en ik van het licht weer terug moest naar de duisternis.

Maar, o dominee, dat ik mijn Vader en mijn lieve Moeder en mijn zusje dan nooit zal weerzien!" En hij begon bitter te schreien. De dominee zag hem met medelijden

De dominee zag hem met medelijden aan. Wat moest dit jeugdige leven al kampen met moeiten en bezwaren, waarvan de meesten op die leeftijd geen denkbaeld hebben. Nu trachtte hij hem te vertroosten en zei: „Houd vast aan uw belijdenis. De Heere Jezus heeft gezegd: „Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal ik ook belijden voor Mijnen Vader, die in de hemelen is; maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijnen Vader, die in de hemelen is."

„Beveel dan uw weg maar asm. de Heere. Hij zorgt voor u. „En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld," zegt de Heiland. Vertrouw uw lot maar aan Hem toe en bid, dat God door Zijn Geest u leren mag de rechte weg, waarin ge gaan moet."

Van Roomse zijde werd niet nagelaten Jakob te bewegen, weer naar zijn ouderlijk huis terug te keren. De heer Armant bezocht hem herhaaldelijk en drong er ernstig op aan, dat hij weerom zou gaan, nu zijn tijd voor Holland bestemd, verstreken was. Ook andere personen uit de kring zijner vroegere Roomse vrienden kwamen om hem op zijn dure verplichting te wijzen.

,Doch hij was," zegt de geschiedschrijver, „noch door lief, noch door leed daartoe te bewegen. Liever verkoos hij, als Mozes „met het volk van God kwalijk behandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben .achtende de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn dan al de schatten van (het Roomse) Egypte."

DE STRIK ONTKOMEN

Het was gelukkig, dat Jakob bij meneer Gémolant geen hoog kostgeld behoefde te betalen, want meneer Armant had hem gezegd, dat zijn Vader geen geld meer voor hem sturen zou. Het stelhg bevel was, dat hij naar huis moest komen en als hij bleef weigeren, moest Jakob zelf de gevolgen dragen, want met zijn kantoorwerkzaamheden kon hij ternauwernood zijn brood verdienen.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

De Fransche koopmanszoon

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's